Toch maar alvast een verhaal over mijn belevenissen in Schotland.
Winter 2009 / 2010
Terwijl ik bezig ben met het voorbereiden van mijn tocht door Schotland, ontdek ik ten oosten van Fort Augustus een weg die niet op de Ordnance Survey 1:250.000 staat. De Corrieyairack Pass. Uit de beschrijvingen die ik op internet kan vinden, lijkt de weg fietsbaar, zij het moeilijk.
Ik plaats een bericht op het forum met de vraag wie deze weg kent en of het te doen is met een volgepakte fiets. Uit de berichten blijkt dat geen van de forumlezers deze weg ooit gefietst heeft. Wel meldt Leo van Lierop dat hij in mei in de buurt is en deze weg wellicht opneemt in zijn route.
Nog tijdens zijn tocht meldt hij dat het een afrader is en bij terugkomst plaats hij een verslag op het forum. Het is een aaneenschakeling van duwen, trekken en lopen. Dat is dus geen aanrader.
Ondertussen heb ik nog een andere weg ontdekt. De door Sustrans geprojecteerde route 79. Het westelijke deel loopt van Broadford op Skye, naar Invergarry, vlak onder Loch Ness. Om niet nog meer mensen de keien op te jagen besluit ik hier maar niets over te melden. Misschien ga ik het zelf eerst doen.
24 juni 2010
Gisteren urenlang zware regen en min of meer verzopen heb ik een B&B opgezocht. Binnen wakker worden. Gek, niet aan gewend. Dus buiten even een rondje lopen voor het ontbijt. De weersverwachting is dat het vandaag beter wordt, maar zo ziet het er voorlopig niet uit.
Dan een uitgebreid ontbijt met toast, zalm en roerei. En slappe koffie. En om 9 uur op de fiets.
Toch lijkt het weer beter te worden en ik kan ook eindelijk wat van de bergen van Skye zien. Een kort stuk nog langs de drukke A87 en dan rechtsaf Glen Arroch in. Op weg naar de pont. Wel nog even klimmen naar 300 meter hoog. Er is nauwelijks verkeer. De pont gaat pas varen om 10 uur. De afdaling is erg steil.
Een erg antiek pontje.

Het dek draait weg om te laden en te lossen. En dat met alleen handkracht!
Aan boord een Border Collie, die begint te blaffen als er een zeehond in zicht is. De pontbaas vraagt waar ik heen ga, en als ik vertel dat ik door Glen Arnisdale wil, vertelt hij dat het een moeilijke, maar wel erg mooie weg is. Hij hoopt dan ook dat het ooit een keer een officiële Sustransroute wordt.
De eerste kilometers na de pont zijn vlak, maar dan volgt er een klim naar 200 meter. Het laatste stuk van de afdaling is achterlijk steil.

Naar beneden is dit nog net leuk, naar boven lijkt me wat minder.
Boven houdt ik nog een fietser aan en vraag hem of hij de route door Glen Arnisdale kent.
Ja, het is zwaar, maar het is te doen met de fiets. Hij heeft het een paar weken geleden ook nog gedaan. Met alle bagage zal ik op steile stukken wel moeten lopen, maar dat is niet zoveel.
Vlak voor de afslag gegeten. En dan om half 2 de onverharde weg op.

Niet te hard fietsen dus.

De stenen zijn wat grof hier en daar, maar er is te fietsen.

Een helling.
Het lijkt meer op een muur, bestaande uit losse grond en stenen. Ik probeer omhoog te lopen, maar dat gaat niet. Ik heb geen grip op de ondergrond. Alle bagage van de fiets af. Ik klim eerst naar boven om te kijken hoe lang de helling is en of het boven wat beter wordt. Na een stevige klim lijkt het pad wat beter te worden. Vijf keer heen en weer om alles boven te brengen. Een klim van zo’n 90 meter. Dan wordt het even wat vlakker en kan ik zowaar 30 meter fietsen. Dan gaat het weer naar beneden. Iets minder steil, maar wel lopen.

Een stuk waar zo nu en dan even “gefietst” kan worden.

Gelukkig heb ik mijn paard niet bij me.
Weer grote rolkeien, of een wegdek van stenen platen van een vierkante meter.

Nog een kort loopklimmetje naar het eerste meertje, dan wordt het vlakker en kan ik redelijk fietsen.
Even voor het hoogste punt een paar Engelsen gesproken, die het wel moedig vinden. En melden dat het pad straks iets beter wordt. Boven staat ook een oude cottage zonder dak waar prima te kamperen valt. Ze zijn zelfs jaloers dat ik zomaar mijn tent daar op kan zetten.
Als ik bij de cottage ben is het half vijf. En dat is nog niet eens halverwege. Het lijkt me een mooi moment om de tent op te zetten. Naast de rivier. En dan lekker wassen in de rivier.
25 juni 2010
Grijs, windstil en dus midgets.
Koffie achter het muggengaas.
Om half 8 op weg.

Het blijft lopen.
Dan verpietert het pad. Maar er zijn duidelijk fietssporen te zien. Maar aan de andere kant van de rivier loopt een duidelijke track. Ik besluit voorlopig toch de fietsbanden te volgen. Maar het lijkt nergens heen te gaan. Dan maar terug en de rivier over. Teva’s aan, alles van de fiets en naar de overkant gebracht.

Te diep om de schoenen aan te houden
Het gaat weer omhoog, terwijl die Engelsen gisteren zeiden, dat de cottage op het hoogste punt stond. Een spoor van asfalt. Biedt hoop, blijkt niks. Het gaat verder via voetbalgrote keien en nog verder omhoog. Het is te lopen, maar daar is dan ook alles mee gezegd.

Regelmatig dit soort "doorwaadbare"plaatsen.
Het gaat zachtjes regenen. Dan gaat het eindelijk naar beneden. Vol in de remmen is het te lopen.
Om kwart voor 11 ben ik bij Kinloch Hourn. Vandaag al 4,5 km afgelegd. Vanaf gistermiddag half 2 wel 14,5 km. Een vlak stukje waar gefietst kan worden. Asfalt! Maar het gaat omhoog. En dan gaat het even met 30% of zoiets omhoog. Naast me wordt geroepen: “That’s hard work.” Ik heb geen lucht om iets terug te zeggen.
Naschift1:
Als ik aan het eind van de middag in Fort Augustus ben wordt ik aangesproken door 2 Engelse fietsers. Of ik die Nederlander ben die door Glen Arnisdale ben gekomen. Het blijken 2 vrienden van de Engelse fietser van gisteren. Van nu af ben ik beroemd, want ik ben de eerste fietser die met bagage op de fiets deze weg heeft genomen.
Naschrift 2:
Sustrans kan deze weg wel projecteren als een toekomstige route, maar het zal en mag er nooit van komen. Het huidige pad is te slecht om te fietsen, en om het fietsbaar te maken moeten er teveel ingrepen in het landschap worden gedaan.
Er is overigens de mogelijkheid om met een bootje van Arnisdale naar Kingloch Hourn te komen.
Naschrift 3:
Bij het schrijven van dit verslag ging ik nog even terug naar het verhaal van Leo van Lierop over de Corrieyairack Pass. Daar schrijft hij en passant dat hij ook nog een stuk off road heeft tussen Arnisdale en Kinloch Hourn. Glen Arnisdale dus.
Was ik dus toch niet de eerste.
SHIT!
Peter
Winter 2009 / 2010
Terwijl ik bezig ben met het voorbereiden van mijn tocht door Schotland, ontdek ik ten oosten van Fort Augustus een weg die niet op de Ordnance Survey 1:250.000 staat. De Corrieyairack Pass. Uit de beschrijvingen die ik op internet kan vinden, lijkt de weg fietsbaar, zij het moeilijk.
Ik plaats een bericht op het forum met de vraag wie deze weg kent en of het te doen is met een volgepakte fiets. Uit de berichten blijkt dat geen van de forumlezers deze weg ooit gefietst heeft. Wel meldt Leo van Lierop dat hij in mei in de buurt is en deze weg wellicht opneemt in zijn route.
Nog tijdens zijn tocht meldt hij dat het een afrader is en bij terugkomst plaats hij een verslag op het forum. Het is een aaneenschakeling van duwen, trekken en lopen. Dat is dus geen aanrader.
Ondertussen heb ik nog een andere weg ontdekt. De door Sustrans geprojecteerde route 79. Het westelijke deel loopt van Broadford op Skye, naar Invergarry, vlak onder Loch Ness. Om niet nog meer mensen de keien op te jagen besluit ik hier maar niets over te melden. Misschien ga ik het zelf eerst doen.
24 juni 2010
Gisteren urenlang zware regen en min of meer verzopen heb ik een B&B opgezocht. Binnen wakker worden. Gek, niet aan gewend. Dus buiten even een rondje lopen voor het ontbijt. De weersverwachting is dat het vandaag beter wordt, maar zo ziet het er voorlopig niet uit.
Dan een uitgebreid ontbijt met toast, zalm en roerei. En slappe koffie. En om 9 uur op de fiets.
Toch lijkt het weer beter te worden en ik kan ook eindelijk wat van de bergen van Skye zien. Een kort stuk nog langs de drukke A87 en dan rechtsaf Glen Arroch in. Op weg naar de pont. Wel nog even klimmen naar 300 meter hoog. Er is nauwelijks verkeer. De pont gaat pas varen om 10 uur. De afdaling is erg steil.
Een erg antiek pontje.

Het dek draait weg om te laden en te lossen. En dat met alleen handkracht!
Aan boord een Border Collie, die begint te blaffen als er een zeehond in zicht is. De pontbaas vraagt waar ik heen ga, en als ik vertel dat ik door Glen Arnisdale wil, vertelt hij dat het een moeilijke, maar wel erg mooie weg is. Hij hoopt dan ook dat het ooit een keer een officiële Sustransroute wordt.
De eerste kilometers na de pont zijn vlak, maar dan volgt er een klim naar 200 meter. Het laatste stuk van de afdaling is achterlijk steil.

Naar beneden is dit nog net leuk, naar boven lijkt me wat minder.
Boven houdt ik nog een fietser aan en vraag hem of hij de route door Glen Arnisdale kent.
Ja, het is zwaar, maar het is te doen met de fiets. Hij heeft het een paar weken geleden ook nog gedaan. Met alle bagage zal ik op steile stukken wel moeten lopen, maar dat is niet zoveel.
Vlak voor de afslag gegeten. En dan om half 2 de onverharde weg op.

Niet te hard fietsen dus.

De stenen zijn wat grof hier en daar, maar er is te fietsen.

Een helling.
Het lijkt meer op een muur, bestaande uit losse grond en stenen. Ik probeer omhoog te lopen, maar dat gaat niet. Ik heb geen grip op de ondergrond. Alle bagage van de fiets af. Ik klim eerst naar boven om te kijken hoe lang de helling is en of het boven wat beter wordt. Na een stevige klim lijkt het pad wat beter te worden. Vijf keer heen en weer om alles boven te brengen. Een klim van zo’n 90 meter. Dan wordt het even wat vlakker en kan ik zowaar 30 meter fietsen. Dan gaat het weer naar beneden. Iets minder steil, maar wel lopen.

Een stuk waar zo nu en dan even “gefietst” kan worden.

Gelukkig heb ik mijn paard niet bij me.
Weer grote rolkeien, of een wegdek van stenen platen van een vierkante meter.

Nog een kort loopklimmetje naar het eerste meertje, dan wordt het vlakker en kan ik redelijk fietsen.
Even voor het hoogste punt een paar Engelsen gesproken, die het wel moedig vinden. En melden dat het pad straks iets beter wordt. Boven staat ook een oude cottage zonder dak waar prima te kamperen valt. Ze zijn zelfs jaloers dat ik zomaar mijn tent daar op kan zetten.
Als ik bij de cottage ben is het half vijf. En dat is nog niet eens halverwege. Het lijkt me een mooi moment om de tent op te zetten. Naast de rivier. En dan lekker wassen in de rivier.
25 juni 2010
Grijs, windstil en dus midgets.
Koffie achter het muggengaas.
Om half 8 op weg.

Het blijft lopen.
Dan verpietert het pad. Maar er zijn duidelijk fietssporen te zien. Maar aan de andere kant van de rivier loopt een duidelijke track. Ik besluit voorlopig toch de fietsbanden te volgen. Maar het lijkt nergens heen te gaan. Dan maar terug en de rivier over. Teva’s aan, alles van de fiets en naar de overkant gebracht.

Te diep om de schoenen aan te houden
Het gaat weer omhoog, terwijl die Engelsen gisteren zeiden, dat de cottage op het hoogste punt stond. Een spoor van asfalt. Biedt hoop, blijkt niks. Het gaat verder via voetbalgrote keien en nog verder omhoog. Het is te lopen, maar daar is dan ook alles mee gezegd.

Regelmatig dit soort "doorwaadbare"plaatsen.
Het gaat zachtjes regenen. Dan gaat het eindelijk naar beneden. Vol in de remmen is het te lopen.
Om kwart voor 11 ben ik bij Kinloch Hourn. Vandaag al 4,5 km afgelegd. Vanaf gistermiddag half 2 wel 14,5 km. Een vlak stukje waar gefietst kan worden. Asfalt! Maar het gaat omhoog. En dan gaat het even met 30% of zoiets omhoog. Naast me wordt geroepen: “That’s hard work.” Ik heb geen lucht om iets terug te zeggen.
Naschift1:
Als ik aan het eind van de middag in Fort Augustus ben wordt ik aangesproken door 2 Engelse fietsers. Of ik die Nederlander ben die door Glen Arnisdale ben gekomen. Het blijken 2 vrienden van de Engelse fietser van gisteren. Van nu af ben ik beroemd, want ik ben de eerste fietser die met bagage op de fiets deze weg heeft genomen.
Naschrift 2:
Sustrans kan deze weg wel projecteren als een toekomstige route, maar het zal en mag er nooit van komen. Het huidige pad is te slecht om te fietsen, en om het fietsbaar te maken moeten er teveel ingrepen in het landschap worden gedaan.
Er is overigens de mogelijkheid om met een bootje van Arnisdale naar Kingloch Hourn te komen.
Naschrift 3:
Bij het schrijven van dit verslag ging ik nog even terug naar het verhaal van Leo van Lierop over de Corrieyairack Pass. Daar schrijft hij en passant dat hij ook nog een stuk off road heeft tussen Arnisdale en Kinloch Hourn. Glen Arnisdale dus.
Was ik dus toch niet de eerste.
SHIT!
Peter