Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Zes weken veldwerk langs de Frontlijnroute - Pagina 5 - Forum Wereldfietser

Zes weken veldwerk langs de Frontlijnroute

167 berichten
Dit is wat meer dan zweten, maar nog steeds geen probleem. Je kunt zo'n naaf helemaal leeg laten lopen en nog duizenden kms doorfietsen. Zonder oliebadje wordt de naaf wel wat meer een klankkast omdat het geluid dat het mechanisme maakt, dan niet meer door de vloeistof gedempt wordt.
Dag 24, 15 september 2017. Van Verdun naar Varennes-en-Argonne, 63 km

Afbeelding

In 2016 vond ik het tot half september te heet om veldwerk te verrichten. Een jaar later wacht ik in dezelfde maand tot het stopt met regenen. Dit lijkt de nieuwe realiteit te worden in Midden-Europa: van half juni tot half september is het vaak te heet om te fietsen wanneer hogedrukgebieden voor stabiel zomerweer zorgen, of er is juist hevige regenval wanneer de atmosfeer instabiel is en er frontale storingen voorbijtrekken (zie hier en hier). Zodra de weervooruitzichten voor Noord-Frankrijk beter worden, reis ik via Brussel en Luxemburg naar Metz. Daar mis ik door iets te lang te wachten voor een defecte lift een aansluitende trein naar Verdun. Er gaan later nog wel bussen die kant op, maar die nemen geen fietsen mee. Dus rij ik naar de stadscamping van Metz en boemel ik de volgende ochtend alsnog naar Verdun.

Het is voor de derde keer in een jaar dat ik in Verdun ben. Terwijl de trein over de Maasbrug naar zijn eindstation dendert, blik ik omlaag en zie ik dat hier aan het jaagpad wordt gewerkt. Eindelijk!
Waar in mei (zie dag 20) nog een smal jaagpad was, ligt nu een brede weg met hier en daar al een grindlaag.

Afbeelding

Verderop staat een hek, Daarachter is grond verwijderd en wordt de kanaaldijk opgeknapt. Ik ga naar beneden en fiets verder over een grindpad dat naast de dijk loopt.

Afbeelding

Wanneer ik weer bij het jaagpad kan komen, blijkt er een grindbed met stoepranden te liggen dat door de vele regen in een kanaal is veranderd.

Afbeelding

Tussen Bras-sur-Meuse en Vacherauville was het jaagpad vorig jaar al geasfalteerd. Nu wordt er ook verder noordwaarts, tussen Vacherauville en Samogneux, aan gewerkt.

Afbeelding

Voordat ik terugfiets naar Verdun, wil ik nog een traject hier in de beurt, het 'Rondje Argonne' fietsen, waar ik in het voorjaar geen tijd meer voor had. Bij Champneuville steek ik via een oude Baileybrug de Maas over.

Afbeelding

Onderweg is goed te zien hoeveel regen hier de laatste weken is gevallen. Sommige velden staan helemaal blank.

Afbeelding

En nog steeds valt er af en toe een bui, afgewisseld door felle opklaringen. Ik hou wel van dit levendige weer.

Afbeelding

Inmiddels heb ik traject 14, het rondje door de Argonne, bereikt. De route gaat mild op en neer over zacht glooiende heuvels, maar bij Lochères moet de steile heuvelwand worden beklommen die eeuwenlang een barrière vormde tussen Lotharingen en Champagne. Eenmaal boven is het vlak en valt deze route enkele kilometers samen met de Romeinse weg van Reims naar Metz. Een gerestaureerde bunker uit 1915 markeert het begin van de Haute Chevauchée, de weg die het frontgebied kruist.

Afbeelding

De bosrijke, diep ingesneden heuvels in de Argonne werden in Parijs eeuwenlang gezien als een natuurlijke bescherming tegen invasies uit het oosten. Misschien dat de Fransen daarom juist hier zo slecht waren uitgerust tegen de langdurige aanvallen van Duitse troepen. In 1914 hadden de Duitsers zich na de Slag aan de Marne teruggetrokken en ingegraven, maar in de Argonne bleven zij zich hardnekkig roeren om de frontlijn op te schuiven en strategisch gunstige posities in handen te krijgen. Kroonprins Wilhelm had de ambitieuze taak gekregen om van hieruit Verdun in te nemen, maar ook een aanval op Parijs zou vanuit de Argonne gestart kunnen worden.
Het dicht beboste terrein leende zich niet voor bombardementen door kanonnen en mitrailleurs, die elders langs het front een verwoestend effect hadden. Hier werd in loopgraven en tunnels een soort oerwoudguerilla uitgevochten, die uiteindelijk zou ontaarden in een mijnenoorlog. Beide partijen groeven tunnels onder elkaars stellingen en ieder hoopte de eerste te zijn die in staat was de ander op te blazen.

Er doemt een militaire begraafplaats op en in het bos zijn sporen van loopgraven en granaatinslagen zichtbaar. Een monument met een ossuarium markeert de frontlijn. Hiervandaan gaan verschillende wandelroutes het bos in, langs mijnkraters en loopgraven naar de Kaisertunnel. Hier lag een compleet stelsel van tunnels, die aansloten op de omringende loopgraven. Naar het noorden liep de Ortliebtunnel, die misschien wel vernoemd is naar een verre verwant van de bekende fietstassenfabrikant.

Afbeelding

Wat verder van de frontlinie, langs de weg naar Varennes, wijst een bord naar de Abri du Kronprinz. Half overwoekerd door het oprukkende bos ligt hier een groepje vervallen bunkers, die destijds van alle gemakken waren voorzien om het verblijf aan het front voor de kroonprins zo comfortabel mogelijk te maken. Nu heb ik geen tijd meer om er te gaan kijken, omdat ik liever voor de schemering op de camping wil zijn. In 2010 lag de kroonprinselijke bunker er zo bij als op de foto hieronder.

Afbeelding

Kroonprins Wilhelm van Pruisen had een beetje pech in het leven, net als Leopold III van België (zie dag 5). Volgens Wikipedia had hij met zijn vader, de Duitse keizer Wilhelm II, een problematische relatie. Tijdens zijn verblijf in de Argonne liet hij de krijgsverrichtingen over aan zijn chefstaf en verschalkte ondertussen de ene Française na de andere.
Na de wapenstilstand vluchtte hij net als zijn vader, en tot diens ergernis, naar Nederland. Daar werd hij verbannen naar het eiland Wieringen (zie hier). Uit verveling ging hij in de leer bij een hoefsmid in Hippolytushoef. Hij woonde in de voormalige pastorie van Oosterland (lees hier zijn beschrijving van de boottocht naar en aankomst op Wieringen). Dat is 300 m van de plek waar mijn opa, een Wieringse visser, later een huis liet bouwen om dichtbij de nieuwe vissershaven van Den Oever te kunnen wonen, die gelijk met de Afsluitdijk werd aangelegd. Toen was prins Wilhelm allang vertrokken, maar mijn opa kende wel de verhalen die over deze bijzondere asielzoeker op Wieringen verteld werden.
In 1923 mocht de kroonprins terugkeren naar Duitsland, dat wel een republiek bleef. Hij was opportunistisch genoeg om zich achter de nazi's te scharen toen Hitler hem beloofde dat hij de monarchie zou herstellen zodra hij aan de macht zou komen. Pas toen de kroonprins besefte dat die belofte een wassen neus was, keerde hij zich teleurgesteld van de nazi's af. In 1945 was hij een van de vele bewoners van Berlijn die moesten vluchten voor het Rode Leger.

wordt vervolgd
Dag 25, 16 september 2017. Van Varennes-en-Argonne naar Verdun, 59 km

Afbeelding

Vanuit Varennes-en-Argonne maak ik het rondje door de Argonne af. Eerst fiets ik langs de klokkentoren, waar vroeger de slotkerk stond. Hier werd op 21 juni 1791 koning Lodewijk XVI door de plaatselijke republikeinse garde tegengehouden, terwijl hij met zijn familie naar de Oostenrijkse Nederlanden probeerde te vluchten. Zoals ik op dag 11 al schreef, liep het hierdoor met deze Franse koning en zijn vrouw, Marie-Antoinette, veel slechter af dan met de latere Duitse keizer Wilhelm II en zijn zoon.

Een paar honderd meter verder staat het groots opgezette Pensylvania State Memorial, dat bovenop Duitse bunkers gebouwd is. Dit monument herinnert aan het Maas-Argonne offensief dat de Amerikanen in september 1918 lanceerden. De Amerikanen kwamen nog net op tijd om alle fouten van hun Franse en Britse collega’s te herhalen, terwijl de Duitsers nog terugsloegen. Overmoed, onwetendheid en eigenwijsheid zorgden voor grote verliezen onder de doughboys, tot de uitgeputte Duitsers het geloof in hùn onoverwinnelijkheid inruilden voor het inzicht dat gebrek aan voedsel, grondstoffen en vers kanonnenvlees deze oorlog uitzichtloos maakte. Zoekend naar een exitstrategie gingen zij zich terugtrekken achter de Maas. De Amerikanen wisten echter van geen ophouden: ze bleven schieten en sneuvelen tot op de dag van de wapenstilstand.

Afbeelding

Een mooie geleidelijke klim voert naar Vauquois. Hiervandaan gaat een voetpad naar de top van de heuvel, waar vroeger het dorp lag, dat in 1914 werd ingenomen door de Duitsers. De Fransen ondernamen vele pogingen om de heuvel terug te winnen, maar wisten in 1915 alleen de zuidkant in te nemen, terwijl de noordzijde in Duitse handen bleef. De frontlinie liep nu dwars over deze Butte de Vauquois en de oorlog ging ondergronds verder.
Van het dorp bleef niets over en de heuveltop veranderde in een pokdalig kraterlandschap met brokken steen, hopen schroot en Spaanse ruiters (gekruiste palen met prikkeldraad erover). In de laatste oorlogsjaren werd het hier wat rustiger. Het verhaal gaat dat soldaten elkaar dan waarschuwden als er weer een stuk heuvel opgeblazen zou worden: ‘Pssst, heute Abend … Bumm!

Afbeelding

Tussen Vauquois en Avocourt bereik ik de plek waar ik gisteren aan het rondje door de Argonne begon. Aan de route van dit alternatieve traject hoef ik niets te veranderen. Wel ziet deze pagina uit de gids nu weer blauw van de aantekeningen. De navigatietekst stamt nog uit 2010. Zeven jaar later en een paar fietsgidsen verder noteer ik sommige dingen nu net even anders. Ook heb ik nu een betere gps met barometrische hoogtemeting en een fietscomputer die tijdens het fietsen veel nauwkeuriger dan destijds de hellingpercentages weergeeft. Zodra de fietscomputer een steilte van 5% aangeeft, ook al is het maar kort, zet ik een hellingpijltje op de kaart. Een enkele keer doe ik dat ook als de 5% net niet bereikt wordt, maar een klim wel behoorlijk lang duurt. Tussen de oren van de fietser is zo'n klim zwaarder dan de steilte doet vermoeden en dan ziet die fietser dat gevoel graag bevestigd door een klimtekentje op de kaart.

Afbeelding

Via een iets andere route dan gisteren fiets ik terug naar Verdun. Onderweg kom ik door dorpen die in 1918 volledig waren verwoest en daarna werden herbouwd. Met stevige huizen, die nu nog overeind staan, maar vaak niet meer worden bewoond. Zoals in Avocourt, waar de luiken van de boulangerie niet meer open gaan. Het verval van het Franse platteland lijkt niet te stuiten, maar gaat wel een stuk geruislozer dan het verval van de banlieues, de buitenwijken die in de jaren 60 en 70 rond de Franse steden werden gebouwd. Vlak voor de Franse presidentsverkiezingen in 2017 stond in de Volkskrant een reportage over 'Verval in het diepe Frankrijk'. Hoezo diep? Zelfs op de fiets is dit niet ver weg.

Afbeelding

Bij Regnéville steek ik de Maas weer over.

Afbeelding

Bij Samogneux begint de nieuwe véloroute naar Verdun, al heb je voor het grind dat er nu ligt, nog wel een mountainbike of fatbike nodig...

Afbeelding

...maar een stukje verder staat een wals geparkeerd op de eerste asfaltlaag. Hier langs de Maas heeft het 'diepe Frankrijk' de fietser ontdekt.

Afbeelding

Tussen Champneuville en Vacherauville is al goed te fietsen. De oude route via de grindweg over de heuvel bij Champneuville bood wel een mooi uitzicht, maar elders op de route blijven genoeg klimmetjes over. Voortaan laat ik de Frontlijnroute 19 km meeliften met dit nieuwe stukje Maasroute.

Afbeelding

In Verdun is het fietspad al bijna klaar.

Afbeelding

Op de camping van Verdun ontmoet ik twee jonge vakantiefietsers uit München, die een week geleden uit Parijs zijn vertrokken. De eerste dagen hebben ze onafgebroken in de stromende regen gefietst, maar nu beginnen ze er weer zin in te krijgen. Ik kan aanschuiven bij de maaltijd die ze aan het maken zijn in pannen die groot genoeg zijn om voldoende pasta voor vier à vijf uitgehongerde fietsers te bereiden. Dat doen ze dan ook.
Ze vragen of ik weet hoe ze morgen het beste naar Metz kunnen fietsen.
'Gewoon de witte weggetjes op de Michelinkaart kiezen. En waar die ontbreken, neem je een gele weg. Vermijd in ieder geval de rode wegen', adviseer ik.
'Is er dan geen fietsroute van Verdun naar Metz?,' vraagt een van hen verbaasd.
'Nee', zeg ik. 'Er komen hier steeds meer fietsroutes, maar Frankrijk loopt nog wel 30 jaar achter op Duitsland'.

wordt vervolgd
Beste Kees

Ik geniet elke keer weer van het in zicht dat je geeft in het werk aan de gids. Op de F&W beurs geef je toch ook nog een lezing over de route?
Mvg
Erik
Genieten.

Nog een half jaar en dan hoop ik de virtuele tocht in te wisselen voor de werkelijkheid.

Jan
Hoop aantekeningen weer in het gidsje. Wat een werk!

Word je later nog wel wijs uit dat gekrabbel? ;)
erikheijn schreef:
wo 14 feb, 2018 15:50
Op de F&W beurs geef je toch ook nog een lezing over de route?
Op de zaterdag en de zondag.
Hilver schreef:
wo 14 feb, 2018 16:38
Nog een half jaar en dan hoop ik de virtuele tocht in te wisselen voor de werkelijkheid.
Alvast veel fietsplezier!
Fedor schreef:
wo 14 feb, 2018 16:38
Word je later nog wel wijs uit dat gekrabbel? ;)
Dat lukt prima, als ik na het veldwerk snel achter de pc ga zitten en de herinneringen nog vers zijn. Het bijwerken van teksten, kaartjes en gps-tracks kost wel minstens zoveel tijd als het fietsen zelf heeft gekost.
Dag 26, 17 september 2017. Van Verdun naar Nonsard-Lamarche, 69 km

Afbeelding

Dankzij het nieuwe fietspad langs het Canal de l'Est en de Maas fiets je nu zonder problemen Verdun binnen. Wil je in het Maasdal blijven, dan kun je dat pad blijven volgen tot je de stad weer uit bent. De Frontlijnroute moet hier echter oostwaarts de heuvels in, langs de forten die daar liggen. Tot nu toe liep deze route in Verdun eerst een kilometer over het jaagpad langs de Maas, wat nu het nieuwe fietspad is, maar dan in de tegenovergestelde richting. Vervolgens een kilometer door een buitenwijk en dan nog een paar kilometer over een stil maar niet erg mooi grindpad. Destijds vond ik dat een goede manier om autoluw Verdun uit te komen, maar nu vind ik dit een houtje-touwtje-oplossing en een afknapper na het mooie fietspad.
Ik ga op zoek naar een betere optie en vind uiteindelijk een niet te ingewikkelde en niet te drukke manier om Verdun uit te fietsen.
De stadsplattegrond van Verdun, die uit twee delen bestond, moet helemaal omgegooid worden voor de nieuwe situatie. Dat is veel werk, maar het resultaat is een duidelijke kaart die niet meer in tweeën gesplitst is, waar zelfs de stadscamping nog net in past.

Hieronder is eerst de oude pagina met stadsplattegrond van Verdun plus navigatietekst te zien en daarna de nieuwe versie.

Afbeelding

Afbeelding

Direct buiten de stad begint een 4 km lange klim naar de kam van de Côtes de Meuse. Helemaal boven kun je linksaf naar de grote begraafplaats en het ossuarium van Douaumont, waar ik op dag 21 al over geschreven heb.
Halverwege de klim zie ik een grindpad van de grote weg aftakken. Volgens de OpenFietsMap komt dat pad na 2 km uit op een asfaltweg. Daar kun je linksaf naar Douaumont en naar het vervolg van de route; of rechtsaf naar Moulainville, waar je uiteindelijk ook weer op de Frontlijnroute uitkomt. Omdat ik hier in mei de route al gefietst heb zoals die in de gids staat, heb ik nu wel zin om wat nieuws te onderzoeken.
Ik volg het grindpad door het bos. Al gauw zie ik tussen de bomen een ingang van het Fort de Souville opdoemen.

Afbeelding

Dit goed berijdbare bospad vind ik leuker dan de officiële route van Verdun naar Douaumont, waar ook de touringcars met toeristen langskomen. Wel blijf ik die touringcarroute in de gids vermelden als asfaltalternatief. Het verschil tussen de oude en de nieuwe Frontlijnroute rond Verdun is hieronder te zien.

Afbeelding

Afbeelding

Enkele kilometers voor Moulainville krijg ik een lekke achterband. Dat is al de tweede keer dit jaar. In mei werd een Big Apple door een scherp steentje lekgeprikt; nu zit er een gat in het loopvlak van de Marathon XR, waarmee ik de afgelopen zomer nog in IJsland heb gefietst. Die had ik pas in de winter willen vervangen, tegelijk met de ketting en de olie in de Rohloffnaaf. Deze vouwband is al 9 jaar oud, maar heeft vaker in een donkere en droge schuur gelegen dan dat ermee gefietst is. Afhankelijk van de fietsen waar deze band voor gebruikt is, kan er tussen de 4800 en 8300 km mee zijn afgelegd. Ik had altijd gedacht dat deze band het wel 10.000 km uit zou houden, omdat ik veel meer kilometers op asfalt dan onverhard afleg.
Door het gat in het loopvlak moet de binnenband lek zijn geraakt. De rest van het loopvlak ziet er nog goed uit. Helaas heb ik nu geen reserve buitenband meegenomen, omdat ik nog nooit een kapotte Marathon XR had gehad. Ik vertrouwde op deze band zoals het Franse leger op zijn forten vertrouwde.
Er zit niets anders op dan de band nu provisorisch te repareren en in Nancy een nieuwe te kopen. Eerder ga ik hier geen fietsenzaak vinden. Teruggaan naar Verdun heeft geen zin, want het is zondag. Veel fietsenmakers zijn ook op maandag dicht. Ik plak een stuk zelfklevend velglint tegen de binnenzijde van het gat. Daar plak ik nog een laag ducttape overheen. Dat blijft wel enkele dagen zitten.

Na Moulainville volg ik bijna 20 km lang de weg langs de voet van de Côtes de Meuse, waar ik in mei - op dag 21 - ook heb gefietst. Hier zijn veel boomgaarden. In mei was ik te laat voor de fruitbloesems, maar nu zie ik wel dat de bomen volzitten met appels en kleine gele mirabellen. In Châtillon-sous-les-Côtes heb ik wel eens in een boomgaard gekampeerd waar ik appels met een doffe dreun naast mijn tent hoorde vallen.

Afbeelding

Ook rij ik weer eens langs Café des Voyageurs in Les Éparges. In 2010 was het niet open. In mei 2017 was het nog altijd gesloten en nu ook weer. Toch is er iets bijzonders gebeurd: het huis ernaast is verkocht! En die gele brievenbus, zou die nog wel eens geleegd worden?

Afbeelding

Op dag 21 ben ik de hoofdroute blijven volgen, die over de Côtes de Meuse klimt en met de frontlijn meebuigt naar Saint-Mihiel in het dal van de Maas, om daarna opnieuw, maar wel geleidelijk, over de Côtes de Meuse te klimmen. Ditmaal volg ik een alternatieve route via Hattonchâtel, die 23 km korter is en 200 m klimmen bespaart.
Hattonchâtel is een pittoresk dorp met een middeleeuws kasteel, gebouwd op een steile uitstulping van de Côtes de Meuse. In 1918 was er weinig meer van over, maar met de hulp van een rijke Amerikaanse zakenvrouw kon het stadje met het kasteel in de jaren twintig herbouwd worden. Herman Coster noemde het al in zijn gids 'Fietsen van Maastricht naar de Méditerranée', al volgde zijn route de toen nog heerlijk rustige doorgaande weg onder het stadje langs. Hij schreef: 'Terwille van de afwisseling bevelen we echter sterk aan de 107 m hoge klim naar Hattonchâtel te maken. Onze vorige vergelijkbare klim naar de citadel van Montmédy is alweer zo lang geleden, na 77 km vlakte zijn we wel weer aan zoiets toe'.

Afbeelding

Op de camping van Heudicourt-sous-les-Côtes aan het Lac de Madine is geen levende ziel te vinden. Ik loop naar het washok om te kijken of je hier zonder muntjes warm kunt douchen. Ik schat dat het sanitair net zo oud is als het nabijgelegen Lac de Madine, dat rond 1970 is aangelegd. Door aan een metalen ketting te trekken, komt er na een tijdje lauw water uit de douchekop. Het roept bij mij herinneringen op aan een paasvakantie rond 1970, toen ik met mijn ouders, broer en zussen in een eenvoudig vakantiehuisje bivakkeerde. Daar maakten we gebruik van een campingdouche, waar je voor een kwartje enkele minuten warm water kon krijgen. Volgens mijn moeder was dat lang genoeg om vier kinderen snel achter elkaar te laten douchen, want 'het geld groeide niet op haar rug'.
Ik fiets nog een stukje verder naar de jachthaven. Daar tref ik een moderne douche aan met lekker heet water. Verderop staan wat campers, maar ik zie verder niemand die mij zou kunnen belemmeren om hier te overnachten. In de schemering zet ik mjn tent op een mooi grasveld achter het douchehok, uit het zicht van de weg langs de jachthaven. Dan neem ik een douche en eet nog een half stokbrood. Wildkamperen is soms luxer dan aanmodderen op een camping.

wordt vervolgd
Dank je Kees, dat beantwoordt mijn vraag over de camping bij Heudicourt wel zo'n beetje.
Ik zal er vermoedelijk in de tweede helft van augustus langskomen, goede kans dat het dan wel drukker is. Of dat een verhoging van het kampeergenot gaat betekenen is maar zeer de vraag.
Hallo Kees
Ik heb niet alle pagina's bekeken maar kun je al zeggen wanneer ik de nieuwe uitgave uit komt?
Wil half mei vertrekken.
Hoor graag je reactie.
Met vriendelijke groet,
Henk de Leeuw
Hallo Henk,

De nieuwe gidsen zijn eergisteren van de drukker gekomen en dus nu al te bestellen. Ik denk dat ze over enkele dagen wel in de (web)winkels zullen liggen. Om de nieuwe versie makkelijk te kunnen onderscheiden van de oude, heb ik aan de linkerfoto op de cover een schep toegevoegd, die bij oudere gidsen ontbreekt. (Ik heb ook overwogen om die foto te vervangen door een andere, maar daar werd de voorkant niet mooier van.)

Afbeelding

Die schep stond in werkelijkheid een meter naar rechts :wink:

Afbeelding
Dag 27, 18 september 2017. Van Nonsard-Lamarche naar Liverdun, 71 km (en per trein naar Nancy)

Afbeelding

In mei (op dag 22) was ik al eens van het Lac de Madine richting Nancy gefietst en tot de conclusie gekomen dat die route voor verbetering vatbaar was.
Thuis heb ik enkele alternatieve routes bedacht, die op het kaartje hieronder zijn te zien. Na Liverdun waren er geen problemen, zodat ik me heb beperkt tot routes tussen het Lac de Madine en Liverdun. Dit traject moet sowieso via Liverdun blijven gaan, omdat daar een goede camping is, die een prima alternatief is voor de moeilijk bereikbare camping van Nancy (daar moet je over drukke wegen de stad uit en ook nog eens 130 m klimmen).

grijs = het bestaande alternatief dat ik in mei heb gefietst
roze = een lang alternatief via Toul en het Moezeldal
groen = een korter en autoluw alternatief door het Forêt de la Reine en een klein stukje Moezeldal
rood = een asfaltalternatief dat het Forêt de la Reine omzeilt

Afbeelding

De roze route is afwisselend, met de vestingstad Toul als culturele krent in de pap, maar is wel een grote omweg om in Nancy te komen. De groene route is erg rustig, maar gaat over boswegen waarvan de kwaliteit ongewis is. De rode asfaltvariant ziet er in de streetview van Google Earth prima uit.
In de zomer hoor ik dat Kitty en Bas, twee vakantiefietsers die ik al jaren ken, de Frontlijnroute willen gaan fietsen tot Nancy (en daarvandaan via een andere fietsroute weer terug naar huis). Ze zijn ook bereid om als proeffietsers het groene alternatief door het Forêt de la Reine te rijden.

Begin augustus ontvang ik een mailtje met hun bevindingen: 'Vandaag vanuit St. Mihiel de tocht naar Nancy gemaakt. Het was om 00:30 uur gaan onweren en rond 4:30uur opnieuw en sinds middernacht had het onafgebroken geregend. Toen het even droog was hebben we de tassen en de tent gepakt en zijn we op pad gegaan. Al snel fietsten we toch met pet op en pak aan omdat we anders van de nattigheid zouden verkleumen. Vanaf Montsec de route naar Liverdun genomen. Na een hele tijd geconcentreerd op het drassige, gladde, pokdalige bospad en enkele slagbomen te hebben omzeild, reden we op een gesloten hek waar we niet omheen konden. In een reflex hebben we je voornaam enkele keren als krachtterm gebruikt, waarna we monter als altijd de tocht in omgekeerde richting hebben vervolgd om na ettelijke kilometers de D904 te bereiken die we bij Royameix weer hebben verlaten voor jouw route.
Ik zou deze route die zo diep door het bos voert zeker voor de mensen zonder GPS niet opnemen. Too risky. Sowieso vergt ie nogal wat stuurmanskunst en ervaring.
Overigens lof over de route. Haast autoloos en daardoor ontspannen te rijden, hoewel we slecht kunnen inschatten of/hoe deze zonder GPS-tracks te fietsen is en of ie dan even ontspannend is.'


Hulde aan Kitty en Bas! Ze hebben goed werk verricht waar de auto's van Google nooit komen. Het Forêt de la Reine is nu in ieder geval geen optie meer. Ik ga zelf kijken of het asfaltalternatief dat wel kan zijn.
Zeven weken later fiets ik Montsec binnen, waar het nieuwe alternatief af moet haken van de hoofdroute. Van de Butte de Montsec met het Amerikaanse capitool heb ik op dag 22 al een foto laten zien. Vandaag een impressie van het gerenoveerde washuis in Montsec.

Afbeelding

Stille asfaltwegen, kale velden en een enkel wegkruis vormen het decor in dit verlaten deel van de Woëvre.

Afbeelding

Ook fiets ik af en toe langs eindeloze rijen uitgebloeide zonnebloemen. Dat is weer eens wat anders dan de suikerbieten die ik een jaar terug overal zag liggen toen ik op weg was naar de Argonne.

Afbeelding

De dorpen ogen ook hier verlaten en vervallen, maar in Royaumeix steelt een bushokje de show.

Afbeelding

Bij Francheville is van een volledig dichtgegroeide spoorweg een mooie voie verte gemaakt.

Afbeelding

Bij Villey-Saint-Etienne bereik ik de Moezel. Hier is de eerste bakker op dit traject. Ook zijn er eet- en drinkgelegenheden. Helaas is het nu maandag en is alles gesloten. Gelukkig heb ik nog een oud stuk pain de seigle, een soort roggenbrood, dat met een geurig trappistenkaasje nog prima smaakt.

Er volgt een korte steile afdaling naar het Moezeldal, waar ik de fietsroute 'Les Boucles de Moselle' naar Liverdun kan volgen. Ik concludeer dat de route die ik vandaag heb gereden, een stuk vlotter is te fietsen dan de route die ik in mei, op dag 22, heb gevolgd. Het scheelt maar liefst 300 m klimmen. Bovendien is de nieuwe route iets korter en is er 12 km na Montsec een camping die wel eens leuker zou kunnen zijn dan die aan het Lac de Madine.

Het stuk tussen Liverdun en Nancy heb ik in mei al gefietst. Dat sla ik nu over door in Liverdun de trein te nemen, die mij binnen een kwartier naar Nancy brengt, waar ik gelijk op zoek ga naar een fietsenzaak. Die vind ik op weg naar de stadscamping, die helaas 130 m hoger ligt. Had ik geen nieuwe band nodig gehad, dan was ik naar de camping van Liverdun gegaan, die in het Moezeldal ligt.
In het schemerdonker zet ik mijn tent op. Daarna tracteer ik mijzelf op een pizza in de snackbar van de camping. De meeste tafels worden er bezet door Nederlandse stellen, die wat glazig voor zich uit staren en niet de indruk maken dat ze elkaar nog veel te vertellen hebben. Allemaal zestigplussers met een camper, die vast al vele avonden in dit soort eetgelegenheden hebben doorgebracht. Voor de sfeer hoef je hier niet te komen en de pizza is geen haute cuisine, maar het is wel een aangenaam warme en comfortabele plek om mijn aantekeningen nog even door te nemen.

wordt vervolgd
Jammer dat de voie verte bij Francheville maar zo'n kort stukje is. Blijft mooi hoe oude spoorlijnen worden omgevormd.

Vlak bij Andilly geweest zie ik. Is wel WO2 maar evengoed een indrukwekkende begraafplaats.
Dank je Kees ik ga hem bestellen.
Ik zie dat je er veel energie in hebt gestopt!
Dank je en we zien elkaar wel bij een van de tochten van WF
Groet
Henk
Fedor schreef:
vr 16 feb, 2018 15:28
Jammer dat de voie verte bij Francheville maar zo'n kort stukje is. Blijft mooi hoe oude spoorlijnen worden omgevormd.
Deze voie verte is inderdaad slechts 4.6 km lang, maar de weggetjes ervoor en erna zijn ook rustig en bieden veel meer uitzicht op de omgeving. Langer dan een half uur op een voie verte zonder uitzicht kan eentonig worden; maar bij tegenwind vind ik het prima ;-)
Dag 28, 19 september 2017. Van Nancy naar Lunéville, 83 km

Afbeelding

Ik verlaat de camping, suis de heuvel af en koop een buitenband bij de fietsenzaak die ik gisteren na sluitingstijd gespot had. Een Big Apple of Marathon Almotion hebben ze niet, wel een wat smallere (47 mm) Energizer Plus. Dat is geen vouwband, dus wikkel ik hem zolang maar om mijn tentzak. De oude opgelapte band houdt het nog wel een of twee dagen uit; nu wil ik fietsen!
Ik verlaat de binnenstad van Nancy via een jaagpad dat als een fietssnelweg de stad uitloopt. Vanaf Art-sur-Meurthe slingert de route over het golvende plateau van de Grand Couronné.

Afbeelding

Een stevige bries in de rug, dreigende buienluchten en felle opklaringen zorgen voor prima fiets- en fotoweer.

Afbeelding

Na een mooie afdaling komt het Marne-Rijnkanaal in zicht. Destijds liep daar een onverhard jaagpad langs, zodat ik de route hier langs de niet zo drukke D2 liet gaan. Nu is dat jaagpad geasfalteerd en kan ik de D2 inruilen voor acht vlakke en autovrije kilometers langs een mooi kanaal.

Afbeelding

Bij Mouacourt eindigt het alternatief via Nancy en begint traject 9 van de hoofdroute. Dat ga ik overmorgen fietsen, want eerst moet ik traject 8 nog doen. Daarvoor wil ik met de trein een stuk terug, via Nancy naar Pont-à-Mousson, waar traject 8 de Moezel kruist. Om morgen vroeg in de trein te kunnen stappen, fiets ik nu zuidwaarts naar Lunéville, waar ik vanaf de camping in 5 minuten naar het station kan fietsen.
Onderweg vergaap ik me aan dramatische avondluchten....

Afbeelding

...en een gave brievenbusfiets.

Afbeelding

wordt vervolgd
Mooie foto's. Leuk dat je ook de tijd neemt voor "gewoon een mooi plaatje". :)
...en een gave brievenbusfiets.
:D Ook een oplossing als je 'te veel' fietsen in de garage hebt staan. :D
Dag 29, 20 september 2017. Van Pont-à-Mousson naar Vic-sur-Seille, 73 km

Afbeelding

Al vroeg boemel ik van Lunéville naar Pont-à-Mousson, waar de Moezel ligt te dampen in de ochtendzon.

Afbeelding

Ik denk dat het weer tijd wordt voor een kaartje, om te laten zien waarom ik nu met de trein een stuk de verkeerde kant op gegaan ben. De afgelopen dagen heb de volgende etappes gefietst:
- dag 24: van Verdun westwaarts naar traject 14 (het 'Rondje Argonne')
- dag 25: van traject 14 oostwaarts naar traject 7 bij Verdun
- dag 26: van Verdun via een inkorting van traject 7 (staat niet op het kaartje) naar het begin van traject 8
- dag 27: het eerste deel van traject 15 (het alternatief via Nancy)
- dag 28: het tweede deel van traject 15 en vervolgens naar Lunéville (staat niet op het kaartje)
- dag 29: eerst per trein naar Pont-à-Mousson, waar traject 8 de Moezel kruist

(Ik zie nu dat Michaël de route niet heel nauwkeurig ten opzichte van de Maas en de Moezel heeft getekend. In de gids valt dat amper op, omdat dit kaartje een sterk vergroot detail is van een overzichtskaartje van de complete Frontlijnroute. In de gids is dit fragment slechts 3 cm breed.)

Traject 8 begint bij het Lac de Madine, waar ik in mei al een stuk van heb gefietst. Daarna gaat dit traject 15 km over stille asfaltwegen, waar hoogstwaarschijnlijk niets is veranderd. Wat ik wel wil controleren, is een jaagpad tussen Vandières en Pont-à-Mousson, dat destijds onverhard was.

Afbeelding

Dat jaagpad begint nu als een fonkelnieuw asfaltpad.

Afbeelding

Verderop houdt het asfalt op. De oude route bleef aan dezelfde kant van het kanaal het onverharde jaagpad volgen. Vanochtend had ik echter op weg naar Vandières al ontdekt dat aan de andere kant van het kanaal nu een nieuw asfaltpad naar Pont-à-Mousson loopt. Tussen het eerste en het laatste fietspad ligt nog een brede grindweg, die gebruikt wordt door vrachtwagens met grind van een nabijgelegen ontgronding langs de Moezel. Ik vermoed dat men daar nog even wacht met asfalteren tot de concessie voor het ontgronden verlopen is. Ik laat de route nu over de nieuwe fietspaden lopen en hoop dat die 1.6 km grindweg met af en toe een vrachtwagen ook nog eens verbeterd wordt.
Deze paden zijn onderdeel van de Véloroute Charles le Téméraire.

Op de oostoever ligt het oudste deel van de stad met de kathedraalachtige Eglise St-Martin. Na een heftige klim volgt een prachtig uitzicht vanaf de Butte de Mousson.

Afbeelding

Enkele kilometers noordelijker liggen de resten van loopgraven bij het Signal de Xon, waar het front de Moezel kruiste en verder naar het oosten liep.

Afbeelding

Bij slecht zicht of gebrek aan klimlust biedt de vlakkere, maar ook drukkere route via Atton een goed alternatief. Je komt dan ook langs een jachthaven en camperplek met douches, die van 8 tot 20 uur open zijn. Het grasveld achter de camperplaatsen zou een prima tentenveld kunnen zijn, maar helaas is het hier uitdrukkelijk verboden om te kamperen. In het verleden schijnen er problemen te zijn geweest met groepen (motor?)fietsers die hier kwamen kamperen, maar ik vermoed ook een gebrek aan interesse voor fietstoerisme bij de lokale autoriteiten. Dat is jammer, want nu is er tussen Heudicourt aan het Lac de Madine en Vic-sur-Seille, een afstand van bijna 90 km, geen camping langs dit traject. Deze jachthaven annex camperplek ligt er mooi tussenin: 35 km van de ene en 55 km van de andere camping. Bovendien zijn hier winkels. Het feit dat de douches na 20 uur gesloten zijn, doet vermoeden dat hier later op de avond geen beheerder is. Dus kan ik me goed voorstellen dat iemand hier een douche neemt, dan wat gaat eten in het restaurant ernaast en wat later in de schemering, buiten het zicht van de boten en de campers, discreet een tentje opzet.

De D120 tussen Pont-à-Mousson en Atton is een drukke weg met een fietsstrook. Na een kilometer wordt dit een autosnelweg en moeten fietsers deze weg oversteken om de oude weg door het dorp te volgen. Ik heb wel eens geprobeerd om die nare oversteek te vermijden, maar kwam toen terecht op een modderpad tussen de autowrakken van een woonwagenkamp. Dus bleef de D120 de minst slechte optie voor fietsers die de de Butte de Mousson willen omzeilen. In Atton zelf en daarna was de D120 niet druk meer. Dat is nu anders. Ook na het eind van de fietsstrook blijft de D120 erg druk, wat onacceptabel is voor een fietsroute.

Afbeelding

Ik rij terug en vind een alternatieve route langs de noordrand van Atton. Het is een kruip-door-sluip-door-oplossing met een halve kilometer grindpad, maar wel autovrij. Hierna volgen mooie stille binnenwegen.

Afbeelding

In de vorige gidsen ging de hoofdroute via de vlakkere optie en was de steile Butte de Mousson een alternatief. Dat draai ik nu om. De weg via de Butte de Mousson is mooier en stiller; bovendien biedt deze de mogelijkheid om nog een ommetje naar het Signal de Xon te maken.

Afbeelding

Het is al 2 uur en heb deze dag nog maar 23 km afgelegd wanneer ik Atton uitfiets. Hierna tref ik geen verrassingen meer aan. Het is nog 50 km naar de camping in Vic-sur-Seille, waar ik 's avonds tegen 8 uur arriveer. Voor een doorsnee vakantiefietser is dat redelijk sloom, maar wanneer ik veldwerk verricht, stop ik ook regelmatig op trajecten waar ik niets bijzonders hoef uit te zoeken, om een aantekening, een waypoint of een foto te maken. Op dit traject registreer ik bijvoorbeeld veel korte klimmetjes die nog net een hellingpercentage van 5% halen. Ook heb ik 's middags wel een uur nodig om te lunchen en tegelijkertijd de tent, die ik meestal kletsnat heb ingepakt, te laten drogen. Daar zijn picknickbanken en speeltuintjes prima plekken voor: de tent droogt snel wanneer deze ergens overheen kan hangen, zoals een tafel, schommel of klimrek.

Afbeelding

Van Aulnois-sur-Seille tot en met Vic-sur-Seille loopt de route door het deel van Lotharingen dat vanaf 1871 deel uitmaakte van het Duitse Keizerrijk. De taalgrens lag hier zo’n 20 km naar het noordoosten, waardoor een Franstalige grensstreek binnen Duitsland was ontstaan. In augustus 1914 trokken Franse troepen hier de grens over, met de bedoeling heel Lotharingen en de Elzas op de Duitsers te heroveren. Dit plan faalde. Een Duits leger dreef de Fransen terug en wilde gelijk doorstomen naar Nancy, maar werd tot staan gebracht op de heuvelrug tussen Pont-à-Mousson en Lunéville.

Tussen Pettoncourt en Chambrey kom ik weer langs de plek waar ik tien jaar geleden de coverfoto van de frontlijngids gemaakt heb, 2 jaar voordat ik op het idee kwam om die gids te maken. Toen reed ik een stuk van de Groene Weg naar de Middellandse Zee, die de Frontlijnroute hier kruist.
Dit is misschien wel de meest 'gejatte' foto van mijn website. In 2010 kwam ik er al bij toeval achter dat deze klaproos bij een kroeg in Ieper als terrasversiering werd gebruikt. Er waren ook nog een paar vliegtuigen in geplakt (zie hier en stukje scrollen). Die kroegbaas uit Ieper is zeker niet de enige stiekeme gebruiker van mijn foto. Ook iemand die zich 'politicoloog-auteur-opiniemaker-performer-journalist' noemt, heeft mijn klaproos zonder mijn toestemming op zijn/haar (vroeger heette ze Monique, tegenwoordig Mounir) website gezet (zie hier). Overigens staat er op verschillende plekken van zijn/haar site een ©-symbool, dus van auteursrecht heeft deze persoon wel degelijk benul.
Michael Wannet maakte me destijds attent op deze webpagina. Een collegafotograaf raadde me aan om een jurist in te schakelen, maar dat is er tot nu toe niet van gekomen. Deze mensen boffen dat ik van dat soort dingen geen energie krijg en dat ik mijn tijd liever vul met fietsen, schrijven en fotograferen. Ik ben allang blij dat ik niet in een Ieperse kroeg hoef te werken, niet als aspirant BN'er om aandacht hoef te leuren bij Jeroen Pauw en niet hoef te creperen op een slagveld. Ook voel ik allang niet meer de behoefte om te voldoen aan het commerciële ideaalbeeld van de fotoacademie.

Afbeelding

Na zo’n 40 km fietsen langs golvend graan zijn de wijnhellingen vlak voor Vic-sur-Seille een welkome afwisseling. Ook het stadje zelf is een aangename verrassing na alle ingedutte en ontvolkte dorpjes in dit deel van Lotharingen.

Op de camping van Vic-sur-Seille is de receptie gesloten. Wel zie in een man in een soort jagersjack lopen. Dat zou weleens de campingbeheerder kunnen zijn. Ik loop naar hem toe.
'Vous êtes le gardien?', vraag ik.
'Non, je viens de Hollande', antwoordt de man.
'Laten we dan maar Nederlands praten.'
Later op de avond spreek ik de man weer terwijl ik mijn tent aan het opzetten ben. Op een aangrenzend veldje bivakkeert hij met zijn vrouw in een gehuurde camper. Hij biedt me een tuinstoel en een biertje aan. Daarna nog een kop koffie om op te warmen: we doen namelijk wel of het zomer is, maar volgens mijn fietscomputer is het nog maar 6 graden.
'Heb je de hele dag gefietst? Sportief hoor.'
'Dat valt wel mee. Het was weinig meer dan 70 km.'
'Dat is heel veel! Ik heb wel eens 30 km op een dag gefietst en dat vond ik al erg ver.'
Ik vertel maar niet dat ik 30 jaar terug af en toe meer dan 180 km op een dag fietste.
'Thuis in Rotterdam neem ik meestal de scooter', vervolgt hij.
'Zo'n electrische?', vraag ik naïef maar hoopvol.
' Nee, gewoon een Vespa.
Mede dankzij Willem Holleeder zijn die stinkscooters razend populair. Dat denk ik, maar zeg ik natuurlijk niet. Ik laat de man rustig doorpraten.
'Nu heb ik een week vrijgenomen. De telefoon heb ik doorverbonden naar mijn waarnemer, anders heb ik ook hier geen moment rust.'
'Wat doet u voor werk?'
'Ik ben aannemer. Dat betekent de hele dag telefoneren en dingen regelen. Af en toe moet ik een weekje onderduiken, anders hou ik het niet vol.'

Ik heb met hem te doen. Een telefoon is een concentratiekiller en dwingt je tot reageren zonder dat je goed na kunt denken. Het ergst zijn verbaal sterke bellers, telefonische verkopers, enqueteurs en kakelende moeders. Een telefoon heeft ook geen spambox. Zelf liet ik al jaren terug de telefoon steeds vaker gaan zonder op te nemen. Inmiddels ben ik een telefonische kluizenaar geworden; de komst van e-mail was een bevrijding.

wordt vervolgd
Dag 30, 21 september 2017. Van Vic-sur-Seille naar Blâmont, 60 km

Afbeelding

's Ochtends is het koud en mistig, dus ga ik nog even Vic-sur-Seille in voor een opwarmontbijt met koffie en verse croissants. Het stadje is een aangename verrassing tussen alle ingedutte en ontvolkte dorpjes in dit deel van Lotharingen. Eeuwenoude huizen en een gerestaureerde kasteelpoort bepalen het stadsbeeld. Op het gemeentehuis naast de Eglise des Carmes herinnert een flets opschrift ‘Stadthaus’ aan de Duitse periode.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Na een geleidelijke klim en een mooie afdaling bereik ik het Marne-Rijnkanaal, waar ik eergisteren al ontdekte dat het jaagpad nu een mooi fietspad geworden is. De ochtendmist heeft plaatsgemaakt voor een strakblauwe lucht. Een grasveld met een bankje bij een dorpskerk is vandaag de plek waar ik ga lunchen en de tent laat drogen. Ook wordt het tijd om de nieuwe buitenband die ik al een paar dagen meezeul, te monteren, want de opgelapte scheur in de oude band begint nu een bobbel te worden.
Ik haal de oude band van de velg en verwijder de ducttape en het stukje velglint van de beschadigde plek.

Afbeelding

De band is een oude Marathon XR vouwband. Het gat lijkt precies op de plek van de vouw te zijn ontstaan.

Afbeelding

Ik steek een pen door het gat, zodat ik goed kan zien op welke plek het loopvlak beschadigd is.

Afbeelding

Van deze band neem ik afscheid bij de plaatselijke afvalbak.

Afbeelding

De nieuwe band is van een type dat ik nog niet ken: Schwalbe Energizer Plus. De fietsenmaker in Nancy had maar een beperkte keus. Deze is een fractie smaller dan de oude Marathon XR (47 mm i.p.v. 50 mm). Op Franse asfaltwegen moet dat geen probleem zijn.
In het vervolg laat ik me niets meer aanpraten door grammenjagers en neem ik weer een reservebuitenband mee! In 2005 (Lofoten), 2013 (Zuid-Engeland) en 2015 (Noord-Frankrijk en in Schotland nog een keer met de fiets van Corrie) heb ik ook onderweg buitenbanden moeten vervangen; soms had zo'n band er nog maar 3000 km opzitten (zie ook dit draadje). Op de Lofoten kwam ik er achter dat er een slecht velglint op mijn fiets zat (hier een stukje scrollen). Sindsdien heb ik altijd een rol zelfklevend dik Velox velglint in de juiste maat bij me, dat nu ook van pas kwam bij het oplappen van de oude buitenband. Dit lint is als een 'vierkante' trapas: het gaat tienduizenden kilometers mee, maar is helaas steeds lastiger te krijgen.

Nog enkele uren fiets ik verder langs huizen, bomen en beesten. Opeens zie ik op een steenworp afstand een groot hert voor me staan. Ik pak mijn camera, maar tegen de tijd dat ik een foto kan maken, heeft het hert het al op een lopen gezet. Wat ik wel kan laten zien, is een kudde overstekende koeien. Die schrikken tenminste niet van een fotograferende fietser.

Afbeelding

wordt vervolgd