Dit is wat meer dan zweten, maar nog steeds geen probleem. Je kunt zo'n naaf helemaal leeg laten lopen en nog duizenden kms doorfietsen. Zonder oliebadje wordt de naaf wel wat meer een klankkast omdat het geluid dat het mechanisme maakt, dan niet meer door de vloeistof gedempt wordt.
Dag 24, 15 september 2017. Van Verdun naar Varennes-en-Argonne, 63 km
In 2016 vond ik het tot half september te heet om veldwerk te verrichten. Een jaar later wacht ik in dezelfde maand tot het stopt met regenen. Dit lijkt de nieuwe realiteit te worden in Midden-Europa: van half juni tot half september is het vaak te heet om te fietsen wanneer hogedrukgebieden voor stabiel zomerweer zorgen, of er is juist hevige regenval wanneer de atmosfeer instabiel is en er frontale storingen voorbijtrekken (zie hier en hier). Zodra de weervooruitzichten voor Noord-Frankrijk beter worden, reis ik via Brussel en Luxemburg naar Metz. Daar mis ik door iets te lang te wachten voor een defecte lift een aansluitende trein naar Verdun. Er gaan later nog wel bussen die kant op, maar die nemen geen fietsen mee. Dus rij ik naar de stadscamping van Metz en boemel ik de volgende ochtend alsnog naar Verdun.
Het is voor de derde keer in een jaar dat ik in Verdun ben. Terwijl de trein over de Maasbrug naar zijn eindstation dendert, blik ik omlaag en zie ik dat hier aan het jaagpad wordt gewerkt. Eindelijk!
Waar in mei (zie dag 20) nog een smal jaagpad was, ligt nu een brede weg met hier en daar al een grindlaag.
Verderop staat een hek, Daarachter is grond verwijderd en wordt de kanaaldijk opgeknapt. Ik ga naar beneden en fiets verder over een grindpad dat naast de dijk loopt.
Wanneer ik weer bij het jaagpad kan komen, blijkt er een grindbed met stoepranden te liggen dat door de vele regen in een kanaal is veranderd.
Tussen Bras-sur-Meuse en Vacherauville was het jaagpad vorig jaar al geasfalteerd. Nu wordt er ook verder noordwaarts, tussen Vacherauville en Samogneux, aan gewerkt.
Voordat ik terugfiets naar Verdun, wil ik nog een traject hier in de beurt, het 'Rondje Argonne' fietsen, waar ik in het voorjaar geen tijd meer voor had. Bij Champneuville steek ik via een oude Baileybrug de Maas over.
Onderweg is goed te zien hoeveel regen hier de laatste weken is gevallen. Sommige velden staan helemaal blank.
En nog steeds valt er af en toe een bui, afgewisseld door felle opklaringen. Ik hou wel van dit levendige weer.
Inmiddels heb ik traject 14, het rondje door de Argonne, bereikt. De route gaat mild op en neer over zacht glooiende heuvels, maar bij Lochères moet de steile heuvelwand worden beklommen die eeuwenlang een barrière vormde tussen Lotharingen en Champagne. Eenmaal boven is het vlak en valt deze route enkele kilometers samen met de Romeinse weg van Reims naar Metz. Een gerestaureerde bunker uit 1915 markeert het begin van de Haute Chevauchée, de weg die het frontgebied kruist.
De bosrijke, diep ingesneden heuvels in de Argonne werden in Parijs eeuwenlang gezien als een natuurlijke bescherming tegen invasies uit het oosten. Misschien dat de Fransen daarom juist hier zo slecht waren uitgerust tegen de langdurige aanvallen van Duitse troepen. In 1914 hadden de Duitsers zich na de Slag aan de Marne teruggetrokken en ingegraven, maar in de Argonne bleven zij zich hardnekkig roeren om de frontlijn op te schuiven en strategisch gunstige posities in handen te krijgen. Kroonprins Wilhelm had de ambitieuze taak gekregen om van hieruit Verdun in te nemen, maar ook een aanval op Parijs zou vanuit de Argonne gestart kunnen worden.
Het dicht beboste terrein leende zich niet voor bombardementen door kanonnen en mitrailleurs, die elders langs het front een verwoestend effect hadden. Hier werd in loopgraven en tunnels een soort oerwoudguerilla uitgevochten, die uiteindelijk zou ontaarden in een mijnenoorlog. Beide partijen groeven tunnels onder elkaars stellingen en ieder hoopte de eerste te zijn die in staat was de ander op te blazen.
Er doemt een militaire begraafplaats op en in het bos zijn sporen van loopgraven en granaatinslagen zichtbaar. Een monument met een ossuarium markeert de frontlijn. Hiervandaan gaan verschillende wandelroutes het bos in, langs mijnkraters en loopgraven naar de Kaisertunnel. Hier lag een compleet stelsel van tunnels, die aansloten op de omringende loopgraven. Naar het noorden liep de Ortliebtunnel, die misschien wel vernoemd is naar een verre verwant van de bekende fietstassenfabrikant.
Wat verder van de frontlinie, langs de weg naar Varennes, wijst een bord naar de Abri du Kronprinz. Half overwoekerd door het oprukkende bos ligt hier een groepje vervallen bunkers, die destijds van alle gemakken waren voorzien om het verblijf aan het front voor de kroonprins zo comfortabel mogelijk te maken. Nu heb ik geen tijd meer om er te gaan kijken, omdat ik liever voor de schemering op de camping wil zijn. In 2010 lag de kroonprinselijke bunker er zo bij als op de foto hieronder.
Kroonprins Wilhelm van Pruisen had een beetje pech in het leven, net als Leopold III van België (zie dag 5). Volgens Wikipedia had hij met zijn vader, de Duitse keizer Wilhelm II, een problematische relatie. Tijdens zijn verblijf in de Argonne liet hij de krijgsverrichtingen over aan zijn chefstaf en verschalkte ondertussen de ene Française na de andere.
Na de wapenstilstand vluchtte hij net als zijn vader, en tot diens ergernis, naar Nederland. Daar werd hij verbannen naar het eiland Wieringen (zie hier). Uit verveling ging hij in de leer bij een hoefsmid in Hippolytushoef. Hij woonde in de voormalige pastorie van Oosterland (lees hier zijn beschrijving van de boottocht naar en aankomst op Wieringen). Dat is 300 m van de plek waar mijn opa, een Wieringse visser, later een huis liet bouwen om dichtbij de nieuwe vissershaven van Den Oever te kunnen wonen, die gelijk met de Afsluitdijk werd aangelegd. Toen was prins Wilhelm allang vertrokken, maar mijn opa kende wel de verhalen die over deze bijzondere asielzoeker op Wieringen verteld werden.
In 1923 mocht de kroonprins terugkeren naar Duitsland, dat wel een republiek bleef. Hij was opportunistisch genoeg om zich achter de nazi's te scharen toen Hitler hem beloofde dat hij de monarchie zou herstellen zodra hij aan de macht zou komen. Pas toen de kroonprins besefte dat die belofte een wassen neus was, keerde hij zich teleurgesteld van de nazi's af. In 1945 was hij een van de vele bewoners van Berlijn die moesten vluchten voor het Rode Leger.
wordt vervolgd