Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Op DEET2: fietsverslag Bangkok - Koh Chang - Forum Wereldfietser

Op DEET2: fietsverslag Bangkok - Koh Chang

Proloog:

Vorig jaar postte ik hier een reisverslag ‘op DEET’ van mijn solo luxefietstocht tussen Bangkok en Phuket. Dat was een onvergetelijke ervaring die naar meer smaakte. Ook dit jaar fietste ik in Thailand, maar deze keer zonder hulp van een reisagent, zonder voorgeboekte hotels, zonder gehuurde fiets en uitrusting, zonder bagaggevervoer. Alles op eigen kracht dus. De voornaamste reden waarom ik hiervoor koos is de grotere avontuur/budget-verhouding. Meer thrill per euro dus – zonder daarbij echt in te boeten aan comfort.

Een eerste beslissing die ik moest maken betrof de fiets. Ik had niet echt zin om mijn thuisfietsje mee te nemen op het vliegtuig. Omdat bij fietshuren de keuze eerder beperkt is besliste ik om mijn Thaise vrienden (zie eerste ‘op DEET’ verhaal) in te schakelen om een nieuwe fiets voor me te kopen in Bangkok. Lekker spannend: ik zou dan een fietsreis beginnen op een eigen fiets waarop ik nog niet eerder had gereden. Maar bij een huurfiets is het niet anders, toch? Op de websites van de Bangkokse fietswinkels zocht ik naar een midrange fiets die geschikt zou zijn voor reizen van pakweg 1000 km met lichte baggage. Ik kwam uit bij de TREK FX3 Disc van 2022 met een 1x10 Deore groepset. Voor de zekerheid zette ik de overbrengingsverhoudingen even uit in Excel en vergeleek ze met mijn thuis-Rohloff waarvan ik na 18 jaar perfect weet wat ik er mee kan en wat niet. Ik zou versnellingen 1,2 en 14 missen en de stapjes zouden wat groter en onregelmatiger zijn. Daar kon ik mee leven. Ik plande immers geen tochten in het hooggebergte. Goed. Het geld werd overgeschreven, de vrienden kochten de fiets en stuurden me wat voorpretfoto’s.
IMG-20221203-WA0002.jpg
Mijn Thaicycle - ik kan niet wachten om te vertrekken!
Een tweede beslissing die ik moest nemen was de richting waarin ik zou fietsen. Dat ik eens vanuit Bangkok zelf wou vertrekken stond al vast. De zuidwestrichting naar Phuket had ik vorig jaar reeds gedaan (en ook in 2008). Het noorden misschien? Het is wel erg ver naar Chiang Mai als je maar twee weken hebt. Naar het zuidoosten richting Cambodiaanse grens? Dat leek wel interessant. Je kan de kustlijn volgen waar altijd wel makkelijk hotels te vinden zijn – wat niet onbelangrijk is als je absoluut niks op voorhand boekt. Ja, dat werd het, vanuit Bangkok richting Cambodja fietsen met als centrale idee: we zien wel waar we geraken.
Screenshot_20230222_180831_Chrome.jpg
Via Google Maps zocht ik een handvol bezienswaardigheden in de regio. Deze puntjes op de kaart liet ik dan door brouter verbinden tot een mooie route om toch een houvast te hebben. Op plaatsen waar de track snelwegen kruiste checkte ik even de situatie via Google Streetview of het allemaal wel befietsbaar zou zijn. Hier en daar verschoof ik dan de track naar een veiliger alternatief. Zo, dat zou moeten volstaan. Alles was klaar voor een mooie fietsreis.

Oh, ‘the pimping’ mag ik ook niet vergeten. Ik zou niet op een kale fiets vertrekken. Ik vroeg mijn vrienden om mijn ‘Thaicycle’ te laten voorzien met:

  • Een baggagedrager (ik zou niet backpacken maar een hybridesetup gebruiken)
  • Spatborden (misschien een domme keuze in het droog seizoen, maar het houdt de fiets onder alle omstandigheden netter, onderdelen slijten minder snel, kleren worden minder snel vuil, etc).
  • Twee hyperstraffe irritant flikkerende lichtjes, de Bontrager Ion 200RT/Flare RT (vermits ik sommige stukken op drukkere wegen zou rijden wou ik echt wel gezien worden overdag – in het donker zou ik niet fietsen, dus geen risico op verblinding van tegenliggers).
  • Twee bidonhouders met bijhorende bidons (tropenfietsen – geen verdere uitleg nodig)
Zelf bestelde ik thuis nog wat lekkers bij Rose:

  • Twee fietsshirts (1 fluogele, om goed gezien te worden natuurlijk, en 1 zwart-blauwe om te matchen met mijn fiets)
  • Een ligstuur (om hyperrelaxed en efficient te kunnen rijden op lange wat kalmere stukken)
  • Een framebag (komt altijd van pas)
  • Een quadlockhouder (om mijn telefoon=GPS op mijn bovenbuis te bevestigen)
  • Een handlebarbag (voor paspoort en geld, en die dus overal meeging. De tas liet ik door mijn handige vrouw omtoveren tot eentje die ligstuurcompatibel is – best bag ever!).
  • Fietsreparatiespul en een soort multitool met ‘4276 gecombineerde’ mogelijkheden.
Zo. Helemaal klaar voor het avontuur! 🚴‍♀️🌅
Dag 1: Suvarnabhumi – Bang Bo (46 km)

In de Bangkokse ochtenspits pikt So me op met haar wagen. Achteraan liggen haar racefiets en mijn fonkelnieuwe fiets, mijn Thaicycle, of ‘blue baby’ zoals zij hem noemt. Als opwarmertje voor mijn fietsreis heb ik een rondje met haar gepland op Skylane. Skylane is een vlak fietspad van 23,5 km rondom de luchthaven van Bangkok, geopend in 2015. De officiele naam is ondertussen veranderd in “Happy and Healthy Bike Lane”, wat positiever klinkt maar heel wat moeilijker bekt. Voor mij blijft het Skylane. Er is een heus onthaal waar je een snap bracelet om je pols krijgt waarmee je via een elektronisch poortje op de éénrichtingstrack kan. Je kan ook geld laden op die snap om onderweg bij de piekfijn ingerichte rustpunten iets uit de automaten te halen. De fietsbaan komt in twee kleuren: als je het snot voor je ogen wil fietsen moet je op de paarse baan (met gele belijning), voor het meer rustige werk gebruik je de blauwe baan (met witte belijning). Je kan ten allen tijde een bezemwagen bellen bij problemen. Aan het vertrek/eindpunt zijn er fietswinkels, restaurants en wat nog. Fietsen en helmen kan je ook huren. Het gebruik van de fietsbaan zelf is gratis. Jawel.

Vooraleer we aan het rondje Skylane kunnen beginnen wil ik mijn nieuwe fiets nog pimpen. Op de bijna lege parking van Skylane, in de schaduw van een moderne luifel knutsel ik alles in elkaar. Ik monteer een ligstuur, flikkerlichtjes, fietscomputer, een kleine voetpomp, smartphonehouder, frametas en stuurtas en zet het zadel op de gewenste hoogte. Enkel een klein achteruitkijkspiegeltje is niet compatibel met mijn stuur - dat wordt dan gewoon de nekspieren gebruiken. Ik zet mijn helm op en doe een eerste testritje van een twintigtal meter. Met een brede glimlach roep ik naar So: ‘It works!’.

Ondertussen sloft een Skylane official naar ons toe, kijkt naar mijn sandalen en overlegt even met So in het Thais. Het blijkt verboden te zijn om met open schoeisel te fietsen op Skylane. Dat is een probleem: op mijn waterschoentjes na zijn die sandalen het enige schoeisel dat ik mee heb voor de komende twee weken. Travel light. Gelukkig liggen er in So’s wagen nog een paar sportschoenen van haar man Kit – en die lijkt ongeveer dezelfde maat te hebben als ik. Toch een Skylane-rondje!

Met het snapbandje rond onze polsen piepen we onszelf door de toegangspoortjes en een breed fietspad lacht ons toe. Er is niemand anders. Het is heerlijk fietsen – maar voor spannende panorama’s of andere highlights moet je Skylane niet kiezen. Het is functioneel en dient enkel om de benen los te gooien. Wat we dan ook doen, maar traag genoeg zodat we nog een leuk gesprek kunnen voeren. Het is immers weeral een jaar geleden dat we elkaar hebben gezien. Op kilometer 16 zegt So dat haar tank leeg is. Dat verrast me omdat ze heel sportief is – ze badmintont wekelijks, loopt verschillende keren per week 5 a 10 kilometer en had enkele maanden terug nog een hele marathon afgewerkt. Goed, waarschijnlijk heeft ze een mindere dag – we kiezen ervoor om het bij één rondje te houden. Bij het aankomstpunt bestellen we nog een lekkere lunch zodat haar tank weer gevuld wordt.
20221209_122633.jpg
20221209_124012.jpg
IMG-20221209-WA0036.jpg
Terug aan de wagen vraagt So me met twijfelende blik of ik wel zeker ben dat ik via de highway Bangkok wil uitrijden. Ze wil me met de wagen naar Chonburi brengen zodat mijn fietsavontuur op de lokale wegen kan starten. Mijn koppig besluit staat vast: ik wil zelf Bangkok uitrijden, en als ik daar 40 kilometer highway moet bijnemen, dan is dat maar zo. Na een knuffel kijkt ze diep in mijn ogen alsof we elkaar voor de laatste keer zullen zien. “Be careful”: zegt ze. Er klinkt schuldgevoel in haar stem omdat ze me laat gaan. “I will” zeg ik met een onhandige glimlach. Ze zwaait me uit.

Met goede moed vertrek ik zuidwaarts via Suvarnabhumi 3 road die leidt naar de Bang Na express way. Suvarnabhumi 3 is kaarsrecht en heeft een behoorlijke zijstrook wat het comfortable fietsen maakt. Al gauw kom ik een bordje tegen “verboden voor fietsers”. Dat is merkwaardig – nagenoeg alle wegen in Thailand zijn open voor alle verkeer (op een paar specifieke autowegen na). Omdat ik geen alternatieven zie om zuidwaarts te rijden vervolg ik toch mijn weg. In gedachten zie ik me al in gebarentaal uit de knoei argumenteren bij een norse Thaise politieagent in bruin kostuum. Die denkbeelden zijn nog niet helemaal verdampt in mijn hoofd of er steekt me een politiewagen voorbij. Een eindje verderop houdt hij halt – maar het is niet voor mij. Het is letterlijk een geluk(je) bij een ongeluk. Een scooter ligt langs de kant van de weg en is wellicht geraakt door een pickup truck. Een man staat versuft aan de kant. Ik begrijp nu nog wat beter de ongeruste blik die So me gaf bij ons afscheid daarnet. De Thaise ongevalsstatistieken zijn niet mooi. Voorzichtig rij ik om de plaats van het ongeval heen. Even later bereik ik de Bang Na express way die ik tot nabij Chon Buri, 42 kilometer verderop zal volgen. Dat wordt een betonmarathon: deze hoofdweg bestaat voor het grootste deel uit zes parallelle banen met elk drie rijstroken, waarvan vier banen op de grond en twee in de lucht (jawel, 18 rijstroken in totaal). Wat in mijn voordeel werkt is dat op de meeste plaatsen er een brede zijstrook is voor minderwaardig verkeer. Het nadeel is dat die strook veelal wordt gebruikt als parking voor tientonners en door scooters om te spookrijden (wegens gebrek aan oversteekplaatsen op deze monsterweg). Allemaal goed te begrijpen, maar dat maakt dat ik heel dikwijls moet uitwijken naar de eerste rijstrook, heel alert moet zijn en het achteropkomend verkeer altijd goed in de gaten moet houden. Best OK, maar het is mentaal vermoeiend om steeds bij de pinken te blijven. Ik wil niet wegdoezelen en verrast worden dus kies ik er voor tijdig een hotelletje te zoeken via Google Maps. Ik zie dat er na Bang Bo weinig te vinden is dus Bang Bo wordt het eindstation voor vandaag. ‘Bangkok Grand Resort’ klinkt wel leuk dus boek ik via de app.

Ik verlaat de snelweg en in het steegje op weg naar het resort neem ik de eerste ‘dog chase’ in ontvangst. Ik versnel even om aan de hond te ontsnappen en zie dat het steegje na een haakse bocht plots overgaat in een typisch klong-pad. Een soort smal betonnen paadje op peilers dat zonder borstwering langsheen de oever van een rivier loopt. Gelukkig vindt de hond een achtervolging op zo’n klong-pad geen goed idee en laat me verder fietsen.

Ondanks de ronkende naam blijkt het ‘Bangkok Grand Resort’ een bescheiden familiehotel te zijn waar ik een warm welkom krijg. Het is duidelijk dat men nog niet volledig hersteld is van de covid toerismestop. De toegangsbadge voor mijn kamer werkt niet, het warm water werkt niet, er wordt geen ontbijt geserveerd… enfin first-world problems die door het warme enthousiasme van de eigenaar wegsmelten. Hij laat me met het golfkarretje van het resort naar de plaatselijke 7-11 supermarkt brengen zodat ik een ontbijtje kan inslaan. Wanneer ik terugkom hoor ik luide feestmuziek. De eigenaar wenkt me en verontschuldigt zich nogmaals: vanavond wordt er net een verjaardagsfeest gevierd van een kennis, maar de muziek zou worden stilgezet tegen middernacht. Ik zeg dat ik het niet erg vind en dat ik graag feestende Thai zie. Hij kijkt gerustgesteld en biedt me een vleesspiesje aan dat hij zonet op zijn kleine tafelbarbecue heeft gebakken.

Of die nacht de muziek is stilgezet om middernacht weet ik niet. Ik sliep als een roos.
20221209_170348.jpg
De fiets gaat 's avonds op stal.
20221209_212445.jpg
Avondimpressie aan het zwembad.
Dag 2: Bang Bo – Pattaya (127 km)

Ondanks – of misschien dankzij – mijn jetlag word ik vroeg wakker. Ik eet mijn 7-11 ontbijtje op dat zwaarder op de maag valt dan gedacht. Niet erg – die calorieen zal ik nodig hebben onderweg. De dag begint met de resterende 31 kilometer Bang Na expressway. Ter hoogte van een meander van de Bang Pakongrivier staat een deel van de snelweg onder water. Enkele auto’s en vrachtwagens rijden er fluks doorheen en maken grote watergordijnen. Het meeste verkeer neemt echter de derde rijstrook die nog grotendeels droog ligt. Ik twijfel even wat ik moet doen, maar besluit ook voor die derde rijstrook te gaan. Ik voeg geleidelijk in tussen het vertragende verkeer. Een vriendelijke trucker ziet mijn maneuver en besluit als buffer tegen achterliggende verkeer aan lage snelheid een eindje achter mij te rijden. Als bedanking steek ik even mijn hand op terwijl ik veilig de nattigheid passeer.
20221210_092750a.jpg
Wateroverlast op de highway
Op minder dan anderhalf uur sta ik aan mijn afscheidspunt van de express way. Een voetgangersbrug met steile trap is mijn garantie op een veilige oversteek. Het eist wat handigheid en doorzettigsvermogen om de geladen fiets volledig op te tillen en in een beweging naar boven te zeulen zonder het evenwicht te verliezen, maar het lukt. Travel light. ‘Bye-bye highway’ zeg ik met ironische glimlach. De afdaling van de even steile trap aan de andere kant van de brug is moeilijker dan de beklimming. Opnieuw de fiets helemaal optillen en de trap achterwaarts afdalen is de veiligste optie, wat ik dan ook met wat moeite en gesakker doe.
20221210_094939a.jpg
Sleurwerk met de fiets
20221210_094615.jpg
20221210_094704.jpg
Bye-bye highway! Ik zal je niet zo heel hard missen.
Ik rij een lokale weg in en tot mijn verrassing zie ik een zwaluwkwekerij – een raamloos huis met enkel vlieggaten en luid hoog gesjirp – waar de nestjes worden geoogst voor de beruchte soep. Ik had gehoopt dit type van kwekerijen te zien bij het einde van mijn trip, rond Trat, een streek die daar bekend voor staat. Het stond op mijn mini-bucketlist. ‘Zwaluwkwekerij’ kan ik dus al afvinken.

...
...

De weg gaat nu zuidwaarts en ik besluit Chonburi te passeren via de ‘bridgeway’ – een hoofdweg die in de zee gebouwd is als een lange brug. Best een unieke ervaring die je zou kunnen omschrijven als een tropische mini-Oosterscheldekering-vibe (maar dan zonder kering).
20221210_103108.jpg
20221210_104042a.jpg
Enkele kilometer verderop rij ik langheen het strand van Bang Saen Lang. Hier komt het eerste tropische vakantiegevoel echt boven: strand, kokospalmen, ontspannen Thaise families, honderden stalletjes met allerlei spulletjes en lekkers langs het brede wandelpad. Ik koop me de tweede shake van de dag – heerlijk verfrissend is dat.
20221210_114905.jpg
Tijd om landinwaarts te trekken voor wat meer rust en groen. Tussen een stuwmeer en een heuvel rij ik langs een Chinees kerkhof (Kang He) om dan toch weer naar de kust te fietsen richting Wat Koh Loy, een Chinees-Thais tempelcomplex op een klein eilandje voor de kust. Onderweg pik ik eerst nog een lokaal restaurantje mee – het type waarbij op straat wordt gekookt op een mobiele keuken en de klanten op plastic stoeltjes zitten in een aangeklede garagebox. De menukaart bestaat uitsluitend uit Thaise krulletjes, maar dit is geen probleem dank zij het wonder van de Google Translate app waarbij je je smartphonecamera over de kaart houdt en instant vertaling krijgt. Het systeem werkt niet perfect, maar helpt je meestal op de goede weg. Ik krijg een lekker geurende kom soep waarin forensisch bewijsmateriaal aantoont dat het onmiskenbaar om kippensoep gaat. Heerlijk.
20221210_130536.jpg
20221210_140443.jpg
Kippensoep. Met bewijs.
...
Leuk! En heel herkenbaar.
Ik heb deze route jaren geleden in tegengestelde richting gereden.
Dirk
...

Het bezoek aan Wat Koh Loy wordt een blitzbezoek. Even vertoeven op het eilandje, wat fotootjes, even rondrijden – geen wereldschokkende attractie wat mij betreft.
20221210_143600.jpg
Op het eilandje Koh Loy
20221210_143650.jpg
Ik rij terug landinwaarts om het grote industriele havengebied Thung Sukhla te vermijden. Via wat saaie kleine baantjes rij ik verder zuidwaarts. Het aantal dog chases kan ik al niet meer tellen – maar fysiek contact is er gelukkig geen enkele keer – het blijft bij blaffen en achternahollen. Ik begin er aan te wennen en de adrenaline piekt bijna niet meer bij het horen van de zoveelste hond. Ik lijkt ook wat patronen te ontwaren die verder op de reis zullen bevestigd worden. Hoe minder rijstroken, hoe meer honden je achternahollen. Kleine wegen rekenen ze tot hun territorium vermoed ik. Vanaf de baan twee rijstroken telt daalt de kans op een achtervolging aanzienlijk. Ook lijkt er een aggressiegradient te bestaan: hoe verder je van Bangkok verwijderd bent, hoe minder aggressief de honden reageren. Maar hier kan ik de mist ingaan want ik heb de neiging om, naarmate ik verder naar het zuiden fiets, wat grotere wegen te kiezen in plaats van landelijke weggetjes.

20221210_162836a.jpg
Opgelet voor overstekende bomen!
...
...

Tegen de vooravond bereik ik de buitengebieden van Pattaya. Bovenop een voetgangersbrug over the Sukhumvit Highway, in de schaduw van een infobord, zoek ik een hotelletje via Google Maps. Hotels in overvloed in het toeristische Pattaya, maar ik ben kieskeurig. Ik wil niet in één van de vele torenhoge hotels zitten in het centrum van Pattaya. Ik zoek iets kleins, weg van de drukte, bij voorkeur een soort resort met bungalows waarin ik mijn fietsje makkelijk en veilig kan parkeren. Het duurt niet lang of ik vind een geschikt boutique hotelletje in het zuiden van Pattaya, net buiten het drukste centrum.

Ik ben niet naief – ik besef dat Pattaya zowat het centrum is van de beruchte Thaise seksindustrie, maar wat ik langsheen Beach Road zie verbaast me toch. Ik had niet verwacht dat die industrie hier zo groot is. Ik zie een kilometerslange rij van bars met meisjes en hun klanten voor die avond. Zelfs in de tuktuks hangen reclameborden voor plaatselijke seksshows. Ik rij terug weg van de kust, weg van het geanimeerde centrum en volg mijn GPS naar het hotelletje dat ik had geboekt. Ik kom terecht in een klein doodlopend steegje met mooie huizen, maar vind het hotel niet. Na wat heen-en-weer getwijfel zie ik dat de naam naast een klein metalen poortje staat. Ik bel aan en een vriendelijke man doet open. Het blijkt het juiste adres te zijn en hij leidt me binnen naar een kleine maar mooie tropische tuin met zwembad waar aan de rand enkele houten bungalows staan, geheel in Thaise stijl. Mooi! Het is ondertussen beginnen te schemeren. Ik besluit geen restaurant meer te gaan zoeken maar de voedselreserve uit mijn fietstas aan te spreken. Die avond merk ik de nadelen van een houten bungalow: het is een voedselbron voor termieten. Wanneer ik ’s avonds in de badkamer kom vind ik tientallen kleine termieten in mijn toilettas en handdoek. Met heel wat pulkwerk krijg ik alles termietenvrij. Ik check nog even mijn houten bed, houten muren en houten kleerkast, maar die blijken gevrijwaard. Ideaal voor een goede nachtrust.
20221211_090022.jpg
De tropische binnentuin van mijn resortje voor deze avond.
20221210_175707.jpg
Romantische nacht met mijn fietsje...
20221210_231840.jpg
...en veel termieten.
Aniphys schreef:
zo 26 feb, 2023 17:52


20221210_231840.jpg
O, zien die er zo uit. Ik dacht meer als mieren. Eetbaar?
CarlW schreef:
zo 26 feb, 2023 18:17
Aniphys schreef:
zo 26 feb, 2023 17:52


20221210_231840.jpg
O, zien die er zo uit. Ik dacht meer als mieren. Eetbaar?
Vanuit het idee "eten of gegeten worden"? :wink:
CarlW schreef:
zo 26 feb, 2023 18:17
O, zien die er zo uit. Ik dacht meer als mieren. Eetbaar?
[doceermodus] Termieten komen er in veel formaten, maar niet zoveel kleuren: meestal wit of bruin. Ze gedragen zich mier-achtig maar missen de uitgesproken taille tussen borststuk en achterlijf en hebben geen geknikte antennen. [/doceermodus]

Ik denk dat de meeste termieten eetbaar zijn, maar ik heb het niet geprobeerd. Ik heb ginds wel een andere uitgebreide 'insect platter' gegeten (assortiment sprinkhaan/krekel/meelworm). Best OK.
Dag 3: Pattaya – Khao Chi Chan (60 km)

Vandaag start ik met een ommetje noordwaarts om ‘the Sanctuary of Truth’ – en nogal ijdele naam - te bezoeken. Het is een… ja wat is het eigenlijk? Ik doe een poging: een aan de kust gelegen museum in de vorm van een tempel waar verschillende oosterse filosofische en religieuze denkwijzen worden geïllustreerd met uit hout gesculpteerde beelden en bas-reliefs – en dat allemaal met een krullerige overdaad waar onze Westerse barok een puntje aan kan zuigen. Het is ook een soort lokale Sagrada Familia – de bouw van het museum begon in 1981 en nu, 42 jaar later, is nog niet alles afgewerkt. Vandaar dat bezoekers er nog steeds helmplicht hebben.

Ik sluit braafjes aan bij de wachtende groep voor een Engelstalige rondleiding – bezoek kan enkel in groep. Ik kom er niet uit of het kunst of kitsch is. De rondleiding is terecht interessant en de bezoeker wordt ondergedompeld in de Oosterse ethiek die – geen verrassing – wel heel dicht aanleunt bij de Westerse en waar zowat alle religies een patent op lijken te willen hebben. Het lijkt me logisch dat de basisethiek ingebakken zit in het sociaal dier dat de mens in wezen is. De overvloed aan beelden maakt indruk. Ze worden gemaakt in een atelier naast de tempel door jonge ambachtslui. Toch zie je dat het werk duidelijk niet de verfijndheid heeft van dat van pakweg Angkor Wat (maar dan leg ik de lat natuurlijk wel heel hoog). Uiteindelijk is het een zakelijk project van een lokale tycoon en wordt het door sommigen zelfs (m.i. onterecht) een tourist trap genoemd.

Desalniettemin ben ik blij dat ik een bezoek heb gebracht.
20221211_110710.jpg
The Sanctuary of Truth
20221211_101352.jpg
20221211_101859a.jpg
20221211_102629.jpg
...
20221211_104055.jpg
Binnen in The Sanctuary of Truth
20221211_110307a.jpg
Tijd om terug landinwaarts te rijden en Pattaya te verlaten. Het gaat richting Map Phrachan, een klein stuwmeer waarond een fietspad ligt. Dat verdient een rondje! De kwaliteit van het pad is overwegend goed (behalve het rechte westelijke stuk dat over de dam loopt) en aan de noordzijde is er zelfs een leuk parkje om even te verpozen.
20221211_124821.jpg
Het rustige Map Prachan meer. Enkel voor fietsers en wandelaars.
20221211_124915.jpg
Deze ooievaar lijkt in de schoorsteen gesukkeld wanneer hij de laatste baby bracht. Neen, dit is het echte verenkleed - minder maagdelijk dan de Europese soort.
20221211_130150.jpg
Dit nodigt uit voor een pauze.
...
...

Het gaat verder zuidwaarts door een groener en meer open landschap met hier en daar beboste heuvels. Dit rijdt lekker – glad asfalt en brede zijstroken die over bepaalde trajecten groen geschilderd zijn en met grote letters ‘BIKE LANE’ naar me roepen. Het is maar een laagje verf, want de zijstroken van andere wegen zijn even breed, maar het geeft het fietserbrein een gevoel in luxe te leven. Langs de kant van de weg zie ik een bordje staan met opschrift: “Hookers Fishing Lake Pattaya”. Die krijgt de dagprijs voor beste woordspeling. Verder fiets ik langs het Ban Amphoe meertje waar enkele mooie pagodes in Chinese en Thaise stijl aan de oever staan te weerspiegelen. Een witte reiger die het plaatje afmaakt heeft het zo niet voor fotografie en blijft mijn lens ontwijken telkens ik mijn smartphone op hem richt. Binnensmonds vervloek ik het schuwe beest.
20221211_143740.jpg
Ban Amphoe
Mijn volgende stop wordt Khao Chi Chan, een Toblerone-vormige rotsheuvel waar op de steile kale facade in gouden lijnen een reusachtige Boeddhabeeltenis is getekend (een joekel van 109 bij 70 meter). Dit is niet het resultaat van monikenwerk enkele eeuwen geleden. Het is in 1996, in opdracht van de koning omwille van zijn 50ste kroningsverjaardag, doodleuk in de kalksteen gelaserd. Nadien heeft men het met bladgoud ingelegd. Het is een fotogenieke plaats die natuurlijk heel wat toeristen aantrekt.
20221211_150737.jpg
Khao Chi Chan
20221211_151437.jpg
Offergaven
20221211_151556.jpg
...
...

Gezien het al tegen half vier in de namiddag aanloopt stel ik het bezoek aan het nabijgelegen Siri Charoenwat Forest Bicycle path uit tot de volgende dag. Google Maps toont me dat er een eindje verderop een leuk hotel te vinden is en dus reserveer ik alvast een kamer voor de komende nacht.

Een rustig wegje brengt me naar het nieuwe Viva Montane resort (gebouwd in 2019) waar een uithangbord met schildpad en zevenvingerig gezaagd blaadje me duidelijk maken dat ik de eindbestemming heb bereikt. Dat vraagt een nadere verklaring: het gekartelde blaadje is geen voorbode dat ik me hier zal suf blowen. Deze streek staat gekend voor zijn traditionele hennepteelt en het hennepblad staat daar ook symbool voor. Het hotel heeft twee unieke ‘features’ die niks met elkaar gemeen hebben behalve het feit dat het kindermagneten zijn: een kwekerij voor Seychellen reuzenschildpadden en een heuse pumping track – een BMX baan met kort achtereenvolgende heuveltjes die toelaten om, mits de juiste techniek, te racen zonder te trappen maar enkel door met de armen te pompen.

Na het inchecken slenter ik wat rond op het grote domein waar ik bijna helemaal alleen blijk te zijn. Ik bezoek de grote schilpadden die in laag ommuurde grasweiden rondkruipen. Mannetjes en vrouwtjes worden niet apart gehouden en dat is eraan te zien en te horen. Twee koppeltjes zijn aan hun intieme daad bezig en dat gaat gepaard (pun intended) met behoorlijk kabaal. Het mannetje, dat onhandig bovenop het wijfje balanceert, klinkt als een overmaatse kikker die bij elke lendenstoot heel luid een nasaal “woaw!’ roept. Wanneer het gevoel je nu bekruipt om mijn beschrijving even ten uitvoer te brengen om het zelf live te horen, doe maar. Je zal merken dat het heel onnozel klinkt.

Wanneer ik het dakterras van het hotel bezoek voor het panoramisch overzicht hoor ik de gepantserde tortelduifjes op een 50-tal meter afstand nog steeds een ritmisch ‘woaw’ roepen. Ik hoop bij mezelf dat ze enkel overdag de liefde bedrijven anders wordt het een korte nachtrust voor me. Gelukkig wordt alles stil bij de schemering. Ik laat nog een overheerlijke pad si-ew en schotel met gebakken rijst naar mijn kamer brengen, kijk nog een Netflixfilmpje en doezel heerlijk weg. Woaw!
20221211_155421.jpg
De mooie nieuwe kamer in Viva Montane
20221211_164439.jpg
Schildpaddenkwekerij bij het hotel.
20221211_165137.jpg
Uitzicht vanop het dakterras.
20221211_163955.jpg
Schildpadden in het heetst van de strijd.
20221212_082323.jpg
Een mooie rups. Mocht ze nog geen naam hebben zou ik ze 'de-gevulde-courgetterups' noemen.
Dag 4: Khao Chi Chan – Chak Phong (91km)

Ik ben in mijn nopjes: vandaag zal ik het Siri Charoenwat Forest Bicycle path rondrijden. Een koninklijk project dat fietsers een heuvelachtig rondje van 17 kilometer in de jungle laat rijden. Lekker rustig in het groen. De ingang tot het park is maar enkele kilometer verderop, dus het wordt een ochtendrit. Tot mijn verbazing lijkt het park gesloten. Er hangt een Thais bordje aan het toegangshek. Google translate vertaalt me dat ik ’s nachts niet welkom ben en dat de openingsuren overdag zijn. Geen interessante informatie. Ik zie in de verte wat beweging en roep ‘helloooo’. Enkele ‘Helloooo’s’ later komt een dame in national-parktenue naar het gesloten hek. Ze kan geen Engels, maar dankzij onze smartphones kunnen we toch wat info uitwisselen. Het park blijkt gesloten voor onderhoud – na het regenseizoen zijn er een aantal wegen weggespoeld en het is niet veilig meer. Ik toon begrip en dank haar voor de info.
20221212_091546a.jpg
20221212_092901a.jpg
20221212_093519.jpg
Het Siri Charoenwat Forest Bicycle path: gesloten wegens onderhoud.
Wat ontgoocheld zet ik mijn tocht verder. Ter compensatie doe ik dan maar een fietsexcursie in het reuzachtig petrochemisch industriegebied rond Rayong. Voorbij de industriezone is het tijd voor een lekkere macha shake in het Tree House Cafe. De naam is niet ver gezocht: het huis is min of meer rond een oude boom met indrukwekkende wortelstronk gebouwd.
20221212_104133.jpg
Zoveel buizen! Dat geeft me inspiratie voor de komende examenperiode.
20221212_114145a.jpg
Tree house cafe
...
...

Helemaal opgefrist fiets ik verder richting kust en passeer Suchada beach, Moonlight beach en Saeng Chan beach. Dit moet een paradijs zijn voor baggeraars. De rechte strandlijn is door hen omgevormd tot een soort Dubai Palm Tree voor beginners. De kuststrook ziet er op satellietbeelden uit als een gekarteld broodmes: een aaneenschakeling van halfronde baaitjes. Elk tandje is voorzien van een recht strookje golfbreker dat evenwijdig ligt aan de kustlijn. Tijdens vrije dagen ontvangen deze minibaaitjes een massa Thaise families. Even verpoos ik op zo’n een tandje van het broodmes in de schaduw van enkele strategisch geplante zeedennen. Landinwaarts ligt er een lange moerasstrook waarin hier en daar uitkijktorens zijn geplaatst. Die bezoek ik ook even: in ruil voor alle trappen krijg ik een net panoramisch zicht van de omgeving.
20221212_120514.jpg
Een uitkijktoren in het moeras
20221212_121428.jpg
Wat te doen in geval van 'kwal'-ity time.
20221212_121508.jpg
Even uitrusten op een tandje van het broodmesstrand
Na het broodmesstrand fiets ik verder oostwaarts en neem ik een stukje Rayong stad mee waarna ik terug naar de kustlijn afzak (die voorbij de stad weer zijn natuurlijke vorm heeft). Ik passeer de afslag voor Khao Yai Da, een puist van 520m hoog met uitzicht op de kustlijn en Koh Samet, het toeristische eiland wat verderop. Bij het plannen van de route was ik in de verleiding de GPX track even naar de top te slepen. Mijn beperkt versnellingsbereik indachtig deed ik dat dan toch maar niet. Langs de kust fiets ik verder via Ban Phe naar Chak Phong beach. Daar vind ik een mooi resort waar men nog in covid modus opereert. Het resort is open, maar de keuken niet. Er wordt enkel ’s morgens ontbijt geserveerd. Geen probleem: ’s avonds eet ik verderop in een gezellig strandrestaurant een omvangrijke maaltijd. De duisternis valt en aan de horizon zie ik een rijtje van groene lichtjes van de inktvissersboten.
20221212_131205.jpg
Gouden tempeltje onderweg.
20221212_134650.jpg
Even pauzeren op het strand
...
...
20221212_153310.jpg
De Thai weten gewoon dat hun eten verschrikkelijk lekker is en dat toeristen er teveel van eten...
20221212_174031.jpg
Bescheiden zonsondergang die avond.
20221212_174354.jpg
Een opvallende wilde grassoort aan het strand.
20221212_182018a.jpg
Het decormateriaal van het strandrestaurantje.
20221212_190007.jpg
Inktvisboten als een parelsnoer van groene kralen aan de horizon.
Dank. Uit je verhalen en foto's komt voor mij een beeld naar voren van een (over)gereguleerd en zeer aangeharkt land. Heb jij dat ook zo ervaren?
alma schreef:
wo 01 mar, 2023 18:43
Dank. Uit je verhalen en foto's komt voor mij een beeld naar voren van een (over)gereguleerd en zeer aangeharkt land. Heb jij dat ook zo ervaren?
Niet alsdusdanig. Er zijn heel wat voorzieningen, sommige plaatsen liggen er heel netjes bij, maar andere delen zijn dan weer rommelig en weinig georganiseerd. Het is zeker geen Singapore of Maleisie (als het over aangeharktheid gaat) of China (als het over regulering gaat), maar ook geen Laos of Cambodja aan de andere kant van het spectrum. Het zit ertussenin wat mij betreft. Over de regulering - dat is voor het alledaagse leven behoorlijk relaxt lijkt me - en al zeker wat het verkeer betreft. Ik heb vb. geen (slimme) camera's gezien voor de wegcontrole.
Dag 5: Chak Phong – Chao Lao (66 km)

Na een vroeg en stevig ontbijtbuffet, met Thaise noedels, rijst en pannekoeken, vertrek ik voor een korte rit naar de nabijgelegen Rayong Botanical Garden. Dit is geen klassieke plantentuin met soldatenrijen van plantjes voorzien van keurige naambordjes. Het is een moerasgebied met single-tracks waar de fiets welkom is. Dat moet ik zien!
20221213_073647a.jpg
Lekkere ontbijtpannekoeken.
20221213_073138.jpg
Een kleine ochtendwandeling op het strand.
20221213_080810.jpg
Een minah lijkt een spoor van frangipanebloemetjes achter te laten.
20221213_081617.jpg
Het vuurwerk groeit hier aan de bomen.
...