Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Verslag fietstocht Ierland 2014 - Forum Wereldfietser

Verslag fietstocht Ierland 2014

Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Donderdag 28 augustus 2014
Gisteravond al heb ik mijn spullen ingepakt, mijn fiets beladen. Hij was vandaag „jarig”, want ik heb deze gele Giant op 28 augustus 2003 gekocht, dus 11 jaar. De afgelopen twee weken heb ik enkele malen flinke panne gehad met mijn trouwe fiets. Het heeft me een paar honderd euro gekost om hem na reparaties weer rijvaardig te maken. Daarbij zijn er vitale onderdelen vervangen.
Om kwart voor 8 ging ik na een omhelzing met m’n vrouw Jeannette op weg naar station Baflo. Het was zonnig weer, terwijl er een lage grondmist het omliggende land bedekte. Deed ik er wel goed aan? Ik was één bonk zenuwen en was vol onzekerheden. De treinverbindingen kunnen nogal eens uitvallen, zeg ik uit eigen ervaring. Kan mijn fiets zonder problemen mee in het vliegtuig? Ook al heb ik eerder 57 keer gevlogen met mijn fiets mee aan boord. Ierland was het dichtstbijzijnde land waar ik nog nooit heb gefietst, hoewel ik daar samen met Jeannette in 2002 per auto ben geweest.
De Arriva-trein vertrok van Baflo om 8.18 uur en vanaf het Groninger Hoofdstation vertrok een DDM-trein van de NS naar Schiphol om 8.46 uur. Het overstappen duurde met slechts 4 minuten nogal kort.
Aankomst 10.56 uur op Schiphol. Bewolkt weer. Er was geen weg meer terug. De spanning steeg. Even zoeken naar welke terminal ik moest wezen: het is Terminal 2. Na wat zoeken de roltrap naar boven gevonden. Ik moest bij balie 16 zijn. Ervoor stonden blauwe check-in apparaten, waar je het paspoort moest instoppen en daar verscheen op het scherm mijn gegevens. Choose your destination door op de eerste drie letters te toetsen (touch screen). Ik typte DUB, toen kwam er Dubai tevoorschijn! Ik schrok even. Nee, nog een keer proberen, ik moest Dublin hebben en ja hoor, het lukte pas na een derde poging. Ook moest ik de terugreis hier bevestigen. En dan de boarding pass uitprinten. Wat een lange rij mensen stond er langs balie 16, met van die lange zig-zag afzetlinten op paaltjes.
DSCF2708.jpg
Maar mijn fiets? Ik zocht naar het loket oversized baggage en die was een behoorlijk eind vandaan, na eerst langs twee verkeerde deuren geweest te zijn. Een KLM-doos kostte € 20,–, weer bij een ander loket om te betalen en ik moest m’n fiets nog vliegklaar maken: stuur kwartslag draaien, banden leegmaken, pedalen eraf schroeven, alle bagage in de zwarte flight bag van de Fietsvakantiewinkel doen, behalve mijn stuurtas. De tijd drong, want ik moest nu voor de tweede maal in de lange rij gaan schuifelen maar het werd al 12.40 uur en het vliegtuig vertrok om 13.20 uur. Geen tijd meer, ik werd geweigerd. Vlug en nat van m’n zweet door spanning naar het reisbureau van de maatschappij Aer Lingus, maar de mevrouw stelde me gerust: er ging nog een vlucht over anderhalf uur, om 14.45 uur. Het vluchtnummer was EI 607. Bijbetalen hoefde gelukkig niet. Na een telefoontje van de mevrouw kon ik overgeboekt worden. Zij printte een nieuwe boarding pass uit en nou moest ik voor de derde keer in de lange rij mensen langs die rotbalie nr. 16. Wel wat later maar opgelucht, mijn fietstocht in Ierland kon in ieder geval doorgaan! Stel je voor! Lange weg met roltrottoirs naar de gate D27. Ik had dorst en kocht een pakje melk in een van de pierwinkels, maar die mocht niet door de security-gate. Weggooien of meteen opdrinken. Ik koos voor de laatste. Eindelijk zat ik nu te wachten bij gate D27.
Zou het goed gaan mijn fiets, mijn geliefde gele Giant? Op zijn 11e verjaardag? Het is voor hem de derde vlucht, want in 2006 heeft mijn fiets nog meegevlogen naar Pisa in Italië.
Met een kleine vertraging door het lange taxiën steeg de Airbus A320 vanaf de Zwanenburgbaan op. Hier een filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=WT1FE_gjAlE
Boven de Noordzee was het helemaal bewolkt, maar Engeland kon ik wel goed zien. Daar zag ik het vliegveld van Manchester en de stad Liverpool onder me liggen. Na een vrij korte oversteek boven de Ierse Zee geland om 15.25 uur in Dublin (Engelse tijd). Dus mijn horloge een uur terug draaien, zo ook het fietscomputertje. De landing is hier gefilmd: https://www.youtube.com/watch?v=B6dfjeGDoQg
Dublin Airport is kleiner maar moderner dan Schiphol. Het terminalgebouw 2 oogde nogal futuristisch. Het duurde een poosje voordat iedereen ging opstaan en naar de uitgangsdeur lopen. Daarna op een roltrap naar boven en door zeer lange gangen naar de terminal. De WC’s hebben niet eens handdoeken of luchtblazers om je gewassen handen te drogen. Dan maar uitwapperen. Dan een klein kwartier wachten tot m’n bagage over de band kwam, kort daarna stond de KLM-fietsdoos bij de schuifdeur van oversized baggage. Een bovenhoekje van de doos was beschadigd, maar verder heeft mijn fiets gelukkig geen krasje opgelopen. Zenuwachtig zette ik de boel in elkaar, banden oppompen, het uit 1973 daterende NL-bordje opschroeven, tassen erop. Niets aan te geven bij de douane? De lange loopbrug over de hal van de terminal eindigde in een soort traptoren boven de straat. Lastig om met mijn fiets in de hand de trappen af te dalen, twee verdiepingen lager.
Het was kwart voor vijf toen ik de eerste pedaalslagen op Ierse bodem maakte. „Ierland!” schreeuwde ik uit. Prima, er lagen mooie fietspaden direct langs de wegen rond het vliegveld.
DSCF2748 (klein).jpg
Net als in Engeland rijdt men hier links. Ik moest de weg R132 (de R staat voor regional roads) hebben, welke goed stond aangegeven. De zon scheen en het was 22 graden, prachtig. Mijn jas niet nodig, op de bagagedrager vastgebonden. Ik ben met Jeannette in 2002 per auto in Ierland geweest, maar nog nooit op mijn eigen fiets en dat gaf me een triomfantelijk gevoel. Eerst op een rotonde driekwart rechtsaf richting centrum Dublin (12 km). Ierse auto’s hebben kentekenplaten met langs de bovenrand de plaatsnaam waar het voertuig van afkomstig is, maar dan uitsluitend in het oud-Iers of Gaelic vermeld. Zoals Baile Átha Cliath voor Dublin of Cill Mhantáin voor Wicklow, een stadje aan de Ierse oostkust. De laatste twee cijfers op het kenteken is het bouwjaar van het voertuig.
Dublin ligt geografisch noordelijker dan stad Groningen, maar hier groeien toch palmbomen, dankzij de warme Golfstroom. Geen twijfel mogelijk, Ierland is het noordelijkste land van Europa waar palmbomen kunnen groeien. Zelfs tot dichtbij Belfast in Noord-Ierland, welke gelijk ligt met de Deense grens!
Uitgerekend was het spitsuur aangebroken en veel mensen begaven zich van hun werk naar huis met drukke straten als gevolg. Er waren veel kruispunten met stoplichten, waar je zo lang voor rood moest wachten. Zo legde ik hierdoor slechts 6 km per uur af! Er waren ook andere fietsers te zien, die net als ik een fluoreserend geel hesje droegen. Soms was er een eigen fietspad van rood asfalt met een wit fietslogo erop of fietsen op de busbaan (Lána Bus op het wegdek) mag ook. Een soort ongeschreven wet luidt: “No vehicle (other than a motorised wheelchair) may cross over a mandatory cycle track unless the driver is entering or leaving a place or a side road.” Ik heb het al eerder gezien op YouTube, maar nu ben ik werkelijk getuige van het vaak voorkomende tafereel waarin een fietser door zo’n dubbeldekker (in Dublin zijn ze blauw en geel geverfd) tegen de stoeprand aan in het gedrang kwam, de fietser hierna naast de rechterkant van de bus gaat rijden en op het raampje van de chauffeur ging kloppen om tegen hem verhaal te halen. Dan kreeg de fietser vaak te horen: “I'll run you over” of “You're gonna die”. Voorzichtigheid is dus geboden en goed uitkijken. Van zulke gebeurtenissen was ik wel iedere vijf minuten getuige!
Op een bepaald punt voegde de R132 zich bij de autosnelweg M50 en hier mocht niet gefietst worden. Daar lag een parkje met de Holychild Church uit 1942 met de vrijstaande toren met opvallende omlaag gebogen dakranden. Deze kerk is een belangrijk herkenningspunt voor fietsers naar Dublin. Maar ik heb thuis van tevoren al geoefend met Google Streetview. Ik heb daarom ook geen kaart bij me, niets! Ik kon wel over de Swords Road fietsen, een smal straatje in een woonwijk, ondanks de verboden rijrichting. Ierland is een buitenbeentje van Europa: de Europese verkeersborden komt men hier heel beperkt tegen, alles is voor een groot deel vergelijkbaar met Amerikaanse verkeersborden, vaak gele ruitvormige borden.
DSCF2752-klein.jpg
Om 17.50 uur stak ik de Liffey over, de Theems of de Amstel van Dublin, terwijl deze rivier veel smaller is. Dublin valt niet te vergelijken met Londen of Parijs. Nergens grandeur en indrukwekkende bezienswaardigheden. De Ierse hoofdstad is wat bescheidener en ingetogener van aard. Vooral ten zuiden van de Liffey vindt men huizen in de 18e eeuwse Georgian Style, ten noorden van de rivier is het stadsbeeld wat rommeliger met oude gebouwen uit de Victoriaanse tijdperk. Maar Dublin staat wel in de top-vijf van de meest vriendelijkste steden ter wereld.
Ergens linksaf slaan en de straten begonnen al omhoog te klimmen. Ik kwam langs de Saint Patrick’s Cathedral uit 1260. Eigenlijk bezit Dublin maar liefst twee kathedralen, de aartsbisschop zetelt in de Christ Church Cathedral uit 1033, welke ik later op de terugweg zou zien. Je kunt wel goed merken dat Ierland een echt katholiek land is, want haast in iedere straat of wijk staat er wel een kerk. Ik bezocht het naast de kathedraal gelegen park om het grijze gebouw te bewonderen. Moeilijk te fotograferen, want ik keek recht tegen de zon in.
Rechts van de kathedraal van Saint Patrick stond een Spar-buurtwinkeltje. Grote supermarkten zoals bij ons in Nederland, kent Ierland nog amper. Ik heb in een moderne buitenwijk slechts één grote Lidl-vestiging gezien. Daar kocht ik wat melk en enkele Cadbury-chocoladerepen, die zijn erg lekker. Maar een fles mineraalwater bleek ik achteraf vergeten te hebben! Ik fietste verder over de Harold’s Cross Road, vals plat omhoog. Daarna volgde de Ballyboden Road, waar het wegnummer R115 begon, ook wel bekend als the Old Military Road. Na enkele kilometers weer een splitsing, de Stocking Lane. Na het oversteken van de autosnelweg M50 werd het landschap bosrijker en de weg steiler.
Deze oorspronkelijke militaire weg loopt noord-zuid over de rug van de Wicklow Mountains. Dit is een berglandschap direct ten zuiden van Dublin. De weg werd tussen 1800 en 1809 aangelegd, in de nasleep van de Ierse opstand van 1798, om het onderdrukkende Britse leger te helpen bij het neerslaan van de opstandelingen die er waren ondergedoken, tevens kon het ruige berglandschap ontsloten en beter bereikbaar gemaakt worden.
DSCF2765.jpg
De R115 was op sommige plekken zo steil, dat ik enkele kilometers moest lopen, met de fiets naast me in de handen. In de tegengestelde richting kwam ik veel wielrenners tegen, die met hoge snelheid naar Dublin aan het afdalen waren. Kennelijk zijn het mannen, die na hun werk thuis waren gekomen om na een avondmaaltijd nog even sportief de berg op gingen fietsen en daarna heerlijk snel afdalen om hun hoofden leeg te maken. Daar is de Cauberg in het Zuid-Limburgse Valkenburg met slechts 600 meter een kinderglijbaan bij vergeleken. Het is al na 19.00 uur geworden. Overal stonden er eiken en beuken, met ertussen villa’s en boerderijen. De eerste herfstkleuren dienden zich al aan. Op een splitsing bij Killakee opende het landschap zich voor mij, het was al acht uur ’s avonds geworden. Prachtige uitzichten met Dublin diep in de verte achter mij. Het begon hard te waaien, Beaufort 7 pal tegen! Het was zwaar zwoegen, de fietsketting stond meer dan snaarstrak bij het moeizaam trappen, er leek maar geen einde te komen aan de lange steile klim. Maar het landschap is adembenemend mooi: ik werd omgeven door met paarse heide bedekte kale heuvels en diepe dalen. Overal fraaie uitzichten, wel 25 km ver, kijk maar:
https://www.youtube.com/watch?v=Lgy-5PQVRRE
Ik stond hier op een hoogte van circa 500 meter, op 14 kilometer afstand van het centrum van Dublin. Er reden hier nog amper auto’s maar nog wel wielrenners. En zij begroetten mij vaak! Een politieauto met de letters Garda op het koetswerk stopte naast mij, zo laat in de avond hadden de agenten zeker geen vakantiefietser verwacht. Een raampje ging open en ik legde uit dat ik naar Knockree ging. In orde en na een vriendelijk handgebaar vervolgde de politieauto zijn weg. Garda lijkt meer op het Spaanse guarda, want Ierland wil zich na eeuwenlange Britse overheersing nog altijd losmaken van Engelse invloeden. Inderdaad, een buitenbeentje van Europa….

- wordt vervolgd -
Hmmm... Heerlijk, ik kijk uit naar het vervolg!!

Ierland staat op ons verlanglijstje, maar onze kinderen zijn 7 en 9, nog enkele jaartjes geduld en dan is het onze beurt :D
mdw schreef:
vr 06 sep, 2019 11:15
Hmmm... Heerlijk, ik kijk uit naar het vervolg!!

Ierland staat op ons verlanglijstje, maar onze kinderen zijn 7 en 9, nog enkele jaartjes geduld en dan is het onze beurt :D
Oma en opa laten overkomen om op de kinderen te passen, terwijl jullie fietsen? Deden m'n ouders ook.
Wel Martin, je haalt herinneringen bij mij naar boven van mijn tocht in Ierland.
Ik verbaas mee over je gedetailleerde beschrijving.
Ik ben benieuwd naar het vervolg en de route die je hebt gevolgd.
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel twee.

Ik passeerde enkele naaldbossen, vaak met mooie blauwe sparren. Het werd steeds donkerder, want om half negen is de zon ondergegaan. Ik heb thuis de Ierse zonsop- en ondergangen op internet geraadpleegd, dus dat was voor mij niet onverwachts. Goed voorbereid op reis! En dan, enkele kilometers voor Glencree, ging de weg eindelijk omlaag. Ik haalde wel 40 km per uur. Een zware last na het klimmen ging van mijn benen af, aaah, wat heerlijk. Op ca. 369 meter hoogte een zijweg scherp linksaf naar de L1011 (de L staat voor local roads) langs het kleine kerkje van Glencree. De weg was in minder goede staat en vertoonde veel hobbels. Ik moest steeds voorzichtig bijremmen. Ik trapte niet eens, want ik daalde steeds verder omlaag. Het werd nu bijna donker, ik deed m’n voorlicht aan. Enkele kilometers voorbij Glencree stond er opeens een damhert op de weg. Door de hoge heggen en muren langs de smalle weg kon het beest geen andere kant uit dan voor me uit rennen en dat gedurende een kilometer. Ik reed langzaam om het hert niet op te jagen, anders zou het wel verkeerd aflopen. Toen het dier eindelijk een zijsprong maakte naar de tuin van een huis, kon ik gewoon verder. Het werd al nachtdonker, toen ik bij een zijweggetje kwam met een wegwijzer naar youth hostel Knockree, op 249 meter hoogte, dat is al de helft lager dan op de R115 vanuit Dublin. De weg werd nog smaller en slechter: twee meter breed vol met boomwortels onder het asfalt en ik daalde hierover al stuiterend af naar beneden, met een ruime bocht naar het oosten.
Hé, hé, eindelijk, het liep al tegen half tien ’s avonds, toen ik de jeugdherberg van Knockree heb bereikt! Hoogte 168 meter. De eerste dag in Ierland en tevens de zwaarste bergtocht van mijn gehele fietstocht, die nog voor mij lag. Wat was ik blij om straks in een bed te gaan slapen, want daar was ik echt aan toe. Mijn fiets bij de deur neergezet en me bij de balie aanmelden. De warden (beheerder) was een beetje verbaasd over mijn late aankomst, on my bicycle from the airport was mijn verweer. Mijn reservering was in orde en de overnachting kostte € 17,– plus € 4,– voor breakfast. Helaas heeft men geen nu stempel meer voor mijn NJHC-trekkerskaart, maar aangezien ik hier al in 2002 heb overnacht, kon ik later de reeds aanwezige stempelafdruk uit 2002 kopiëren en plakken.
Er was in de nieuwe vleugel zelfs een lift aanwezig. Ik kreeg schone lakens voor mijn bed overhandigd en een magneetkaart voor kamer 14 op de eerste verdieping in de linker vleugel. Mijn gele Giant kon onder de trap achter het oude huis gestald worden. Echter niet helemaal beschut….
Vier fotos op een.jpg
De jeugdherberg van Knockree is in 1938 gevestigd in een oude boerderij met vrijstaande woonhuis uit de 18e eeuw. Die heb ik in 2002 nog gezien. Enkele jaren geleden is de boerderij afgebroken en er is een nieuwe L-vormige accommodatie neergezet. Ik vroeg me af hoe de bouwmaterialen over zo’n smalle weg hierheen werden getransporteerd. Het woonhuis bestaat nog wel.
Na het bed opmaken en douchen ging ik om half 11 heerlijk slapen, mijn hoofd nog vol van indrukken van de afgelopen dag.

Vrijdag 29 augustus 2014
Om half 8 opgestaan. Het was dan half 9 in Nederland. Vanuit het raam zag ik lichte regen uit de hemel vallen, maar wat een magnifiek uitzicht! Na het aankleden ging ik de jeugdherberg van buiten eens goed bekijken, omdat het gisteravond donker was.
Slaapkamer.jpg
Tijdens het ontbijt maakte ik kennis met mijn kamergenoot, een Amerikaan uit New Jersey, die ik vannacht nog niet heb begroet. De eetzaal heeft heel grote ramen met prachtige vergezichten op het bergachtige landschap. Ik heb sinds 1969 uitgebreide ervaring met zowat 300 jeugdherbergen, maar Knockree behoort echt tot de top-vijf daarvan met de mooiste uitzichten!
Voor het sinds mijn landing gisteren heb ik Jeannette gebeld, want zij was gisteravond niet thuis. Fijn om haar kreten te horen als reactie, dat alles goed met me is. Mijn ontbijt bestond uit een bord corn flakes, twee toasts, een kleine bruine boterham met roerei, marmelade en boter erbij. Voorts een glas jus d’orange en koffie. Het zag er goed uit. Ik bleef hier nog even zitten en wat rondkijken. Mijn spullen uit kamer 14 gepakt en deze netjes achtergelaten. Voor de jeugdherberg stonden een vader met zijn dochter uit Engeland hun tandem gereed te maken om hun tocht voort te zetten.
Magneetkaartje ingeleverd bij de balie en mijn mobieltje met Engelse stekker opladen. Dat ding heb ik op 4 juli 1972 (dus nu al 42 jaar oud!) in York gekocht. Hij was oorspronkelijk voor mijn flitsapparaat bedoeld. Aan de voorkant zitten er twee gaten voor de normale Europese stekker. Mijn fiets opgehaald en bagage erop geladen en een grijze vuilniszak over de groene Karrimor-tas getrokken. De regen in Ierland is altijd zacht en klettert haast nooit. Na afscheid van enkele mensen in de youth hostel stapte ik op mijn fiets en toen holde de warden op mij af, “You have forget your mobile!”. Geschrokken maar dankbaar liep ik terug naar de hal, waar m’n opgeladen telefoon nog op het tafeltje lag. Oef!
De regen is net opgehouden bij het verlaten van het hek voor de jeugdherberg en de zon scheen voorzichtig tussen de wolken door. Wat een smalle weg liep hier, ongeveer twee meter breed. Nu naar Enniskerry, ongeveer 7 kilometer. Ik heb hier nog in 2002 met de auto gereden, maar nu op mijn eigen fiets! Helemaal te wauw. Op een aantal kilometers afstand domineerde de 725 meter hoge Mount Djouce de gehele omgeving. Het leek meer op een vulkaan. Wat omhoog en omlaag rijdend kwam ik op een T-kruising, eerst rechtsaf, maar naderhand klopte het niet, ik moest linksaf wezen, want ik kon me enkele plekken van 12 jaar geleden nog goed herinneren. Na enkele kilometers ging de weg steil omlaag en in de verte zag ik de zee, de Irish Sea. Steeds bijremmend daalde ik sterk omlaag naar Enniskerry, een van de mooiste dorpjes van Ierland met een driehoekig dorpsplein, omzoomd door Victoriaanse huizen.
DSCF2833.jpg
De zon was weer verdwenen en de regenkans bleef dreigen. Ik kocht wat voor onderweg bij de plaatselijke Spar. En nu steil omhoog op R760 naar Roundwood, vaak flinke stukken lopend met de fiets vooruit duwend. De weg was zo smal dat twee langs elkaar passerende auto’s amper ruimte hadden. Ik moest noodgedwongen rakelings langs de heggen of muren fietsen. Hoe vaak heb ik daarna klitballetjes van de kleefkruid van mijn kleren geplukt! En dan praat ik nog niet over de scherpe doornen van de braamstruiken! Gelukkig heb ik vandaag geen enkele vrachtwagen gezien. Het was fysiek een zware fietstocht tussen Enniskerry en het kruispunt met R755, bovendien had ik de wind ook tegen, maar minder krachtig dan gisteravond op the Old Military Road. Na veel stijgingen nu bij Glebe een Y-splitsing, links de doorgaande weg R760, rechts een smalle lokale weg, toch allebei naar Roundwood. Voor mijn eigen veiligheid ging ik linksaf. Hierna eindelijk een stukje afdaling met mooie vergezichten en links enkele geelwitte huizen. Mijn nieuwe achterband van Schwalbe was wel bestand tegen punaises en scherpe voorwerpen, maar niet tegen een steentje op de weg tijdens het snel afdalen.
Pang, een lekke band! Ik begon in mezelf te vloeken. In Ballybawn Cottages, niet meer dan enkele boerderijen en een paar huizen bij elkaar, vond ik een plekje in een fraaie openbare tuin om mijn fiets te repareren. Er stond een rij stenen, waartegen de fiets kon leunen. Er groeiden hier exotische planten, waaronder aloë’s en keurig geschoren heesters, omgeven door veel bloemen. Ik haalde het achterwiel eraf en op de binnenband heb ik het lek gauw gevonden. Maar juist daar zaten ribbels in de rubber en daar viel een plakkertje niet te plakken. De lucht bleef ontsnappen. Gelukkig had ik een reserve-binnenband bij me en die ging nu om het wiel, dan oppompen en bagage opladen, klaar! De oude binnenband heb ik nog in Engeland gekocht in 2011, ook was ik daar per fiets. Wat verderop kwam ik langs de berg Great Sugar Loaf (501 m hoog), waarvan de hellingen bijna helemaal met gele bloemen waren bedekt, hier en daar bruin geworden door het uitbloeien. Het leek een beetje op brem, maar die bloeien in het voorjaar en het was nu al bijna september….
DSCF2849.jpg
Na thuiskomst deed ik navraag bij een botanicus en bleek het om gaspeldoorn te gaan. Een paar honderd meter verderop was er een omgekeerde Y-kruising; ik was er bijna aan voorbij gereden, omdat de zijweg door struikgewas vanaf de R760 aan het gezicht was onttrokken. Ik moest hier wel in een scherpe hoek rechtsaf, over de R755 naar Roundwood. Ook weer met een stevige klim naar boven. Links en rechts van de weg rezen de vegetaties loodrecht omhoog; ik schuurde met mijn linkerkant (het verkeer rijdt hier tenslotte links) langs de planten, soms met stekels door mijn kleren. Af en toe kleefden er behalve kleefkruidballetjes ook flinke klitballetjes van de distels aan mijn broek. Dit allemaal om gelegenheid te geven om de achteropkomende auto’s te laten passeren.
DSCF2844 (klein).jpg
Maar o wee, in de bochten konden de automobilisten geen tegenligger zien met mij als obstakel ertussen. Daarom ging ik vaak met mijn rug plat tegen de struiken op de uitkijk staan of er geen tegenligger kwam, zodat ik de auto’s kon seinen om hen door te laten gaan. En nou begon het te regenen.

- Wordt vervolgd -
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel drie.

Wat verderop lag een inham met een toegangshek van een bedrijventerrein, dat geflankeerd werd door vleugelmuren. Daar stonden enkele grote betonnen blokken, waartegen ik mijn fiets kon parkeren, om me in mijn regenkleding te hijsen. Zie hier: https://www.google.nl/maps/@53.153274,- ... 384!8i8192
Maar ik was daar niet alleen: er stonden nog twee fietsers, die hetzelfde deden als ik. En heel toevallig hadden onze regenkleding allemaal dezelfde kleuren! Rode regenjas met zwarte dito broeken. Wij stelden aan elkaar voor. Zij bleken Duitsers te zijn: de ene was Stefan uit Fulda en de andere was Marcus uit Hamburg.
DSCF2852.jpg
Wij begroetten ons en namen foto’s van elkaar, waarna wij samen verder gingen fietsen, nog steeds steil omhoog. Aangezien ik wat lichter bagage had, was ik wat sneller en na een bocht kon ik de beide mannen fotograferen, als zij uit een bocht tevoorschijn kwamen, met prachtige uitzichten op de achtergrond. De Duitsers hielden zich niet genoeg links en zij droegen ook geen fietshelmen. „Achtung, achtung” riep ik enkele malen. Na een kilometer of vijf reden wij in een brede vallei met heide en weilanden, waar veel schapen graasden, en al gauw raakte ik ze kwijt. Enkele weken later ontving ik een e-mail van Stefan dat zij drie weken door Ierland hebben gefietst, maar de smalle wegen hebben hen wel behoorlijk bang gemaakt. Ik was helemaal niet eens bang, maar spannend vond ik het wel. Heb trouwens gehoord dat de Ieren goed rekening houden met fietsers. De boetes zijn hier heel hoog: duizend euro voor het niet dragen van de gordel en het afval illegaal dumpen kost hier € 1900,–. Om maar voorbeelden te noemen.
Het regende nog zachtjes door. Licht afdalend maakte ik opwachting in Roundwood. In een plaatselijke buurtwinkel mineraalwater zonder prik gekocht. De straat wordt geflankeerd door Victoriaanse huizen met zwarte hoekblokken.
Roundwood Victoriaanse huizen.jpg
Wat verderop stond een typische Ierse kerk, waar juist een huwelijksinzegening plaatsvond. Overal geparkeerde auto’s met witte linten. Ik kwam langs een klein antiekwinkeltje in Annamoe, maar men had daar geen crucifix in huis. Wij hebben namelijk thuis een verzameling crucifixen aan de wand, uit verschillende landen afkomstig. Het mooist zou een echt huiskamerkruis zijn dan gewone souvenirs.
Al onderweg merkte ik dat de achterderailleur niet zo goed functioneerde, de ketting sleepte ergens tegenaan, met een ratelend geluid als gevolg. Zeker als gevolg van de panne enkele weken geleden.
Onderweg wisselden bossen en open velden elkaar af, terwijl het landschap links laag en rechts hoog gelegen is. Tussendoor wat bepleisterde huizen, vaak met grijze leien daken. Een kilometer voor Laragh een kruispunt met een driehoekig plantsoen, waar een groepje wielrenners in regenkleding met elkaar in gesprek waren. Daar was ook een klein winkeltje, waar ik wat heb gekocht voor het avondeten.
Het lag in mijn bedoeling om vandaag nog naar de jeugdherberg van Glenmalure te fietsen, 16 km vanaf Laragh. Maar daar moest ik over een flinke bult van bijna 400 meter hoogte heen, weer zo’n zware klim op nog steilere hellingen dan gisteren vanaf Dublin. Laat staan met de regen.
YH Glenmalure.jpg
De jeugdherberg van Glenmalure is een bijzonder geval, het is een klein huis en heel afgelegen (met 13 kilometer in de omtrek geen buren!), bovendien primitief ingericht zonder elektriciteit en telefoon. “Back to the basic” was het motto daar. Hij stond al heel lang op mijn verlanglijstje. Hoewel ik een daar bed heb gereserveerd, besloot ik ervan af te zien. Ook door de bijna kapotte derailleur leek het riskant. Ik besloot om door te fietsen naar Glendalough, daar heb ik voor de volgende nacht wel gereserveerd. Weliswaar een dag te vroeg, maar proberen kon geen kwaad. Glendalough is maar twee kilometer ten westen van Laragh. Ik kwam onderweg een wandelaar tegen, in regenkleding met een grote rugzak. Hij had ook nog een grote hond bij zich, die eveneens bagage op zijn rug meedroeg. Zoiets nooit gezien. De jeugdherberg van Glendalough stond een paar honderd meter voorbij de round tower. Ik zette mijn fiets tussen diepe regenplassen bij de deur en ging bij de balie proberen. Maar het was volgeboekt met 120 schoolkinderen. Ik voelde een teleurstelling in mijn hoofd, maar hield me flink. Er was wel een oplossing: „Ride back to Laragh and go to the Lynham’s Hotel and inquire there. They have a key of the dependance of this youth hostel. It costs € 20 per night, plus € 10 deposit for the key.” De vriendelijke mevrouw achter de balie telefoneerde naar Laragh en nadat ze de hoorn heeft neergelegd, zei ze: “I have booked your bed”. Vreemd, dit staat niet in de adressengids van An Óige vermeld. Ik zette mijn fiets weer onder mijn kont en met een beklemmend gevoel wat er mij nog te wachten stond, fietste ik terug naar Laragh. Al gauw zag ik aan een plein een etablissement staan met de naam Lynham’s of Laragh op de pui en het zag eruit als een Ierse pub. Ik zette mijn fiets naast de deur en trad naar binnen. Het was erg gezellig binnen. Het beroemde Ierse biermerk Guinness kwam je overal tegen. Ik drink eigenlijk nooit alcohol.... Na wat vragen aan de toog liep ik door naar het hotel, dat achter de pub bleek te liggen en dat vanaf de straatkant niet zichtbaar was. Ik kwam in een chique foyer terecht met links een receptiebalie, waarachter een sleutelwand met postvakjes. Ik drukte op een deskbell en een jongedame verscheen via de deur achter de balie. Ik stelde me voor en zij was van het telefoontje uit Glendalough al op de hoogte. Ik noteerde mijn naam in het registratieboek en kreeg de sleutel van de dependance, die naast de pub is gelegen. Zij schreef op een geel memootje de cijfers 2-3-4, wat de toegangscode was op de deur. Ik pakte mijn fiets weer op, die nog voor de pub stond en ging een kijkje nemen bij het naastgelegen pand, een beige bepleisterd gebouw met een risaliet*. De klok, die aan de hals boven de geveltop hing, was recent verdwenen, want hij is op Google Streetview nog wel te zien.
*) Risaliet = een middengedeelte van een gevel van een gebouw, dat over de hele hoogte iets naar voren uitspringt.
YH Laragh.jpg
Op de foto hier, het rechter bovenraam in de risaliet, is van mijn kamer. Op de begane grond links het postkantoor en rechts een Keltische souvenirswinkel.
Bij de deurknop zaten er zes toetsen, ik drukte de opgegeven cijfers in en het slot ging open. Vrijwel direct achter de deur ging een steile trap naar boven. Daar was een donkere gang met een houten vloer en veel kermit-groene deuren. Ik zocht kamer 3 en deze gauw gevonden. Het is helemaal ondenkbaar om mijn fiets buiten in de regen te laten staan. Je bent geheel van hem afhankelijk. Stel dat hij gestolen zou worden, zie maar eens thuis te geraken met al dat gesleep van bagage. Moet ik er niet aan denken. Dan nam ik mijn vriend op twee wielen ook maar mee naar boven. Vandaag heb ik 39 kilometer gefietst, dezelfde afstand als gisteren. Ik ging douchen en maakte mijn bed klaar. Mijn horloge wees kwart voor vijf aan. Enkele ogenblikken later ging ik mijn benen strekken op straat voor de dependance-jeugdherberg. En de Keltische souvenirswinkel bleek open te zijn. Daar vindt men prachtige voorwerpen, religieuze symbolen, sieraden, ansichtkaarten, aardewerk, boeken en zo veel meer. Ik kocht twee Keltische kruizen, een van porselein en een van brons voor thuis en een klein stapeltje ansichtkaarten. Voor postzegels kon ik in het ernaast gelegen postkantoor terecht. Werkelijk, het leek alsof ik in een postmuseum terecht ben gekomen. Het interieur leek uit de jaren vijftig of zestig te stammen. Niks geen felle TL-lampen, geen computer. Er was een ruimte met bruine linoleum vloer; tegenover de ingangsdeur een gesloten balie met één loket, dat met een schuifraampje afgesloten kon worden. Links langs de wand een vaste houten bank voor de mensen die op hun beurt wachtten. Daarboven een zachtboarden prikbord, waarop affiches en lokale mededelingen met punaises opgehangen werden. Ik kocht postzegels voor Nederland à € 1,– per stuk. Niks geen betaalautomaat, alles diende hier contant betaald te worden! De tijd leek hier stil te staan: “Don’t hurry, this is Ireland”. Ik keek naar het plafond van het postkantoor. Daarboven waren er slaapkamers. Een beetje crimineel zou, als dit postkantoor in Nederland had gestaan, boven een gat in de houten plankenvloer uitzagen voor een inbraak!
In de keuken was er geen fornuis, maar wel een magnetron. Daarmee kon ik de Italiaanse tomatensoep opwarmen. Een broodje en een fles melk completeerden de maaltijd. Na het eten ging ik op de ansichtkaarten schrijven onder genot van een kopje thee met Luikse wafels erbij.
Tafel in YH Laragh.jpg
Toen het buiten donker werd, scheen de straatverlichting door het witte rolgordijn, dat voor het glas-in-lood raam hing, mijn slaapkamer binnen. Bij het naar bed gaan merkte ik nog gestommel in de gang op: er bleken nog drie gasten aangekomen te zijn, een Amerikaans echtpaar en een Aziaat. Ongetwijfeld doorverwezen vanuit Glendalough youth hostel. Gelukkig voor mij sliepen zij in andere kamers. Good night!

- Wordt vervolgd -
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel vier.

Zaterdag 30 augustus 2014
Ik ben om half acht opgestaan en ging me wassen en scheren. Omdat de volgende jeugdherberg maar twee kilometer van hier was, had ik helemaal geen haast. Een nieuw record in de kortste afstand tussen de jeugdherbergen ooit, mijn oude record was 10 kilometer tussen Safed en Rosh Pinna in Israël in 1979. Op de display van mijn camera bekeek ik de foto’s die ik de afgelopen dagen heb gemaakt. Mijn spullen ingepakt en de kamer no. 3 netjes gemaakt. Nog wat uitslapen tot half tien en dan ging ik de sleutel bij het naastgelegen hotel inleveren, waarbij ik de borgsom van € 10,– heb teruggekregen.
Het weer was droog maar bewolkt, waarbij de hoge heuveltoppen door de laaghangende wolken zijn opgeslokt.
Dan gelijk doorfietsen naar de oude ruïnes van Glendalough. Wat verderop stond er een blauw buurtwinkeltje, dat ik gisteren al heb gezien; daar kocht ik wat proviand, want ik had nog niet ontbeten. Een zak met broodjes, plakjes kaas, melk en Cadbury-chocolade. Die eet ik later wel op, dacht ik. Afrekenen met mijn gewone bankpas op een betaalautomaat. Wat ik overal heb gezien, zijn er geen grote supermarkten, zoals in Nederland. Die maken de kleine buurtwinkels vaak kapot en men schijnt hier beter rekening mee te houden. Inderdaad: “Don’t hurry, this is Ireland”.
Over de deels nog natte weg fietsend, bereikte ik al gauw Glendalough (in het Iers: Gleann Dá Locha, wat dal van de twee meren betekent). Vergelijk maar met de bekende Schotse Loch voor meer.
Mijn fietsketting liep niet lekker door de achterderailleur en soms hing hij helemaal slap bij bepaalde versnellingen. Een licht ratelend geluid klonk vanuit het achterwiel. Soms liep de ketting helemaal vast. Gelukkig had ik voldoende gereedschap bij me. Het annuleren van de populaire jeugdherberg van Glenmalure zat mij nog dwars, maar het zat er niet anders op. Ik fietste nog steeds door Ierland, toch? Een nieuw land per fiets „veroverd” betekent heel veel voor mij en dat gaf me veel genoegen. Bij het grote The Glendalough Hotel, recht tegenover de oude christelijke ruïnes, reed ik een groot parkeerterrein op met daarachter een houten bruggetje over een stromende beek. Vanuit dit parkeerterrein spuwen de touringcars tientallen toeristen uit voor een rondleiding met een gids. Er stonden ook veel auto’s geparkeerd. Het is weekend en de Wicklow Mountains zijn een populaire bestemming voor de Dubliners om een dagje erop uit te trekken. Maar er waren ook veel buitenlanders van allerlei nationaliteiten. Op het bruggetje had ik een fraai overzicht naar de oude ruïnes met de groene, beboste heuvels als decor.
Ruinecomplex Glendalough.jpg
Heel eventjes hing er een zwakke regenboog boven het monumentale complex. Omdat de herfst al voor de deur stond, was het gras op veel plaatsen verkleurd. Ik heb vooral grote belangstelling voor de mysterieuze, gemiddeld duizend jaar oude round towers, die zeer karakteristiek voor Ierland zijn. Wat de scheve toren van Pisa voor Italië is en de molens voor Nederland zijn, zijn de round towers voor Ierland. Al in 2002 heb ik er twee gezien, die van Lusk en Monasterboice. Maar die zijn niet gaaf. De toren van Glendalough behoort tot een van de gaafste exemplaren in Ierland. Hij wordt omgeven door enkele kerken met daarnaast nog wat restanten van kloosters. De tussenliggende rotsachtige grond lag rijkelijk bezaaid met oude grafzerken, vaak in de vorm van Keltische kruizen. Wat achteraf lagen er ook nieuwe graven te zien, wat wil zeggen dat deze grote begraafplaats zeker vanaf de 6e eeuw nog steeds in gebruik is! En waar vind je dat in Europa? De alleroudste begraafplaats, zelfs de oudste ter wereld, heb ik gezien in de Kidronvallei bij Jeruzalem in Israël. Dit wordt al in de Oude Testament beschreven.
Ik fietste tussen de wandelende toeristen, rustig door naar een andere ingang van het ruïnecomplex. Ik kwam bij de Kevin’s Church uit het jaar 500 (geheel links op de foto boven). Helaas is het oorspronkelijke interieur verdwenen, niets dan kale muren en een zanderige vloer. Bij de deur telefoneerde ik nog even met Jeannette, dat het goed met me ging.
Dit is het belangrijkste christelijke bedevaartsoord van Ierland. Vanuit hier is het katholieke geloof verspreid. Er viel hier zoveel te zien; mijn camera werd er zo moe van. Er liepen hier veel toeristen rond, dat ik vaak moest wachten tot het te fotograferen object weer vrij was. Soms miezerde het licht, met daarna weer droog weer. Het stelde eigenlijk niet veel voor. Niet eens plensbuien. De 30 meter hoge round tower goed bekeken. Hierna ging ik rustig fietsen langs de Upper Lake, over een houten pad boven de moerassige grond. Veel bijzondere plantensoorten waren hier te zien, zoals de zeer zeldzame groensteelvarens, in Nederland zowat uitgestorven.
Groensteelvarens.jpg
Op een bankje wat gegeten met de waren uit het blauwe winkeltje. Langs het meer liep een damhert rond en het dier liet zich gemakkelijk fotograferen. Daarna ging ik nog een keer langs de ruïnes om rond 14.00 uur naar de International youth hostel van Glendalough te gaan, waar ik gistermiddag nog geweest ben.
YH Glendalough.jpg
Het is met 128 bedden een van de grootste jeugdherbergen van Ierland en zeer gewild. Het bestaat uit een oud gebouw met vakwerkstijl vanaf de verdiepingsvloer, waarbij er later uitbreidingen zijn aangebouwd. Ik kreeg kamer 8 aangewezen, bereikbaar via enkele lange gangen. Mijn bed stond rechts, naast de deur naar de badkamer. Nadat ik met mijn spullen me daar heb geïnstalleerd, ging ik op het bed even een dutje doen tot 16.00 uur. In de common room (dagverblijf) ging ik in een bank een boek lezen. Schuin tegenover mij zat een jong meisje, hooguit een jaar of zeventien, achttien. Zij bood mij een koekje aan. Zo kwam het tot een gesprek tussen ons. Zij was afkomstig uit Nottingham in Engeland. De stad van Robin Hood, daar ben ik in 1986 geweest. Zij was vriendelijk en het praatje duurde niet lang.
Naast de hal met de receptie was er een ruimte, waar de trekkers hun bagage konden deponeren wanneer de jeugdherberg tijdens de schoonmaaktijden gesloten is. Aangezien er een fietsenstalling ontbreekt, heb ik mijn fiets daar neergezet. Vanaf de jeugdherberg was de geheimzinnige round tower op maar een paar honderd meter afstand zichtbaar.
Ik vroeg aan de warden waar ik kon eten, want deze youth hostel serveert geen avondmaaltijden. Er was maar één eetgelegenheid en dat was in Hotel Glendalough, ongeveer een halve kilometer van hier vandaan. Ik ben sjieke eetgelegenheden niet bepaald gewend, hoewel ik wel van goede komaf ben. Een deel van het hotel was over een beek gebouwd. Bij de ingang deed ik mijn fiets op slot en binnen was er een trouwreceptie aan de gang. Na wat verkennen bleek de gang door te lopen naar een Ierse pub aan de andere kant van het gebouw. Daar kon ik wel eten. Boven lag er bereikbaar via een brede trap een klein restaurant op een halve verdieping met balustrade, dat over de pub uitkeek. Nadat de ober mij een menukaart had gebracht, bestudeerde ik de daarop vermelde gerechten. Voor het eerst in Ierland. Mijn Engels is goed genoeg (universiteit Utrecht) en ik had ook geen woordenboek meegebracht. Als voorgerecht Homemade fresh soup of the day, daarna Roast sirloin of beef, mustard grain, mayo, red onion & crunchy iceberg, met een kopje thee erbij.
Maaltijd Glendalough.jpg
In de pub stond de TV aan en daar werd een voor mij vreemde sportwedstrijd door RTÉ (Raidió Teilifís Éireann) uitgezonden. Het hield midden tussen rugby en voetbal. De spelers mochten zowel trappen als de bal met de handen dragen. De doelen met de hoge palen zijn zoals bij rugby, maar er is een voetbalnet onder het lat aanwezig. Later bleek dit Gaelic football te zijn, wat alleen in Ierland voorkomt. En zo te zien was het een heel groot stadion.
De soep was erg lekker, een soort pikant gekruide aardappelsoep.
Nadat mijn maag goed gevuld was, daalde ik de trap af en ging tussen het publiek naar de sportuitzending kijken. Ik gaf de kok, die daar achter de toog werkzaam was, een compliment over de lekkere soep. Hier bestelde ik een glas appelsap. Het spel ging er wat ruw aan toe en vanuit de gasten klonk er vaak ruige commentaar. Veel geschreeuw door de pub en het restaurant. Om maar vertaald te zeggen: „Hé, stomme scheids, ik ruk je piemel met mijn tanden eraf”, daarbij duidelijk handgebarend.
Ierse pub Glendalough.jpg
Een jonge kerel met het lichtblauwe shirt (rechts op de foto te zien) probeerde met mij kennis te maken en aan elkaar voorstellen. Wel vriendelijk maar ook wat ruig. Geen kwaad in de zin, ik voelde hier de goede Ierse gastvrijheid. Ik bleef hier nog een poosje en bij het afrekenen ging er wat mis met de betaalautomaat: mijn Rabobank-pasje werkte niet bij het pinnen. Het lukte echter wel met mijn Visa-card, die ik ook bij me had. Het eten en de appelsap kostten € 13,20, niet duur.
Buiten op de trap voor het hotel ging ik Jeannette opbellen en vertelde haar wat ik zojuist gedaan heb. Aan de overkant zag ik enkele palmbomen, ik stond hier ter hoogte van Assen in Drenthe! Met een goed gevulde maag (burp) fietste ik terug naar de jeugdherberg. Ik pakte mijn gereedschap uit kamer 8 en begon aan de reparatie van de Giant. Op 12 augustus j.l. brak de achterderailleur spontaan van de achtervork af en hij werd door de draaiende spaken meegenomen totdat het hele zaakje muurvast kwam te zitten. Het gebeurde toen ik bij het station van Baflo uit de trein stapte en op mijn fiets ging stappen en wegreed. Toen was de snelheid nog gering. Een tussenbeugel, het zogenaamde pad, was doormidden gebroken. Daarbij was de ketting sterk verwrongen. De achterderailleur kon na reparatie hergebruikt worden, maar het afstellen was niet gemakkelijk. Of het nog niet genoeg is, was de rechter crank van de trappers op 21 augustus afgebroken, dus helemaal vervangen, compleet met de drie voorbladen…! De nieuwe ketting bleek iets te lang te zijn; bij lage schakelingen ging hij tijdens mijn Ierse fietstocht slap hangen. Van deze ketting gingen er nu een paar schakels af, de remkabels vervangen, de achterderailleur met een tang wat bijbuigen en alles opnieuw afstellen.
Voor mijn Ierland-reis had ik niet genoeg tijd om alles te repareren, want mijn Giant kon voorlopig wel rijden. Daarom deze klus nu afmaken. Een kort proefritje op het voorpleintje stemde mij tot tevredenheid. Mijn handen werden vuil van de zwarte smeervetten en ik ging deze goed wassen. In de common room ging ik het reisverslag wat bijwerken.

- wordt vervolgd -
Martin in Glendalough.jpg
Bij de round tower van Glendalough.
Bemerk dat de fietsketting hier nog slap hing.
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel vijf.

Zondag 31 augustus 2014.
Ik heb niet bepaald redelijk geslapen, omdat ik overal springveren door de dunne bekleding van het matras heb gevoeld! Vandaag was het een stralend zonnige dag, de mooiste dag van mijn gehele Ierland-fietstocht. Na het zich wassen en aankleden enzovoorts, ging ik om kwart over acht ontbijten. Vier boterhammen met roomboter en aardbeienjam plus enkele plakjes kaas, die ik gisteren in het blauwe winkeltje heb gekocht. Daarnaast een bord corn flakes, koffie en een banaan. Tevens heb ik naar huis getelefoneerd, dat alles goed met me ging. Ik voelde me qua conditie zo goed, omdat ik nu minder zorgen over mijn fiets hoefde te maken. Ook droeg de kick, om met mijn eigen fiets hier in Ierland te zijn, daar aan bij. Na afscheid van de vriendelijke warden te hebben genomen, vertrok ik om 9.00 uur onder een strakblauwe hemel uit Glendalough. Vandaag naar Dublin over het langste traject van deze korte vakantie, ik schat op 60 à 65 kilometer. Eerst over dezelfde weg R755 als eergisteren terug naar Roundwood, daarna rechtsaf naar de Ierse oostkust. De ruïnes van Glendalough nog een keer bezocht, ditmaal onder de volle zon. Bij het passeren van de round tower deed dat ding voor mij heel geheimzinnig aan.
Geheimzinnige round tower.jpg
Eerst liep de weg licht stijgend en ik kwam hier veel wielrenners tegen, sommigen begroetten mij. Ongeveer tussen Laragh en Annamoe zag ik links een oud wit huisje staan. Een origineel Ierse boerenbehuizing uit vroegere tijden. Door de Engelse onderdrukking zijn er veel ruïnes en weinig gave exemplaren van oude woningen overgebleven. Dergelijke huizen horen naar de kleuren van de heilige Sint Patrick wit gekalkt te zijn, met rood geverfde ramen en deuren. De vlag van Sint Patrick is wit met een diagonaal rood kruis, tevens de oude Ierse vlag. In andere delen van Ierland zijn de daken van zulke huisjes vaak met riet gedekt.
Onderweg zag ik veel fuchsia’s en enkele paddenstoelen langs de bermen. De fuchsia’s groeien hier rijkelijk overal in het wild, terwijl die in Nederland alleen bij een plantenzaak te koop zijn!
Fuchsias.jpg
De fietstocht ging zo vlot, dat ik al om tien uur in Roundwood arriveerde. Bij een kruispunt zag ik een typische Ierse kerk, met een soort spitse klokkenstoel bovenop de geveltop. Hier ontdekte ik nu pas dat het fietscomputertje op het stuur pleite was! Kennelijk is die losgeraakt toen ik een paar kilometer eerder mijn jas had uitgedaan, omdat het te warm is geworden. Misschien heeft de mouw van de jas daarbij over het stuur gezwiept, dat het computertje eraf is gevallen. Nou moest ik de afgelegde afstand nu schatten. En ik maar vloeken en mopperen. Ik filmde al fietsend door Roundwood: https://www.youtube.com/watch?v=jCOdA6iu8H8
Net voorbij Roundwood ging ik rechtsaf over de weg R765 naar Mount Kennedy. De weg was smaller dan de R755. Na een kilometer liep de R765 over een dam in een vrij groot meer, de Vartry Reservoir. Aan de weerszijden van de weg op deze dam stonden stenen muren, waarop veel zeldzame groensteelvarens groeiden. Vrijwel direct na de dam maakte de weg een flinke klim naar 315 meter hoogte. Er kwamen maar weinig auto’s voorbij, maar wel veel wielrenners. Ik genoot van het golvende landschap en opeens kreeg ik een tik op mijn fietshelm en het gevallen voorwerp stuiterde via mijn stuurtas op de grond…. Mijn fietscomputertje! Hoe en wat….? Er vloog een ekster voorbij. Kennelijk had hij het fietscomputertje gevonden en is mij achterna gevlogen om het kleinood aan mij terug te geven! Wat een wonder, hoe bestaat het! Over de intelligentie van de kraaiachtigen kan men nog altijd verbazen. Door de klap zijn de km-standen op de display wel gewist. Alleen het klokje functioneerde nog. Ik heb nu ongeveer 15 kilometer van Glendalough afgelegd, dus moest ik de afstanden vanaf nu op de meter bijtellen. Soms moest ik de steile weg omhoog lopend afleggen met de fiets aan mijn handen, met de brandende zon boven mij. En ik had niet eens zonnebrandcrème meegebracht! Mijn benen deden al op en neer gaand het zware werk en de fietsketting stond onder spanning. Ik schoot weinig op. De temperatuur liep al op naar de 25 graden! Op het hoogste punt van 315 meter zag ik de blauwe Irish Sea.
Omlaag met jankende remmen.jpg
Rechts van de weg grote velden met adelaarsvarens. Dit zijn gewone varens, maar dan hoog op een steel. Vanaf hier ging de weg zeer steil omlaag, dat ik vaak moest bijremmen, wat jankende geluiden veroorzaakte. Het landschap dicht bij de kust deed me aan Denemarken of aan Skåne in Zuid-Zweden denken. Al snel stak ik onder de snelweg N11 door, dan via twee rotondes en over de Ballyronan Road en de Killquade Hill, beide smalle wegen met heggen aan weerszijden, steeds naar het oosten. Hier zag ik een boer aan het hooien, waarna het hooi machinaal in grote rollen werden verpakt. Ik noem die dingen altijd rolmopsen. Na een duw liet hij de grote rollen hooi over de helling naar beneden rollen. Spoedig kwam ik in Mount Kennedy terecht. Het is dan half twaalf geworden. De zon klom hoger aan de strakblauwe hemel en het werd zelfs al bijna dertig graden! Met tussenpozen was de Irish Sea steeds zichtbaar. Ik hoorde de kerkklokken slaan en vanuit verschillende straten liepen de kerkgangers naar de katholieke kerk van Mount Kennedy. Er zijn zelfs Church-buses, die de mensen buiten het dorp hebben opgepikt om naar de kerk te vervoeren! Zo katholiek is Ierland, inderdaad een buitenbeentje van Europa….
Kerkgang Mt. Kennedy.jpg
Met volop zon, strakblauwe lucht en dertig graden waande ik me aan de Middellandse Zee, zie foto onder. En de ligging is hier geografisch gezien nog gelijk aan stad Groningen. Dat maakte mijn fietsavontuur gevoelsmatig nog groter.
Toen rolde ik zonder te peddelen het dorpscentrum van Greystones binnen. Het is een wat grotere plaats direct aan de zee, met overal wit bepleisterde huizen. Hier zag ik eucalyptus-bomen staan, van oorsprong uit Australië afkomstig en ik heb ze alleen in grote getale in Portugal gezien. Hier zo noordelijk in Europa lijkt ongeloofwaardig, maar toch is het echt zo. Verder kwam ik steeds meer palmbomen tegen, terwijl er meer soorten zijn. Op de achtergrond de rotsheuvel Bray Head.
Haast mediteraans.jpg


- wordt vervolgd -
Geweldig, dat verhaal van die ekster met jouw fietscomputer!
In Greystones is het graf van Marten Toonder, die hier een groot deel van zijn leven heeft gewoond (zie dit filmpje).
keesswart schreef:
wo 11 sep, 2019 13:19
Geweldig, dat verhaal van die ekster met jouw fietscomputer!
In Greystones is het graf van Marten Toonder, die hier een groot deel van zijn leven heeft gewoond (zie dit filmpje).
Ja, dat weet ik al en dit komt in het volgende deel ter sprake. Marten Toonder heeft zelfs twee straten van mijn ouderlijke huis gewoond!
Ik had het kunnen weten ;-). (Die ekster zou ook zo uit een Olivier B. Bommelverhaal kunnen komen, zoals de banjervogel en de oude kraai van de Grauwe Razer. Ook magister Hocus Pas kan ineens uit een verhaal verdwijnen in de gedaante van een zwarte vogel.)

Afbeelding
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel zes.

Ik fietste nu over de drukke weg R761 in de richting van Bray. Maar de Ierse automobilisten bleven netjes met de fietsers rekening houden. Er ligt hier ergens een begraafplaats waar ik een bepaald graf wilde bezoeken. Waarom? Ik ben in het Gooise dorp Blaricum geboren (1951) en opgegroeid. Daar hadden mijn ouders een kapperszaak. Ieder vrijdagmiddag kwam de man van de leesportefeuille een map met tijdschriften bij ons bezorgen. In één daarvan waren de stripverhalen van Olivier B. Bommel en Tom Poes afgedrukt, getekend door de bekende cartoonist Marten Toonder (1912-2005). Ik was nog maar een kind en pas vele jaren later ben ik ter ore gekomen, dat die Marten Toonder slechts twee straten van mijn ouderlijke huis heeft gewoond en wel aan het Achterom 13 in Blaricum! Daar zagen zijn striptekeningen het levenslicht. In 1965 verhuisde Marten met zijn gezin naar Greystones in Ierland. Hier ging hij verder tekenen. Rampspoeden bleven hem niet bespaard, want drie van zijn kinderen en zijn vrouw Phiny Dick zijn hier overleden en begraven. Niet bekend is waarom, maar Marten Toonder verhuisde daarna terug naar Nederland en hij bracht zijn laatste levensjaren door in het verzorgingstehuis Rosa Spier te Laren (vlakbij Blaricum dus), speciaal voor kunstenaars en wetenschappers. Daar overleed hij in 2005, waarna hij bij zijn familie in Greystones werd begraven. Weer terug in zijn geliefde Ierland.
Nadat ik bij een Esso tankstation aan de Rathdown melk en wat te eten heb ingeslagen, vroeg ik aan de juffrouw achter de balie waar ik de begraafplaats kon vinden. “It is only nearby, straight ahead”. Het graf bevindt zich op de kleine begraafplaats aan The Grove, een zijstraat rechtsaf van de R761. Die ligt ten noorden van de grotere begraafplaats, beide met dezelfde naam Redford Cemetery. Vermoedelijk een niet-katholieke afdeling. Ik bedankte haar en stapte op mijn fiets. Daar waar de weg naar Bray steil omhoog ging, ligt de zijweg The Grove. Het toegangshek was op slot, maar daarnaast was er een krap draaihek voor voetgangers. Ik moest daardoor mijn fiets hier achterlaten. Het kostte me weinig moeite om het graf van Marten Toonder te vinden, want het bestond uit twee Keltische kruizen vlak naast elkaar, thuis gezien op internet. En ja hoor, daar ongeveer in het midden van de begraafplaats, de beide kruizen stonden naar het westen gericht.
Ik nam de fietshelm van mijn hoofd af en ging voor het graf zitten. Een paar foto’s gemaakt. Mijn vroegere dorpsgenoot, al heb ik hem nooit ontmoet, hier ver Nederland op een grafsteen aantreffen voelde wat onwerkelijk aan.
Graf Marten Toonder.jpg
Terug bij mijn fiets, die nog bij het toegangshek stond (er stond nog een andere fiets bij van nog een bezoeker), at ik een banaan op en reed weg, rechtsaf de R761 op. Oeps, had ik m’n fietshelm nog bij het hek laten liggen en weer rechtsomkeert gemaakt om hem op te halen en op m’n hoofd te zetten. Dat ding heb ik in 2004 in de Zweedse plaats Hagfors gekocht, vandaar dat er een Zweedse vlag op geschilderd is. Het werd alsmaar warmer, mijn hoofd werd er rood van. De weg naar Bray (in het Iers: Bré) liep steil omhoog, over de rug van de Bray Head, een strook rotsheuvel van 238 meter hoog, die in de Irish Sea uitsteekt. In de zinderende zon was het zwaar trappen. Het autoverkeer werd steeds drukker, omdat ik Dublin naderde. Gelukkig stonden er veel schaduwgevende bomen aan mijn linkerkant, want ik fietste nu naar het noorden. Na een half uur vanaf de begraafplaats bereikte ik Bray. Die kustplaats deed me, gezien de bouwstijlen van de huizen in de Main Street meer aan Engeland denken. Daar zag ik een geldautomaat van de Allied Irish Bank (AIB) staan, want ik had haast geen contanten meer op zak. Geen probleem met mijn eigen Rabobank-pas en negentig euro tappen was wel ruim voldoende. Het verkeer werd steeds drukker en ik reed zoveel mogelijk tegen de vegetatie aan, zelfs brandnetels. Auw, want ik had m’n Rabobank-wielershirt aan met korte mouwen, dus met deels blote armen. Kort na Bray kwam ik een kerk tegen tussen een vorksplitsing. Let wel: ik heb (met opzet) géén kaart bij me (!) en heb thuis alleen maar geoefend met Google Streetview. Mijn sterke oriëntatievermogen en gevoel voor richting dragen daar bij aan. Doordat ik deze kerk heb herkend, ging ik daar linksaf. Dit is de Saint Anne’s Church van Shankill. De weg voerde door lommerrijke buurten met villa’s en keurige woningen. Daar passeerde ik een grote grafsteenhouwerij, waar mooie grafstenen en Keltische kruizen stonden uitgestald. Het is de firma Shanganagh, die zelfs ook bestellingen uit het buitenland verwerkt. Dit bedrijf heeft een website en daar heb ik korte tijd later een offerte aangevraagd. Voor het geval dát.... En zelfs ruim de helft goedkoper dan Nederlandse grafsteenhouwerijen.
Celtic cross.jpg
Gelukkig daalde de weg nu vals plat omlaag en er was een rood geasfalteerde fietspad langs. Al gauw voegde het fietspad zich bij de drukke autosnelweg N11. Er was niet altijd een trottoirband aanwezig, of was er enkel een witte streep die het fietspad scheidde van het asfalt van de N11! En dat gedurende twaalf kilometer…. Soms was er wel een grasstrook tussen. Het aantal betonnen bouwwerken zoals viaducten nam toe.
Fietsen langs N11.jpg
Het is al kwart voor drie toen ik het bewoonde deel van Dublin binnen kwam. Hier ging de N11 over in de R138, eerst als Stillorgan Road, gevolgd door de Leeson Street. Daar zag ik bij het kruispunt met de Nutley Lane een grote zendmast staan, de „Eiffeltoren van Dublin” van de RTÉ, Raidió Teilifís Éireann. Dat is dezelfde zender, waar ik gisteravond in Glendalough naar de wedstrijd van Gaelic Football heb gekeken. Gedurende mijn tocht door de Leeson Street bereikte ik het centrum van de Ierse hoofdstad. Toen zag ik rechts van mij een groot park liggen, het Saint Stephen’s Green Park, wat al in 1663 is aangelegd. Zeg maar wat het Vondelpark voor Amsterdam is. Ik stapte van mijn fiets af, stak de drukke straat over, en liep het park in. Het was zonnig weer en daardoor waren er veel mensen in het park, vaak op het gras zittend. Opvallend bestond het merendeel uit jonge gezinnen. En talrijke kinderwagentjes. Ja, dat is katholiek Ierland, een land waar anticonceptie en echtscheidingen zeer streng verboden zijn. Hier vlakbij gaf een concert vanuit een muziektent een acte de présence. Veel mensen in het park luisterden mee naar de muziek. Ik belde Jeannette meteen op en met mijn mobieltje luisterde zij thuis in Nederland mee naar de muziek!
Muziektent.jpg
De omgeving van het park wordt bepaald door belangrijke gebouwen, zoals diverse ambassades en grote banken. Een klein half uur later fietste ik bij de Saint Patrick’s Cathedral terug op het punt, waar ik afgelopen donderdag al ben geweest. Nu trokken er steeds meer wolken door de blauwe hemel. Hier sloeg ik rechtsaf en daar licht afdalend passeerde ik de Christ Church Cathedral. Het zeer oude kerkgebouw met het bouwjaar 1033 (!) is door een luchtbrug verbonden met het aartsbischoppelijke paleis.
Christ Church Cathedral.jpg
Daar onder de brug van de aartsbisschop hoogstpersoonlijk fietste ik door naar de O’Donovan Rossa Bridge over de rivier Liffey. Dan is de laatste jeugdherberg van mijn Ierland-fietstocht nu niet ver meer. Eerst verdwaalde ik een beetje door achteraf straatjes om tenslotte op de Dorsey Upper Street uit te komen. Het stadsbeeld ten noorden van de Liffey zag er wat minder florissant uit dan ten zuiden ervan. Daar linksaf langs de Black Church kwam ik op de Mountjoy Street, waar The Dublin International Youth Hostel op nummer 61 is gevestigd. Mijn horloge wees 15.52 uur aan. Vandaag heb ik 62 kilometer afgelegd en wát heb ik ervan genoten!

- wordt vervolgd -
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel zeven.

Ik kende dit gebouw al jarenlang van foto’s of uit jeugdherberggidsen. Op Google is dit ook de meest gefotografeerde jeugdherberg. En nu stond ik werkelijk waar voor dit pand. Ik parkeerde mijn fiets tegen het ijzeren hek naast de ingang, deed hem op slot en haalde de bagage eraf. Eerst op een deurbel drukken om binnen te treden. Binnen was er een groot common room of lounge, waar ook de balie van de receptie zich bevond. Mijn reservering was in orde bevonden en ik kreeg een magneetkaartje voor kamer 405, bed nr. 7 op twee hoog achter. Mijn fiets kon in een kleine fietsenstalling achter de jeugdherberg gestald worden. Hiervoor moest men de sleutel bij de receptie vragen om de poort, bereikbaar vanuit een zijstraat, met een elektrisch schuifhek te openen. Het duurde nog een poosje totdat ik me in mijn acht bedden tellende kamer kon installeren, want in de gangen waren er verscheidene tochtdeuren, die je met hetzelfde magneetkaartje moesten openen, waarvoor ik een deel van mijn bagage op de vloer moest neerzetten.
YH Dublin International.jpg
The Dublin International Youth Hostel is gevestigd in de voormalige Saint Joseph Convent School voor jongens bij de kloosteropleidingen. Vandaar dat ik overal in het gebouw sporen uit het katholieke verleden kon aantreffen, zoals neogotische versieringen op de trapleuningen. Hier is ook het hoofdkantoor van An Óige ondergebracht, de jeugdherbergorganisatie van Ierland, op de foto het gebouw in het midden. Links de kapel, nu eetzaal. En deze jeugdherberg beschikte over drie eigen pendelbusjes, om de gasten van en naar Dublin Airport te vervoeren voor de prijs van € 7,– per persoon. Wat een service! Ondanks de internationale allure van deze jeugdherberg werden er helaas geen avondmaaltijden geserveerd. Dat noopte mij om na het douchen en van fietskleding naar gewone kleren te omkleden de stad in te gaan. Niet bezwaarlijk, want dan zag ik ook veel meer van Dublin. Het was nu helemaal bewolkt en de temperatuur daalde. Gelukkig bleef het wel droog. Aan de receptie heb ik gevraagd waar ik CD’s met Ierse muziek kon kopen, Jeannette wilde die zo graag hebben. “Try at the Carroll’s in the O’Connell Street”. Ik haalde mijn fiets weer van de binnenplaats achter de jeugdherberg en reed richting het centrum. Ooo… wat voelde hij zonder bagage zo licht, na dagenlang zwaar fietsen. Eenvoudig tegenover de jeugdherberg rechtdoor de Blessingston Street in en dan linksaf en weer rechtsaf, de Frederick Street, die na een paar honderd meter overgaat in de O’Connell Street. Dit is de „Champs Élysées” van Dublin en het is met 49 meter de breedste straat van Europa. Wat meteen opvalt, is de 120 meter hoge roestvrijstalen naald midden op deze boulevard, "The Spire" uit 2003. Bepaald mooi kan ik dit niet vinden. Ook zijn de meningen van veel Dubliners hierover nogal verdeeld. Hier stond eerder een iets kleiner evenbeeld van de bekende Nelson’s zuil op de Trafalgar Square in Londen, welke door de IRA als haat tegen Engeland is opgeblazen. Tegenover de nieuwe naald staat het hoofdpostkantoor van An Post (de Ierse posterijen), een groot gebouw met een timpaan op pilaren. Hier werd in 1916 de opstand voor een vrij Ierland tegen de Britten georganiseerd, maar die bloedig werd neergeslagen. Daarbij liep de O’Connell Street zware schade op.
De Carroll’s is gauw gevonden, maar eerst wilde ik nog wat eten en dat deed ik in de McDonald’s, die enkele panden links ervan is gevestigd. Ik deed mijn fiets voor het grote raam op slot en binnen constateerde ik dat de gehele begane grond alleen voor gezinnen met kinderen bestemd is en dat de individuelen op de eerste verdieping gingen eten. Hierin zag ik dus weer het belang van de Ierse katholieke kerk, dat hier kennelijk goed zichtbaar moest zijn. Zo kon ik mijn fiets niet in de gaten houden. Na het opnemen van de bestelling bracht ik het dienblad met mijn avondeten naar boven. Gelukkig was er een tafeltje bij het raam vrij en via de spiegelende etalageruiten aan de overkant van de straat of via de ramen van de voorbijrijdende dubbeldekkers kon ik mijn fiets alsnog in de gaten houden. Er bestaat in Dublin helaas ook fietsendiefstal, hoor!
Carrolls.jpg
Na het eten toog ik naar de Carroll’s. De zaak omvatte twee panden naast elkaar en er was boven nog een winkelverdieping. Op ’s zondags zelfs open. Het was de grootste souvenirswinkel, die ik ooit gezien heb. Goedkope ‘Made in China’-kitsch treft men hier niet aan, het zijn vaak spullen van goede kwaliteit. Ik kocht hier een stapeltje CD’s met prachtige Ierse muziek en enkele crucifixen. Met een rib uit mijn lijf fietste ik terug naar de Mountjoy Street 61. Daar verbleef ik nog een tijd in het dagverblijf, frisdrank drinken, wat lezen en praten met enkele gasten. Toen ging ik rond tien uur naar bed. Good night!

Maandag 1 september 2014.
Een nieuwe maand is aangebroken. September. Het kwam zelden voor dat ik zo laat in de zomer een buitenlandse fietstocht heb gemaakt.
Om tien over zes opgestaan. De slaapkamer 405 was nu vol met trekkers, die vannacht laat zijn aangekomen. Het waren Duitsers, die zojuist van het vliegveld zijn aangekomen. Ik deed de gordijnen iets opzij en zag dat het buiten nog schemerdonker was. De straatverlichting brandde nog. Bovendien was het bewolkt en iets kouder, maar droog. Jammer, want gisteren was het stralend zonnig.
Ik moest vroeg op, want ik wilde de drie molens van Skerries en het dorpjes Rush en Lusk zien, voordat ik naar het vliegveld van Dublin ging om terug naar huis te vliegen. Die plaatsen liggen ongeveer 25 kilometer ten noorden van Dublin. Aangezien ik om half twaalf op het vliegveld moest zijn, was helemaal erheen fietsen geen optie. Daarom heb ik een treinreis gepland naar Skerries. Ik voelde me dankbaar dat er een spoorlijn daarheen bestaat.
Het ontbijt is al om 7.00 uur begonnen, nadat ik mijn spullen reeds heb klaargezet. De majestueuze eetzaal is gevestigd in de voormalige kapel naast de jeugdherberg. Helaas geen zwevende kaarsen net als in de Harry Potter-films, maar kille TL-bakken aan de zijgevels boven de fraaie glas-in-lood kerkramen. Tegen de kopgevel aan de straatkant stond een afhaalbalie met erachter de keuken. Mijn ontbijt bestond uit toast, enkele boterhammen met boter en aardbeienjam, corn flakes, koffie (die niet lekker was) en een glas jus d’orange.
Harry Potter eetzaal.jpg
Hierna liep ik terug naar mijn slaapkamer om mijn spullen op te halen en deze bij de voordeur op mijn fiets te laden, die ik in de tussentijd van de stalling op de binnenplaats achter heb gehaald.
Ik nam afscheid van de baliemedewerkers en reed, net als gisteravond, naar de O’Connell Street. Daarbij heb ik vanuit mijn fiets, al rijdende een videofilm gemaakt, die ik na thuiskomst op YouTube heb gezet: https://www.youtube.com/watch?v=4hFzKX0e7rU
Er reden ook nogal wat fietsers en blauwe dubbeldekkers mee naast mij. Bij de naald “The Spire” ging ik linksaf, de Earl Street in, die een blok verder veranderde in Talbot Street, welke na een paar honderd meter rechtstreeks bij het Connolly Station van Iarnrod Éireann, de Ierse spoorwegen, uitkwam. Die straten waren helaas eenrichtingsverkeer in de omgekeerde richting, maar daar had ik geen boodschap aan. Het spitsuur was al begonnen, omdat het maandagmorgen was.
Het Connolly Station is een zogenaamd vorkstation, zoals Amsterdam-Muiderpoort, met de ingang tussen de vork. Alleen bij Connolly eindigt de ene vertakking van de Y in een kopstation, de andere vertakking loopt door naar andere bestemmingen. Het oude stationsgebouw wordt niet meer gebruikt, daarachter is er een modern gebouw neergezet, deels over de oude perrons. Aan de rechterkant gaan er roltrappen naar boven, want in Dublin liggen de spoorlijnen hoog bovengronds.
De kaartjesautomaten werkten eenvoudig. Kies bij Destination een letter uit het alfabet. Ik klikte (touchscreen scherm) op de S en kies Skerries uit een hierop verschenen lijst met stations die met een S beginnen.
Het betalen ging precies zoals bij de bekende gele NS-kaartjesautomaten, met mijn gewone bankpas van de Rabobank. Het treinkaartje kostte € 5,70.
Voor de zekerheid even bij een loket met daarachter een heel vriendelijke Ierse meneer gevraagd of mijn fiets mee kon. “No problem, it’s free!” Hij merkte meteen dat ik doof ben en probeerde met mij in dovengebarentaal te communiceren, maar ik ken helemaal geen Ierse gebarentaal....
Voor de perrons stonden er poortjes met glazen hekjes, die zijdelings openschoven wanneer je het kaartje in een sleuf stak en dat daarna weer uitfloepte. Mijn fiets kon door het invalidenpoortje.
Ik vind het altijd een leuke ervaring om mijn fiets in buitenlandse treinen mee te nemen. In België, Italië, Engeland, Frankrijk, Duitsland en zo veel meer. Vorig jaar nog in Luxemburg. Dit deel ik altijd in de rubriek ‘Fiets en Trein’ op de website van onze vereniging De Wereldfietser, waar ik in 2014 al vijftien jaar lid van ben. In dit onderdeel van het forum kun je je ervaringen kwijt, omtrent het meenemen van je fiets in de trein. Ook in de rubriek ‘Fiets en vliegtuig’ heb ik mijn ervaringen van Amsterdam-Dublin op internet geplaatst, compleet met foto’s. Volgens de dienstregeling vertrok de trein om 8.47 uur van perron 7. Er was op hetzelfde perron ook een man, die een witte fiets bij zich had. Na een poosje wachten arriveerde er een groen-witte dieseltrein met gele voorfront. Op de tekstbak boven de voorruit van de machinist was Dún Dealgan (Iers voor Dundalk) af te lezen.
Ierse trein.jpg
Er was geen fietslogo op de trein te zien, maar er was om de twee wagons een behoorlijke ruimte voor fietsen met horizontale stangen langs de wanden. De man met de witte fiets en ik stapten achter elkaar in de trein. Er zaten maar weinig mensen in de trein. Logisch, want het was ochtendspits en alleen volle treinen gingen naar de stad en niet omgekeerd. Veel Metro-kranten slingerden overal in het interieur rond. Toen zette de trein zich in beweging. Hij reed door onaantrekkelijke buurten en bedrijventerreinen, waarbij nogal wat haltes werden aangedaan. Buiten Dublin liep de spoorlijn tweemaal over een dam door een baai, waar veel watervogels rondscharrelden. Zo te zien zijn de getijden hier groot. Om 9.21 uur stopte de trein in Skerries en daar stapte ik met mijn fiets uit. De molens kon ik al meteen zien, erop af. Twee windmolens en een waterradmolen op een openluchtmuseumterrein midden in het dorp. Hier ben ik met Jeannette al in 2002 geweest, maar om hier met mijn eigen fiets te zijn, is het gevoelsmatig een heel andere belevenis!
Wat onwennig maakte ik de eerste pedaalslagen in een ander deel van Ierland. Met de molens als oriëntatiepunten ging ik erop af. Haast was er geboden, want ik moest om 11.30 uur op het vliegveld zijn, dat is nog ruim twee uur voor de boeg. Een bezoek aan de molens zelf was niet nodig, want hier ben ik al twaalf jaar geleden geweest. Alleen met enkele fotostops was ik al helemaal tevreden. En nog eentje bij de palmbomen langs de kust van de Irish Sea. Palmbomen en toch stond ik hier nog veel noordelijker dan de Nederlandse Waddeneilanden! Skerries is wat heuvelachtig gelegen met hoofdzakelijk bepleisterde huizen en verderop zag ik een kerktoren.
DSCF3204 (klein).jpg
Daarna fietste ik wat steil omhoog naar Rush. De helling was maar kort en dan ging ik vals plat omlaag. Het voornamelijk agrarische landschap is wat minder mooi dan ten zuiden van Dublin, met rondgestrooid wat boerderijen en bedrijfspanden. Het is net alsof je van de Belgische Ardennen in het Vlaamse landschap bent terechtgekomen. Het bestond uit glooiende weilanden en akkers met hier en daar boomsingels, doorsneden door kronkelende wegen, die de dorpen met elkaar verbonden. Zelfs bij de kleine dorpjes waren er nieuwbouwwijken, waarbij rotondes in de doorgaande wegen werden aangelegd.

- Wordt vervolgd -
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu deel acht.

Twintig minuten na Skerries kwam ik over de R128 in Rush aan, een dorpje aan de zee. Daar hebben wij in 2002 aan de kust gekampeerd, na aankomst van de veerboot uit het Engelse Holyhead.
Wij wilden in dat jaar Ierland per auto bezoeken, maar het was zo’n lange reis. Helemaal vanuit de provincie Groningen naar Calais-Dover, om vervolgens ± 600 kilometer door Engeland te rijden. Engeland is een ontzettend mooi land, waar veel te zien is. Brighton, het witte paard van Wiltshire, Stonehenge, Stratford-upon-Avon, Wales en zo veel meer. Onze kleine auto Suzuki Alto was eigenlijk niet als reiswagen geschikt. Wij waren heel vermoeid in Ierland aangekomen en in Rush hebben wij onze tent neergezet. Maar het waaide daar zo hard dat de tent tijdens onze slaap ging klapperen. Toen zijn wij maar langs jeugdherbergen getrokken, eerst naar Ulster (Noord-Ierland) om daarna naar Knockree te gaan. Toen hebben wij eerder dan gepland terug naar Engeland gevaren. Maar toch, een bepaalde jaloezie bekroop me, te weinig van Ierland gezien en wat zou ik hier ontzettend graag rondfietsen. Al jaren lang bleef dit idee in mijn hoofd hangen. Schotland, Portugal, Spanje en Malta zijn andere landen waar ik zonder fiets ben geweest. Om van te hoofdschudden. Maar vijf kwartier naar Dublin vliegen leek zo prachtig en na aarzelen heb ik in mei 2014 de knoop doorgehakt. Gewoon doen! En ik ben nu supermegablij dat ik met mijn fiets hier in Ierland ben!
In Rush, waar de zeewind voortdurend waait, stond aan de Upper Main Street, recht tegenover de weg uit Skerries, een aardige winkel waar wij in 2002 zijn geweest. Daar heb ik een foto van gemaakt, onze auto staat ervoor. Mijn vrouw Jeannette stond binnen in die winkel.
Jackett in Rush,jpg.jpg
Ik heb heel vaak naar deze foto gekeken, wat zou ik daar graag met mijn fiets staan, dan pas voel ik me bevredigd. Overal lage huizen in allerlei pastelkleuren, soms rietgedekt met hier en daar een kleine palmboom in de tuin. Na het nemen van de foto, dé foto anno 2014, fietste ik verder. Halverwege Lusk lag er links een grote begraafplaats, waarbij de talrijke Keltische kruizen het beeld bepaalden. Hoe bijzonder!
Cemetery Rush.jpg
Nog een foto van maken en haastig trapte ik verder over bochtige wegen met korte hellingen. Bij het naderen van Lusk herkende ik door veel nieuwe huizen de dorpsrand niet meer. Dat gaf natuurlijk meer druk in het woon-werk verkeer naar Dublin. Dat was straks goed te merken op de weg R127 naar Swords. Maar eerst bij de kerk gaan kijken. Die heeft een ruig uitziende toren uit de 15e eeuw, waar zware ronde hoektorens met kantelen tegen de drie hoeken zijn aangebouwd en wel zodanig dat de eigenlijke toren hierdoor wat in het gedrang leek te komen. De vierde hoektoren staat echter op geringe afstand los van de kerktoren en hij is als round tower van veel oudere datum. De oorspronkelijk kegelvormige spits is hier later sterk afgeplat en leek meer op een Chinese hoed. De kerk is in 1847 er tegenaan gebouwd. Dus een kerk met drie verschillende bouwhistories.
Kerk Lusk.jpg
Nu fietste ik snel verder, over de weg R127 richting Swords, het laatste dorp voor Dublin Airport. Aangezien het land hier glooiend is, had ik met korte stijgingen en afdalingen te maken. Bij een snelle afdaling raakte ik een steentje en pang, daar ging mijn achterband weer! En dat terwijl ik haast had om op tijd op het vliegveld moest zijn! Ik zocht een plek waar ik mijn fiets veilig kon neerzetten, want er reed hier veel verkeer, ook vrachtwagens. Naast een oprit van een wit huis lag een betonnen rand, waarop ik kon zitten. Vlug bagage eraf gegooid en achterwiel eraf gehaald. In tien minuten was de band weer gerepareerd en na het opzetten van de spullen kon ik weer verder.
Bij het kruispunt, waar de R127 op de R132 uitkwam, zag ik in de berm sporen van een auto-ongeluk. Glasscherven, beschadigd gras, kleine onderdeeltjes, een stuk van een bumper en zelfs een kentekenplaat lagen daar. Krassen op het asfalt en op de trottoirband. De bij dit ongeluk betrokken voertuigen waren reeds afgesleept. In Zweden, waar Jeannette en ik een tweede huis bezitten, heb ik aan de wand van de garage een verzameling buitenlandse autonummerplaten hangen. Alleen en uitsluitend van de landen waar ik per fiets ben geweest. Dus deze Ierse nummerplaat gaat mee! Bovenin stond Cill Mhantáin, wat Iers is voor de stad Wicklow. Daaronder 99-WW-7112. En het kenteken van mijn huidige auto begint ook met een 99…. Wel licht gedeukt en gekrast, maar na het opknappen zag hij er nu goed uit. Een mooie aanwinst. Ik heb bij het Ierse equivalent van ons „Veendam” op internet gezocht wat voor voertuig eraan heeft gezeten. Het was een blauwe Honda Civic Estate; er was zelfs een foto van de auto bij aanwezig. Ik zoek nog naar kentekenplaten uit Denemarken, Noorwegen, Zwitserland, Oostenrijk en Jordanië.
Plaat.jpg

- Wordt vervolgd -
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat ik een prachtige fietstocht door Ierland heb gemaakt. Bijna geen dag gaat voorbij of ik denk er nog steeds aan. Ierland, het buitenbeentje van Europa.... Ik heb nu besloten om mijn volledige reisverslag te plaatsen.

Hier is nu het negende en laatste deel.

De R132 veranderde bij het naderen van Swords in een drukke vierbaansweg, zodat ik op de vluchtstrook moest fietsen. Het mag hier, want er zijn ook af en toe andere fietsers te zien. Op een rotonde sloeg ik driekwart rechtsaf naar Swords, omdat ik daar nog een round tower wilde bekijken. Eerst passeerde ik het kasteel van Swords. De toren was vrij moeilijk te vinden, omdat hij achter een gesloten rij huizen aan de Main Street stond. Dit is een gezellige straat met veel platanen en winkels in het centrum. Aan een vrouwelijke voorbijganger gevraagd: “Where can I find the round tower?”. Tijdens een korte aarzeling, alsof zij nog nooit van deze toren had gehoord, kwam er een tweede vrouw bij, die het verlossende antwoord wél wist. “Straight ahead and then turn right, so you can see it.” Zodoende vond ik de oude toren naast een kerk op een heuvel. Deze grijswitte round tower dateert uit 1014, dus nu precies een millenium oud. Hij is vergeleken met Glendalough wat onregelmatig gevormd. Ook zijn de vier openingen onder het kegeldak nogal verweerd. Door de vele bomen en struiken is hij ook moeilijk te fotograferen.
Round tower Swords.jpg
En nu onmiddellijk naar Dublin Airport, dat nog geen vijf kilometer van hier is verwijderd. Aan de zuidkant van Swords kwam ik weer op de drukke R132 terecht. Gelukkig wel met een fietspad. Overal bedrijventerreinen, die vaak rommelig aandeden. En dan fietste ik weer over een vluchtstrook. Net voorbij de rotonde van Cloghran zag ik iets op de weg liggen: een gemeentevlag van Dublin. Die heb ik gisteren al gezien op veel gemeentelijke voertuigen, zoals vuilnisauto’s en bestelwagens, vaak met twee vlaggen op het dak van de cabine. Swords hoort bij de gemeente Dublin. Dit exemplaar is blijkbaar afgebroken en ik raapte hem op. Na de nummerplaat van daarnet weer een mooie aanwinst uit Ierland. De vierbaansweg liep heel flauw vals plat omlaag. Van het naast mij voorbijrazende verkeer had ik geen probleem, want ik droeg een geel hesje. Zowat iedereen rijdt netjes. Rond half twaalf maakte ik op de rotonde bij het vliegveld contact met mijn fietsroute van vijf dagen geleden. Daar zag ik een camerawagen van Google Streetview voorbijrijden. Er rijden, waar mogelijk, in veel landen op de hele wereld, tientallen van die voertuigen. Zij zorgen voor de online straatbeelden van Google Maps. Als die wagen in werking was, dan zou ik er misschien op staan! Daar moet je wel een paar jaar geduld voor hebben…. „Zeg, fietst daar niet Martin van Doornik in Ierland?” De aanblik van de talrijke aan het vliegveld gerelateerde gebouwen maakte mij duidelijk dat mijn Ierse fietsavontuur nu afgelopen is en straks vlieg ik terug naar Amsterdam.
Terminal 2 Dublin.jpg
De wegwijzers gaven duidelijk aan bij welke terminal ik moest zijn. Het fietspad eindigde tot voor de deur van Terminal 2, kom daar maar eens om bij Schiphol. Daar stapte ik af en liep ik met mijn trouwe gele Giant tussen de andere passagiers naar binnen. Het was nu 11.37 uur, zeven minuten te laat volgens mijn planning, maar wat gaf die zeven minuten nou? Ik ben daar goed in geslaagd, de fietsroute uitstippelen en hoe laat ik dacht aan te komen in aanmerking gekomen. Zonder die lekke band van daarnet was ik zeker eerder gekomen.
Ik heb de coördinaten van Dublin Airport onderzocht: de geografische ligging is precies op gelijke „hoogte” als mijn woonplaats Westernieland en of het nog niet genoeg is, is de afstand van het vliegveld naar de 0° meridiaan precies even groot als de afstand ten oosten daarvan naar mijn dorp!
In de grote hal stonden er net als op Schiphol Check-in apparaten, maar dan groen van kleur. Wat ik met mijn paspoort ook probeerde, het lukte me niet om hier een boarding pass te printen. Ik vervoegde me bij een balie van Aer Lingus en na enkele minuten ontving ik de instapkaart. Maar er stond geen gate-nummer op vermeld. De grote schermen met bestemmingen en vertrektijden vertoonden ook geen gate-nummers. Merkwaardig! Ik vroeg nog een keer, which gate? De mevrouw achter de balie schreef Gate 422 op mijn kaart. Schuin achter in de hal bevond zich de balie voor Oversized baggage. Daar heb ik mijn fiets vliegklaar gemaakt, zoals banden leegmaken, stuur een kwart slag draaien, pedalen eraf halen. Maar in tegenstelling tot Schiphol is hier geen fietsdoos verkrijgbaar. Geen probleem, ik had een fietshoes van de Fietsvakantiewinkel bij me. Ik heb hem nog gebruikt voor het meenemen van mijn fiets naar Italië in 2006, dezelfde gele Giant als hij hier.
Op de foto had ik de pedalen nog niet eraf geschroefd.
Fiets op Dublin Airport.jpg
Wel betaalde ik € 40,– voor het vervoer van mijn fiets per vliegtuig. Dat had Schiphol – gelukkig voor mij – bij de heenreis vergeten te verrekenen…. En maar hopen dat mijn fiets een goede vlucht zal krijgen. Behalve mijn stuurtas ging de rest van mijn bagage in een zwarte flight bag van dezelfde Fietsvakantiewinkel. Zo kon hij in één keer op de transportband. De gehele afhandeling vanaf het binnenkomen heeft maar een half uur geduurd, tegen een paar uur lang op Schiphol.... Hierna nam ik de roltrap naar de tweede verdieping, zo hoog over de aankomsthal, naar de gates. Halverwege moest ik door een strenge security-afdeling, waar je werd gefouilleerd en je bagage samen met de inhoud van je zakken en metalen voorwerpen in een bakje via een scanmachine gerold werden. Alles in orde. Nu had ik echt het gevoel alsof ik de deur van Ierland achter me heb dichtgetrokken, geen prettig gevoel. Na een eindje lopen met tussendoor een toiletbezoek (net als op de heenreis ook al geen handdoeken of luchtblazers voor je handen!) kwam ik bij gate 409. Maar op het beeldscherm stond Lanzarote. Als ik niet had opgelet, was ik zeker per ongeluk in Spanje terecht gekomen! En zeker zonder mijn trouwe fiets, want die zou automatisch naar het goede vliegtuig naar Amsterdam gebracht worden. Zonder mijn fiets op de Canarische Eilanden, bah!
Bij een geüniformeerde medewerker nog eens navraag gedaan, want de balie van Aer Lingus heeft zich duidelijk vergist. Ik moest bij gate 415 zijn. Stel je voor!
En nu wachten bij het toestel, ook een Airbus A320. De bagage werd in gesloten aluminium pallets naar de laadruimte onderin het toestel gebracht en daar naar binnen geschoven. Ik kon mijn fiets niet zien, misschien zat hij in zo’n ding. Zij hebben afgeschuinde zijkanten, zodat ze in de romp konden passen. Om 13.00 uur konden wij on boarding gaan. Ik zat op stoel 20 links bij het raam. Naast mij nam een jong meisje plaats. Zij had zwart haar met groene lokken. Meer dan een korte begroeting was er niet en al gauw haalde zij een tablet tevoorschijn. Daar zat zij bijna de gehele vlucht onbewogen mee bezig zonder ook maar naar buiten te kijken.
Om 13.20 uur ging het vliegtuig taxiën en met mijn mobieltje luisterde Jeannette thuis mee naar het motorgebulder tijdens het opstijgen, terwijl ik tegelijkertijd een video-opname maakte, zie hier:
https://www.youtube.com/watch?v=l7pyLMM ... e=youtu.be
Op de achtergrond zijn de heuvels van Wicklow Mountains te zien. De vlucht ging voorspoedig, met intussen een sandwichmaaltijd en een kopje thee van de stewardess. Nu moest ik mijn horloge weer een uur vooruit draaien en boven Noordwijk aan Zee begon het vliegtuig aan de landingsprocedure. Wat een verschil met Ierland, zag ik nu het propvolle Nederland, het westen uiteraard. Om een brok in je keel van te krijgen. Wónen de mensen daar beneden echt? Nog voor half vier, na nog geen vijf kwartier vliegen, landde het toestel op Schiphol.
https://www.youtube.com/watch?v=AaYLVUD ... e=youtu.be
Al gauw pakten wij onze spullen en hierna verlieten wij het toestel. Eenmaal binnen de gate heb ik Jeannette meteen gebeld dat ik geland ben. Een blije kreet klonk door mijn oor. Door de lange gangen met loopbanden naar de Baggage claim no. 11. Maar het duurde een half uur voordat het geduld van de medepassagiers werd beloond, toen de bagage op de band kwam aanrollen. Mooi is dat mijn zwarte flight bag als een van de eersten was binnengekomen. Maar mijn fiets? Die was een kwartier later bij Baggage claim no. 13 neergezet, niet zichtbaar vanaf no. 11. Vlug zette ik mijn fiets weer in elkaar en liep met de herpakte fiets zonder problemen door de groene zone van de douane. Bij de Albert Heijn wat te eten gekocht voor onderweg en fietskaartje gekocht plus het inchecken van mijn OV-chipkaart voor Groningen. Op het koude, tochtige perron 1 van station Schiphol wachten op de trein van 17.03 uur.
DSCF3231 (klein).jpg
Uitgerekend midden in het spitsuur, maar gelukkig was er nog plek voor mij en mijn fiets in de trein. Tegenover mij zat een mevrouw die veel koffers rondom haar had neergezet, waar mijn benen nauwelijks konden bewegen. Nog even een meegenomen Ierse krant gelezen en wat gegeten en gedronken. In Groningen overgestapt op de trein naar Baflo en dan nog zeven kilometer naar huis fietsen. Om 20.12 uur ben ik thuis gekomen, heerlijk in de armen van mijn lief Jeannette. En de katten begroetten mij ook. De daarop volgende maanden, nee járen, zat ik nog vol met Ierse napret in mijn hoofd!

Naschrift: weliswaar duurde mijn fietstocht door Ierland vrij kort, wanneer ik de Ierland-ervaringen van onze andere leden mag geloven, maar het kon echt niet anders: mijn werk, onze gewone vaste vakanties, de kosten…. Maar genoeg om Ierland goed te begrijpen!
Er zijn niet veel landen in Europa waar de geschiedenis zo tastbaar aanwezig als op het Ierse eiland. Het oude, mysterieuze en geheimzinnige land is bezaaid met Keltische kruizen, round towers, ruïnes en vele gedenktekens. In december 2014 kwam een eigen boek over de fietstocht in Ierland gereed, zelf gemaakt, uitgeprint en voorzien van een spiraalrug. Uit dat boek heb ik hier in dit forum een afschrift geplaatst. En zowat elke dag klinkt er vanuit de CD-speler Ierse muziek door onze woonkamer.