Zondag 21 februari 2021, Wijdenes - Hoorn, 68 km
Net als gisteravond op de Hoornse Hop, ligt ook op het Markermeer bij Wijdenes nog veel ijs. Hier probeert het al een beetje tegen de dijk op te kruien.
Ook verderop langs de dijk bij Venhuizen ligt er nog ijs en bevroren spatwater langs de voet van de dijk, maar kruien doet het hier niet meer.
We fietsen hier niet alleen, maar de eerste motormuizen rijden nu nog rustig, want ook zij nemen de tijd om het ijs te bekijken. Zodat we het gegak van de overvliegende ganzen nog kunnen horen.
Voordat de dikke motor-ikken komen (zie
hier) waar deze dijk sinds enkele jaren door geplaagd wordt (zie
hier), zitten we al aan de coffee-to-go bij Paulus Potter en de Dromedaris.
We zijn van plan om over de Houtribdijk naar Lelystad te fietsen en hopen onderweg nog meer kruiend ijs te kunnen zien. Dat laatste valt tegen. Er ligt nog wel ijs, maar dat is zeker niet mooier dan langs de dijk bij Wijdenes. Bovendien kunnen we er vanaf het fietspad, dat aan de IJsselmeerkant van de Houtribdijk ligt, niet bijkomen.
Slechts eenmaal eerder ben ik fietsend over deze dijk gekomen. Dat was in 1977. Ik was toen onderweg van Velsen naar Ommen en overnachtte in de jeugdherberg van Lelystad-Haven. Ik herinner me de Houtribdijk als een rustige weg met weidse uitzichten. Later ben ik er nog wel eens met een bus overheen gereden (
lijn 150) voordat die werd wegbezuinigd. Ook toen was dit geen drukke weg.
Das war einmal. Vandaag lijkt de Houtribdijk een pelgrimsroute voor aanbidders van Sint Vroemmm. Een paar motorrijders die zich keurig aan de maximumsnelheid lijken te houden, worden ingehaald door een auto die daarbij ook nog een inhaalverbod negeert. Ook vandaag valt het me weer op hoeveel pooierbakken er rondrijden.
Na 3 km vinden we het welletjes. Eensgezind komen we tot de conclusie dat fietsplezier op deze dijk ver te zoeken is. We keren terug naar Enkhuizen en maken een plan B.
Onze opties zijn beperkt. De boot naar Stavoren vaart nog niet en tussen Schagen en Uitgeest rijden vandaag geen treinen, maar vanavond moeten we wel weer thuis zijn. We besluiten de IJsselmeerdijk te volgen tot Wervershoof en dan naar Hoorn-Kersenboogerd te rijden, waarvandaan tweemaal per uur een sprinter rechtstreeks naar Leiden boemelt.
Het mooie van de dijk ten noorden van Enkhuizen is dat er een fietspad op de kruin ligt. Dat moeten we vandaag weliswaar delen met heel veel wandelaars, maar het snelverkeer is hier verbannen naar de weg aan de binnenkant van de dijk, waar je niks van het water ziet. Alleen bij de eeuwenoude vuurtoren De Ven gaat het fietspad heel even van de dijk af.
Bij Andijk vinden we een perfecte plek voor de lunch. Een onbezet bankje op de dijk, met aan de ene kant uitzicht op baltsende futen in de jachthaven...
...en aan de andere kant de monumentale Buurtjeskerk uit 1667.
Een halve eeuw geleden was dit nog een stil gebied met veel water en wat lintbebouwing langs de schaarse wegen. Op een topografische kaart uit 1974 is dat nog goed te zien. De polder het Grootslag en de polders ten westen van Wervershoof waren eeuwenoude vaarpolders
Een ruilverkaveling maakte hier rond 1975 een einde aan. Op een kaart uit 1987 zijn de meeste sloten verdwenen en vervangen door rechte wegen tussen strakke kavels met nieuwe boerderijen. Wel waren er opeens veel meer fietsmogelijkheden in een verder nog redelijk leeg, maar ook best wel saai typisch 20e-eeuws polderlandschap.
In de laatste 30 jaar zijn die lege polders al voor een groot deel volgebouwd met kassen, bedrijven (de beruchte
verdozing), nieuwe woonwijken en steeds meer drukke wegen. Als dit in hetzelfde tempo door blijft gaan, is hier over nog eens 30 jaar geen landelijk gebied meer over.
Twisk is men tot nu toe nog vergeten te moderniseren. De smalle dorpsstraat met sloot, bruggetjes en
monumentale huizen is een beschermd dorpsgezicht.
De laatste kilometers naar Hoorn gaan zoveel mogelijk over fietspaden en autoluwe toegangswegen door strakke, kale polders, met af en toe een welkome compositiehulp.