Geconcentreerd trek ik op van het stoplicht. In de verte speurend naar een silhouet dat op m'n broer lijkt. Een tunneltje onder de weg door, scooter-jongeren schuilend tegen de regen staan op het trottoir. Van de andere kant zie ik een andere fietser het tunneltje in rijden, en herken m'n broer.
Ik draai om en pik aan. Het stoplicht in Oud Gastel pakken we 2x door rood. Dat is toch maar een vervelende onderbreking, net nu hij weer in zijn ritme zit na zijn eetpauze in Oudenbosch.
We naderen knooppunt 67, met voor ons twee pubermeiden slingerend over de weg. Moet ik m'n toeter gebruiken? Nee, toch maar niet, daarvan schrikken ze alleen maar. Op tijd fietsen ze netjes rechts en we halen ze in. Intussen fietsen we de brug over de Vliet over.
Na de Vliet is er een weg links, maar dit is nog niet knooppunt 66. We rijden rechtdoor. Dáár is de volgende weg links. Die moeten we in. We zetten de bocht in.
Maar voor ik het weet schuift m'n fiets onder me weg op het natte wegdek. Ik zie m'n bidon sportdrank wegschieten en lig verbouwereerd op de grond.
Ik schiet overeind. Kijk naar m'n arm, schaafwondje op m'n elleboog, dus niets aan de hand. Waar is m'n bidon sportdrank? Waar ligt 'ie toch?! M'n broer heeft 'm in zijn val, binnen een halve seconde nadat mijn val begon, opgevangen in zijn val.
M'n fiets! Is die in orde? Ik zet 'm overeind en kijk gauw naar het lederen stuurlint. Dat lijkt in orde. De Rohloff lijkt recht te zitten, het pedaal lijkt goed, de Carradice tas lijkt niet beschadigd.
Achter ons piepende remmen. "Alles in orde? Gaat het? Niet gewond?" Klinken 2 meisjesstemmen.
Het zijn de pubers die we zojuist voorbij zijn gefietst. Bezorgd kijken ze onze kant op.
"Ja hoor, niets aan de hand. Alleen wat schaafwonden, dus geen zorgen." En allen fietsen we verder. De wat scheve stand van het linker pedaal lijkt tijdens het fietsen nog wat gecorrigeerd te worden.
Thuis gekomen kan ik opgelucht adem halen. M'n eerste observaties van de schade klopten inderdaad.
Die jeugd ook van tegenwoordig. Helemaal niet asociaal, juist heel hulpvaardig!
Ik draai om en pik aan. Het stoplicht in Oud Gastel pakken we 2x door rood. Dat is toch maar een vervelende onderbreking, net nu hij weer in zijn ritme zit na zijn eetpauze in Oudenbosch.
We naderen knooppunt 67, met voor ons twee pubermeiden slingerend over de weg. Moet ik m'n toeter gebruiken? Nee, toch maar niet, daarvan schrikken ze alleen maar. Op tijd fietsen ze netjes rechts en we halen ze in. Intussen fietsen we de brug over de Vliet over.
Na de Vliet is er een weg links, maar dit is nog niet knooppunt 66. We rijden rechtdoor. Dáár is de volgende weg links. Die moeten we in. We zetten de bocht in.
Maar voor ik het weet schuift m'n fiets onder me weg op het natte wegdek. Ik zie m'n bidon sportdrank wegschieten en lig verbouwereerd op de grond.
Ik schiet overeind. Kijk naar m'n arm, schaafwondje op m'n elleboog, dus niets aan de hand. Waar is m'n bidon sportdrank? Waar ligt 'ie toch?! M'n broer heeft 'm in zijn val, binnen een halve seconde nadat mijn val begon, opgevangen in zijn val.
M'n fiets! Is die in orde? Ik zet 'm overeind en kijk gauw naar het lederen stuurlint. Dat lijkt in orde. De Rohloff lijkt recht te zitten, het pedaal lijkt goed, de Carradice tas lijkt niet beschadigd.
Achter ons piepende remmen. "Alles in orde? Gaat het? Niet gewond?" Klinken 2 meisjesstemmen.
Het zijn de pubers die we zojuist voorbij zijn gefietst. Bezorgd kijken ze onze kant op.
"Ja hoor, niets aan de hand. Alleen wat schaafwonden, dus geen zorgen." En allen fietsen we verder. De wat scheve stand van het linker pedaal lijkt tijdens het fietsen nog wat gecorrigeerd te worden.
Thuis gekomen kan ik opgelucht adem halen. M'n eerste observaties van de schade klopten inderdaad.
Die jeugd ook van tegenwoordig. Helemaal niet asociaal, juist heel hulpvaardig!