Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Op DEET - Forum Wereldfietser

Op DEET

Thailand: coast to coast

Ik heb de laatste weken heel erg genoten van het verslag over de heroische tocht van bdr. Wat een bikkel. Die kou, die afstanden, die ontbering, maar ook dat genieten, blij zijn met het kleine en overweldigd zijn door het landschap.

Onlangs heb ik zelf een fietstochtje gedaan en ik had niet de intentie dit in een reisverslag te gieten. bdr’s verhaal heeft me mijn mening doen herzien. Ik wil jullie ook even laten meegenieten van mijn recente tocht (1-10 januari 2022). Die zat echter helemaal aan de andere kant van het wereldfietstochtenspectrum: geen koude maar warmte, geen regen maar een strakblauwe hemel, geen brutaal klimwerk maar enkel glooiingen, geen tentje maar mooie hotels, geen avondlijke slaapplaatsstress maar uitgestippelde overnachtingsplaatsen. Enfin, meer iets voor de pussies onder de wereldfietsers dus: enter Aniphys. Onlangs werd in bdr’s topic de volgende stelling geponeerd (niet door hem zelf trouwens): ”een reisschrijver die niet lijdt, heeft niets lezenswaardigs te melden”. Wel, ik ga de uitdaging aan.

Ik deed een solo selfguided tour ‘Thailand coast-to-coast’ van Grasshopper Adventures. Het principe is eenvoudig: je hotels worden geboekt, je baggage wordt vervoerd, je dient enkel van hotel naar hotel te fietsen en stressvrij te genieten. Tijdens een fietsdag kan je kiezen welke route je fietst, wanneer je vertrekt, waar je eet, waar je onderweg stopt. Maar als leidraad krijg je een Wahoo GPS mee met daarop alle voorgestelde tracks, een dedicated Grasshopper app met alle bezienswaardigheden en aanbevolen restaurantjes langsheen het traject, en alle gpx tracks in RideWithGPS. Oh, en daarbovenop natuurlijk ook een fiets, helm, stuurtas, trunk bag, waterfles, wielershirt, cijferslot, kleine EHBO-kit, powerbank, GSM en SIM (als je die wil), pomp, kettingpons, binnenbanden, CO2 ampules, olie, en zo meer. Dus eigenlijk dien je enkel fietskledij mee te brengen.

Vanuit Bangkok zou ik de trein naar de badplaats Huahin nemen, de startplaats van de tocht vanwaar ik in vier fietsdagen naar Chumpon zou rijden. Vandaar zou ik naar Surat Thani worden geshutteld voor een tweede vierdaagse naar Phuket. Gezien dit dus een tropisch verhaal (met muggen) wordt, heb ik het topic ‘Op DEET’ gedoopt, naar mijn inspiratietopic ‘Op dieet’ van bdr.
Day02-10.jpg
Aniphys schreef:
ma 21 mar, 2022 19:40
Thailand: coast to coast
....enter Aniphys.
Go @Aniphys, go.
We zijn een en al oor!
Ik mis het deel van Chumphon naar Surat Thani. Dat is een prachtige stukje om te fietsen. Hoe komt het dat dit niet op jouw kaartje staat aangegeven?
bert sitters schreef:
di 22 mar, 2022 08:56
Ik mis het deel van Chumphon naar Surat Thani. Dat is een prachtige stukje om te fietsen. Hoe komt het dat dit niet op jouw kaartje staat aangegeven?
Nog een klein weekje geduld en je komt het te weten ;-)
Proloog:

Omwille van het wereldwijd populaire virus heeft Grasshopper Adventures de deuren een tweetal jaar geleden gesloten. Ze plannen hun activiteiten te hervatten op 1 januari 2022 en ik word hun eerste klant op dit traject. Dat maakt mij hun fietsend proefkonijn.

Eind december vlieg ik naar Bangkok (laten we dit topic niet vervuilen met een vliegdiscussie, dat kan in het topic ‘vliegschaamte’, of stuur me een PB), waar ik, voor de aanvang van de fietsreis, acclimatiseer met een dagje quarantaine. Mijn ‘release’ wordt gevierd met een ontmoeting met oude vrienden en een (her)verkenning van de stad.
20211230_142344.jpg
Hagedisjes kijken in Lumphini Park (Varanus salvator – Aziatische watermonitor) – eentje eet schildpad als ontbijt en trekt daarmee de aandacht van een dikbekkraai.
20211230_174854.jpg
Het nieuwe, mooi ingerichte Benjakitti park, met als centraal thema: “soep met balletjes”. Het is een gezonde herbestemming van dit perceel waar vroeger de tabaksindustrie was gehuisvest.
20211229_161025.jpg
De nieuwe aandachtstrekker in de Bangkok skyline: Maha Nakhon Tower – de hoogste wolkenkrabber van het land (314m). Deze toren met hoog Tetrisgehalte steekt schril af tegen de traditionele Thaise huisjes die nog als relicten in sommige kleine soi’s staan.
20211231_152604(0)a.jpg
De hoogste verdieping van Maha Nakhon Tower is voorzien van een skywalk. Ik sta, uitgedost in fluwelen overschoentjes, aan de rand van de glazen afgrond en hoor mijn reptielenbrein paniekerig schreeuwen tegen m’n neocortex: “DOE DIT NIIEET – JE GAAT DOOOOD” – mijn neocortex antwoordt ijzig kalm: “Dit glas is zo veilig en sterk –er is absoluut geen risico – duizenden deden het je voor, sul.”. De laatste wint het innerlijk debat en enkele seconden later zit ik als gepriviligeerde witte oude man het glazen plafond van bovenaf te bewonderen.
20211231_165956.jpg
Kleurig sfeerbeeldje langsheen Silom Road.
Gezien ik op 1 januari ‘s morgens vroeg de trein zal nemen naar Huahin, laat ik het oudejaaravondfestijn in Bangkok wijselijk aan mij voorbijgaan (covid indachtig is dat sowieso een goed plan). Natuurlijk word ik om middernacht wakker geknald. Reden genoeg om eens uit mijn bed te klauteren en in ondergoed voor het hotelraam te gaan kijken naar het vuurwerk (dat amper zichtbaar is) en bij mezelf in alle eenzaamheid een stil ‘yeaaahhh 2022’ te mompelen.
Leuk, weer een reisverslag 😃.
Dag 1: Op naar het startpunt.

De eerste dag van 2022 belooft rustig te worden maar begint wel vroeg. Stipt om 7:00u ontmoet ik mijn reisbegeleider Mr. Wut in Hualamphong, het vroegere centraal station van Bangkok waar nu nog slechts een handvol treinen vertrekt. Het meeste treinverkeer is recent verhuisd naar het nagelnieuwe Bang Sue. Ik word gebriefd en merk onmiddellijk dat Wut ook een fietser in hart en nieren is – al snel klikt het tussen ons. Een uurtje later zit ik op de trein richting Huahin, de koninklijke badstad in Thailand. De rit duurt een kleine 4 uur en een pikante maaltijd is inbegrepen.
20220101_073225.jpg
Hier zou Sheldon Cooper van ‘The Big Bang Theory’ wellicht een traingasm van gekregen hebben. Deze bijna-eeuweling staat samen met twee broertjes te pronken in de stationshal van Hualamphong. Mijn trein naar Huahin is van een moderner type.
20220101_073407.jpg
20220101_115112.jpg
Een stukje Huahin station in authentieke Thaise stijl. Een eindje verderop wordt een grotere hedendaagse versie gebouwd om de toekomstige hogesnelheidstrein te ontvangen.
Aangekomen in het kleine station van Huahin word ik door een lokale dame naar het hotel gebracht waar Mr Wut me reeds staat op te wachten aan zijn oude pick-up truck. Hij stelt me voor aan mijn reisgenoot voor de komende tien dagen: een goed onderhouden Cannondale Quick Disc hybridefiets. De fiets wordt afgesteld (zadel wat hoger, nee nog wat hoger, nee doe nog maar wat hoger…) en gepimpt met mijn quadlock telefoonhouder op de bovenbuis (ik navigeer liefst met OsmAnd). De in-het-reispakket-inbegrepen Wahoo laat ik op mijn stuur zitten voor de cijfertjes, niet voor de navigatie. Ik omwikkel de handvatten met minihanddoekjes en fixeer ze met elastiekjes. Ik vind dit in de tropen veel comfortabeler rijden – ik hou niet van glibberige en plakkerige zweethandjes op rubberen handvatten. Een korte testrit wijst me onmiddellijk op de grootste uitdaging: links rijden. Maar dat went wel, dat weet ik uit ervaring. Ik vermoed dat ik mijn Rohloff en aerobars van mijn thuisfietsje ga missen, maar hey, we gaan hier toch niet het verwend kind uithangen, he? Ik zie het helemaal zitten, die fietstrip. Laat maar komen!
20220101_130436a.jpg
De fiets wordt bepakt, gekeurd en goedbevonden. Het weer ook. Enkel nog wat wennen aan het linksrijdend verkeer.
20220101_145458.jpg
De tuin van het hotel geeft een voorsmaakje van de plaatselijke flora. Toppie!
Dag 2: Huahin – Pranburi

De voorziene track, van Huahin naar Pranburi is behoorlijk kort (44 km) wat dus ruimte laat om wat fantasietjes toe te voegen aan mijn openingsrit. Ik fiets Huahin uit langs een drukke hoofdweg, weliswaar op een volledig gescheiden biljartvlak geasfalteerd fietspad. De dominante noordooster blaast me naar kruissnelheden van 30-38 km/u. Als dit zo verder gaat kom ik morgen al in Phuket aan. Ik ga van de hoofdweg af en laat me glijden doorheen het rustige rurale landschap van heuvels, meren en vissersdorpjes.
20220102_085313.jpg
Snapshot van het landschap en mijn fietsuitrusting. De Wahoo van Grasshopper staat op de stuurpen, maar voor de eigenlijke navigatie gebruik ik Osmand op mijn oude vertrouwde smartphone met schermhelderheid op ‘supernova’. Geen batterijstress want alles is gekoppeld aan de Grasshopper powerbank. De Wahoo is wel leuk voor de tripstatistieken tijdens het rijden – maar dat is niet zo belangrijk.
20220102_092755a.jpg
Hier wordt een deel van het rechtlijnig fietspad ingepalmd (pun intended). Volgens Google maps is dit het Triple Palm Trees park, een ‘tourist attraction’ met 137 reviews en een score van maar liefst 4.6/5 – aangeduid met fototoestelicoontje op de kaart. OK dan.
20220102_094224.jpg
Ik neem ook nog een tempeltje mee – Wat Khao Koh Lok.
20220102_103951.jpg
Aan de monding van vele kleine riviertjes liggen vissersdorpjes met hun kenmerkende kleurrijke bootjes.
[vervolg]

Ik volg de kustlijn en geniet van de zon, de warmte en de sterke wind in de rug. Omdat ik ruim voor het beoogde tijdschema zit, kies ik ervoor om het geplande hotel voorbij te fietsen en 10 km verderop in het Sam Roi Yot National Park de bekende Phraya Nakhon cave te bezoeken. Het zou mijn tweede bezoek worden, maar nog steeds de moeite waard. Ik laat mijn fiets staan aan een eetstalletje waar ik eerst een heerlijk verfrissende kokosnootshake naar binnen slurp. De kunst van het kokos-shakedrinken ligt in het vinden van de juiste slurpkracht; ergens tussen het onbegrensd bevredigen van je dierlijke appetijt en een pijnlijke brain freeze. Een klimmend rotspad brengt me naar de indrukwekkende grot. Een groot gat in het plafond laat een krachtige bundel zonlicht op een stukje verzakt oerwoud vallen. Zijdelings, op een klein heuveltje, staat een klein Thais tempeltje. Ansichtkaartmoment – of in hedendaagsere termen: hyperinstagrammable! Ik heb geen haast en neem de tijd om de grot helemaal rond te wandelen. Mooi. Bij de terugtocht vertoef ik nog wat aan de nabijgelegen baai en geniet van de natuurpracht. Ik leer mezelf, tegen mijn natuur in, een trage dag beleven.
20220102_112207.jpg
Deze kleine jongen maakt mijn dag nog beter – een juweelkever, een van mijn favoriete keverfamilies (ja, dat heb ik, favoriete keverfamilies).
20220102_115858.jpg
Ansichtkaartmomentje: Phraya Nakhon Cave. Had ik nog sneller gefietst, dan nam de zonnestraal een deel van het tempeltje mee.
20220102_121835.jpg
20220102_122850.jpg
20220102_125546.jpg
Deze aangespoelde argusvis (Scatophagus argus) heeft wel een heel hoog Tim Burton gehalte vind ik. Van argusogen is geen sprake meer.
[vervolg]

Terug aan het eetstalletje gaat een tweede kokosnootshake erin als bedanking voor de fietsparkeergelegenheid. Ik laat Brouter op de smartphone een alternatieve route zoeken om terug te fietsen naar het hotel. Dit brengt me langs rustige wegen en hier en daar wat off road. Met een verfrissende douche en een heerlijke maaltijd in het hotel sluit ik de dag af. Dit mag blijven voortduren, denk ik bij mezelf.
20220102_142751.jpg
De weg terug naar het hotel gaat over kalm glad asfalt…
20220102_144700a.jpg
…en rustige zandweggetjes.
20220102_162518.jpg
Na deze eerste dagrit hebben mijn voetjes al een kleurtje gekregen.
Day02a.jpg
Mijn excuses voor de grote getallen en het kleine kaartje (ik heb de plaatjes gewoon links-rechts aan elkaar gekleefd). De gemiddelde snelheid is die van de fietstocht en de grotwandeling gecombineerd ;-).
Dag 3: Pranburi – Prachuap Khiri Khan.

Wanneer ik dagtochtjes maak in Belgie, ben ik niet echt een eter of drinker op de fiets. Niet drinken in het tropische klimaat is uitgesloten, maar ik neem me voor om tijdens deze reis geen lunch-stops te nemen. ’s Morgens bij het ontbijtbuffet in het hotel doe ik een stevige stretchoefening voor de maag en ik hoop er de dag mee rond te komen. De Oreo’s in mijn tas zijn mijn ECBO-kit (Eerste Calorieen Bij Ongergevallen). Voor een kokos- of andere fruitshake langs de weg maak ik graag een uitzondering. Mijn lijf is getraind op vetverbranding en een hongerdip heb ik al lang niet meer gekend. Dat gaat wel lukken.
20220103_111041.jpg
Ik voel me nogal aangesproken door dit bord (Soi = straatje, steegje / Farang = blanke, Westerling).
De tweede fietsdag gaat weerom langsheen de kustlijn van de golf van Thailand. Omdat het grotavontuur van daags tevoor me goed was bevallen, besluit ik om vandaag het kleine, minder toeristische zusje van Phraya Nakhon cave te bezoeken: Sai cave. Een brutaal steil rotspad brengt me tot de gapende opening van de grot waar een eenzame militair de honeurs waarneemt. Zwaaiend met zijn smartphone zegt hij ‘flashlight’, wat me duidelijk maakt dat het wel eens donker kan worden. Door de stevige klim druipt het zweet van me af en mijn smartphone glibbert bijna uit mijn handen. De soldaat had gelijk: al gauw wordt het pikdonker – de flash van mijn smartphone geeft maar een zwak schijnsel. Toch ontwaar ik mooie druipstenen en zie dat de ondergrond gelukkig behoorlijk vlak is – weinig struikelgevaar. Gele pijltjes leiden me naar de hoofdgalerij waar het plafond deels is ingestort. Een brede lichtbundel verlicht de hoge grotkamer en laat een indrukwekkende druipsteenwaterval zien - ik schat hem wel 20-30 meter hoog. Ik sta helemaal alleen, in complete stilte, in de hoofdbeuk van deze geologische kathedraal met open mond een reusachtig stenen orgel te bewonderen. Topmoment.
20220103_121918.jpg
Het stalagtietenorgel van Sai cave – de steile klim waard.
20220103_121520a.jpg
Sommige druipstenen hebben een merkwaardige textuur.
20220103_123229a.jpg
Ik fiets verder langsheen de talrijke ananasvelden en garnaalboerderijen. De strakke verlaten asfaltwegen zijn omzoomd met struikige acacias die hun doornige takken in het gezicht van de onoplettende fietser durven laten zwiepen. En niet alleen het gezicht. Op middaguur, in volle zon, met geen boomschaduw in de wijde omgeving te bespeuren, krijg in mijn eerste lekke band. Een accaciadoorn natuurlijk. Geen probleem, ik heb genoeg lekke banden hersteld en ik heb alles bij me: pomp, CO2 cartridges, bandenplakkers, nieuwe binnenbanden, you name it. Het is wel heet – zo zonder verkoelende fietsbries. Niet zeuren! Fixen, die hap en terug op de fiets! Dacht ik. Als fietsdinosaurier ken ik het concept van de holle as nog niet. De quick release laat het voorwiel niet uit het vork vallen. Damn. Dan maar het lek plakken zonder het wiel uit het voorvork te halen. Het is wat meer prutswerk, maar dat lukt ook wel. Klever erop, band oppompen, alles hermonteren, tassen weer op de fiets, en vertre…. Neen, de band staat alweer plat. Alles terug demonteren onder de loden zon… maar we blijven lachen (ook al is het groen). Mmm… de lijm heeft zijn werk niet gedaan.. dat is me nog niet overkomen. Het wordt dus een nieuwe binnenband steken, maar ik krijg het raadsel van de holle as niet opgelost. Tijd voor een deus ex machina: ik stuur een Whatsapp berichtje naar Mr. Wut die vertelt me hoe (beschamend makkelijk) ik het voorwiel uit de fiets kan halen. OK, nieuwe band erin, pompen maar, en weg van die akelige doorns fietsen.
20220103_133040.jpg
Veel doorns, weinig schaduw.
[Vervolg]

Ik passeer nog langs Khao Daeng View Point, maar de ochtendlijke steile rotsklim naar Sai cave, het oponthoud en de afstand die ik nog wil fietsen indachtig besluit ik deze klim naar de rotspiek over te slaan. Het landschap is prachtig – dat moet gezegd. Ik fiets de kustlijn verder af en kom uiteindelijk terecht aan de militaire basis van Ao Manao waar ik na een korte check mag doorheen rijden. Ik kan een kleine omweg doen via het Monkey Monument, een plaats waar veel langoerapen rondhangen. Langoeren hebben een zachter karakter dan de makaken, maar ik vernam dat deze langoeren te teveel bijgevoederd zijn geweest door mensen en daardoor assertiever en agressiever zijn. Omdat ik 1) jaren geleden al eens flink gebeten ben door een wilde aap, 2) een notoire tandenmagneet ben, en 3) mijn fysieke en mentale integriteit wil bewaren voor de fietsreis, besluit ik om geen bezoekje te brengen. Niet lang daarna geniet ik van een avondmaal en zacht bedje in het hotel.
20220103_143800.jpg
20220103_143857a.jpg
Khao Daeng View Point – De beklimming naar de top hou ik voor de volgende keer.
20220103_145008.jpg
Een garnalenboerderij
20220103_163120.jpg
De baai van Prachuap Khiri Khan.
Day03a.jpg
Wat een amusant verslag :D

En de zéér gevarieerde foto’s die je neemt maken het af. Dank voor het delen!
Dag 4: Prachuap Khiri Khan – Ban Krut

Vandaag staat er een rustige rit op het programma richting Ban Krut (ik weet het, de naam van dit dorpje klinkt als een financiële ramp). Ik vertrek op heel mooie landelijke wegen tussen de koskosplantages. Het moet gezegd, de kwaliteit van de gemiddelde verkeersweg in Thailand is veel beter dan die in België – tja, als ik België als standaard gebruik, dan leggen we de lat wel laag natuurlijk. Nog steeds met die noordooster in de rug zoef ik verder. Hoewel de globale route nog steeds langsheen de golf van Thailand loopt rij ik vandaag maar hier en daar langsheen de kustlijn. Op sommige plaatsen moet ik zelfs Petkasem Road op, de highway die Bangkok met Phuket verbindt – gewoon omdat er geen alternatieve baantjes zuidwaarts lopen op dit nauwe schiereiland. Gelukkig heeft die hoofdweg een brede comfortabele zijstrook voor het ‘minderwaardig verkeer’. Het gaat weer hard op de highway, met kruissnelheden van 30-35 km/u.
20220104_100153a.jpg
In deze weiden zou de kokosmelk worden geproduceerd. Wie weet hoe? Let op: het is een instinkerfoto.
Wanneer ik dan toch eventjes langs de kustlijn kom, beslis ik om een pauze te nemen. Dit is tijdsmanagement, want als ik aan die hoge snelheid doorfiets bereik ik het hotel ruim voor de vroegste in-checktijd. En ik moet mezelf leren genieten van het nietsdoen. Het strand is verlaten, op de alomtegenwoordige straat(strand?)honden na. Gelukkig hebben ze geen interesse in me. In het verleden ben ik in Thailand wel al straathonden tegengekomen die me, net zoals mijn vrouw, een lekker stuk vonden (maar dan om de verkeerde reden). Een bloedende hap in mijn kuit en de nodige hondsdolheidspuiten waren het gevolg – het leven kan zwaar zijn als tandenmagneet. Ik ga op een boomschommel zitten, staar wat voor me uit en laat de zeebries door mijn haar waaien. Ik merk een klein krabbetje op bij mijn rechtervoet en voel me plots minder alleen. In mijn gedachten ga ik een filosofisch gesprek aan met het kleine schaaldier over de voor- en nadelen van leven op het land of in de zee. Over longen versus kieuwen. Over zoutregulatie en uitdroging. Mijn nieuw imaginair vriendje antwoordt zeer genuanceerd. Ik merk dat 16 jaar hoorcolleges dierenfysiologie geven littekens nalaat in de hersenen. Ik sta op.
20220104_103146.jpg
20220104_102752.jpg
Tijd voor een kleine pauze en filosofisch momentje met…
20220104_104801.jpg
…mijn gepantserd vriendje (Ocypode ceratophthalmus) – ik noemde hem ‘Kob Khun’ (inside joke voor mensen met een kleine basis Thais).
[vervolg]

Ik fiets verder langs de zee van tijd die ik heb. Er rest me maar een goeie 22 km, dus het wordt tijd voor een fantasietje. Ik zie rechts van me een heuveltje met televisiemast opdoemen. Eindelijk een kleine klimuitdaging (196m) na al die vlakke biljartlakens en dat zacht geglooi. Het testosteron schiet omhoog en ik sla het kleine zijweggetje in om de klim aan te vangen. Mooi, lekker omhoog, lichter schakelen, eens uit het zadel, a la danseuse, tandje lichter, tandje li… oeps, de lichte versnelling is bereikt en ik krijg de pedalen nauwelijks rond. De weg is veel steiler dan verwacht. Tegen mijn gewoonte in stap ik af en duw de zeer licht beladen fiets omhoog. Het wordt nog steiler. Met mijn voeten aan het achterwiel en mijn kin bijna op het stuur duw ik met moeite de fiets omhoog. Dit moet ruim boven de 20% zijn. Eventjes later bereik ik de uitermate oninteressante top. Wat overheidsgebouwtjes, schotelantennes en een benepen zicht op de omgeving. Met de schijfremmen krampachtig toegeknepen laat ik me terug naar beneden zakken.
20220104_120636.jpg
Het ontgoochelend panorama na een korte steile klim.
Net voor ik aankom in Ban Krut, pak ik nog een tempel mee, inclusief een haalbare beklimming. Jawel, de Wat Thang Sai tempel staat ook op een heuvel. Een fonkelend gouden boeddhabeeld steekt af tegen de diepblauwe lucht. Wars van enige meditatienijging trakteer ik mezelf op een lekker ijsje. Het tempelgebouw zelf laat ik links liggen want dat heb ik reeds eerder bezocht.
20220104_123517.jpg
De lokale Boeddha-beeltenis bij Wat Thang Sai.
Het is niet ver meer naar het hotel dat aan het lange strand van Ban Krut ligt. En er is nog veel tijd. Ik besluit het hotel rechts te laten liggen en nog 5 kilometer verder te rijden langs het strand omdat ik weet dat ter hoogte van Rachavadee Hotel het strand op zijn mooist ligt. Je weet wel – bleek zand, liggende palmbomen. Ik neem uitgebreid te tijd voor een fotoshoot van het exotisch moois. En ik doe dat op een belachelijk amateuristische, maar met voorbedachten rade geplande manier. Ik gebruik mijn eenvoudige single-lens J6 Samsung smartphone (model ‘eerste-communie-cadeau’) waarop ik een Black Eye breedhoeklensje knijp en waarvoor ik met de losse hand een polarisatiefilter (van mijn oude analoge Nikon van de jaren 1990) houd. Het resultaat voldoet aan mijn lage standaarden. Ik hang nog wat rond op het lege strand en besluit dan toch richting hotel te fietsen. Lekkere maaltijd, lekker bedje.
20220104_131815a.jpg
Zouden dit de boomgaarden zijn waar Bounty repen groeien?
20220104_132604a.jpg
Speciaal geplant voor instagram. Je ziet de stevige wind die ik al drie dagen in de rug heb.
Day04a.jpg
Dag 5: Ban Krut - Chumphon

Wanneer ik ’s morgens aan het buffet mijn inwendige eetzak zo vol mogelijk stamp (die strategie blijkt goed te werken) merk ik dat de wind afgenomen is en dat de hemel voor de eerste maal grijs kleurt. Mijn weerapp voorspelt geen regen – gelukkig. Wel is er regen in het diepere zuiden waar ik de volgende dagen heen rij.

Vandaag staat de langste rit gepland: 107 km. Ik heb het plan er nog wat kilometers bij te lappen want ik wil ook nog wat zien onderweg. Opnieuw gaat het traject Zuidwaarts, parallel met de kustlijn. Wat vroeger dan gewoonlijk zit ik op de fiets – ik wil zeker tijd genoeg hebben om de afstand te fietsen, de kleine fantasietjes toe te voegen aan het traject en alles rustig te kunnen bekijken.

Ik hou een eerste pitstop bij een piepklein baaitje dat door de bewolking wat moet inboeten op zijn idyllisch karakter: Bo Thong Lang Bay.
20220105_084744a.jpg
Het eerste baaitje van de dag: Bo Thong Lang Bay.
20220105_085835.jpg
Vissersbootjes drijven in het ochtendgrijs.
De tocht gaat verder langs vissersdorpjes en zowaar een toeristische attractie: duinen. Jawel. Ik parkeer de fiets even en ploeter door het mulle zand naar boven. Ik ben niet onder de indruk. Het zijn… gewoon duinen. Gelukkig is ondertussen de zon door de wolken gebroken en krijgt alles terug meer kleur. Even verder is er nog een grotere passage naar de duinen – misschien is het uitzicht daar indrukwekkender? Ik stop maar zie drie straathonden de duinen afrennen. “Neen, waarschijnlijk is het de moeite niet”, denkt de tandenmagneet bij zichzelf. Ik vervolg mijn traject.
20220105_105712a.jpg
Duinen… nu ook in Thailand verkrijgbaar.
[vervolg]

Op het einde van de volgende uitgestrekte baai zijn er twee stranden die ik niet wil missen (tja, ik had een maand voordien mijn huiswerk gedaan in Google Maps en Streetview – dat is al een deel van de voorpret). Het eerste strandje bereik ik via een kort maar zeer mooi off road weggetje. De aankomst is ontnuchterend. Een mooi open bos gaat over in een grauw strand… dat overvol ligt met plastic afval. Hier laat men ‘de natuur’ zijn gang gaan en wordt het strand niet opgeruimd. Met dit als resultaat. Schrijnend. Later hoor ik van Mr Wut dat deze vervuiling ook te maken heeft met de sterke winterwinden die al het drijvend plastic, afkomstig van de overkant van de golf van Thailand (Bangkok, Pattaya…) naar hier blaast. Een concentratie-effect.
20220105_111851.jpg
Heel even off-road. Mooi en comfortabel: 0,03 op de schaal van bdr.
20220105_112312.jpg
De ontnuchtering: plastic beach. Plogging paradise. Maar als je je 180 graden draait…
20220105_112507.jpg
… dan zie je dit.
Omdat het hoog tij is, is er van het tweede kleine strandje dat ik bezoek niks te zien. Aan het uiteinde is er wel cafe met de naam ‘Happy Bar’ – dat kan mijn neerslachtig gemoed na het plasticverhaal wel terug opkrikken. Ik begeef me in de gezellig chaotische tuin van de bar – overal zijn er versierseltjes, beeldjes, schelpentouwtjes, zeteltjes, bankjes, cactussen, pancartes en nog meer decorstukken. Op de achtergrond klinkt hyperrelaxe Raggae van Bob Marley. Het is de perfecte plaats voor een pauze met twee kokonutshakes, in een glas… maar met plastic rietjes *zucht*. Voor de afrekening wordt ik naar de kassa verwezen waar enkel drie kindjes van een jaar of 7 a 10 zitten. Ik maak duidelijk dat ik de twee shakes wil betalen. “Eighty bath” piept een van de meisjes. Ik geef een briefje van honderd en zie de twee oudsten elkaar met grote paniekerige ogen aankijken. Dat wordt wiskundeles. Ik hoor ze in zenuwachtig Thais overleggen over hoeveel ze me zouden teruggeven. Ze raken het niet onmiddellijk eens. De dapperste neemt de beslissing en geeft me een briefje van 20 terug. Ik geef ze een brede glimlach en duim omhoog. Dat hebben ze goed uitgerekend. Ik hoop dat ze niet teveel verlies maken, daar in Happy Bar. Nabij Happy Bar is er een rotspiek waar je na een steile klim wordt getrakteerd op een mooi uitzicht over de baai. Dat weet ik ook van Google. Ik besluit deze inspanningspiek te mijden en terug de fiets op te kruipen.
20220105_115202.jpg
Happy bar maakt me wel blij.
[vervolg]

Even verder, weg van de kust, zie ik weer een reuzachtig Boeddhabeeld opdoemen achter de bomen. In de Wat Kaeo Prasert tempel hebben de monniken jaren eigenhandig gewerkt aan dit kolossaal beeld. En nu is het af. Na al dat euuhh… monnikenwerk.
20220105_125944a.jpg
De grote Boeddha van Wat Kaeo Prasert. Ik heb de tempel niet bezocht, maar naar het schijnt staan er beelden die de meest gruwelijke folteringen uitbeelden. Leuk als familie-uitstapje met de kindjes. Hou je maag vast en doe een Google image search op ‘Wat Kaeo Prasert’.
De naam van de laatste baai die ik meepik vandaag klinkt als een hond die onder de kont wordt getrapt: Ao Yai Ai. Op het kleine baantje ernaartoe staan enkele mooie moderne luxevilla’s, maar alles lijkt verlaten en ik zie de allereerste tekenen van verwaarlozing. Real Estate gone wrong? Ik weet niet wat ik ervan moet denken. De Ao Yai Ai baai is heel mooi en ook helemaal verlaten. Ik parkeer mijn fiets tegen een boom en neem de tijd om het natuurschoon te bewonderen. Ik beslis mijn ECBO-kit aan te spreken en open een pakje Oreo’s. Plots hoor ik achter me een takje kraken. Ik zie in de verte een man met security uniform wandelen. Hij komt ook richting strand en zet zich een twintig meter verderop neer. Ik stap op hem af en steek hem de Oreo’s toe. “you want one?” Hij richt zijn ogen naar de lucht en maakt plots een heel eigenaardig keelgeluid. Ik weet niet goed wat er gebeurt maar ik interpreteer het als “Neen, bedankt” en trek de Oreo’s terug. Ik weet trouwens niet zeker of hij wel helemaal bij zinnen is. Ik geniet nog even op het strand en vervolg mijn tocht.
20220105_141659a.jpg
De Ao Yai Ai baai (ja, lees dit maar eens luidop). Idyllisch en verlaten. Nog een topmomentje.
Ondertussen is mijn watervoorraad op geraakt, maar het is niet ver meer naar het hotel, amper 25 km. Het is niet de moeite meer om water in te slaan langsheen de weg – ik red het wel. Op het einde van de dagetappe beslis ik nog een kleine omweg te maken langs twee baaien. Mooi, dat wel, maar de dehydratie begint nu toch voelbaar te worden. Ik bijt nog even op mijn uitgedroogd tandvlees en weldra sta ik bij het mooie hotel – een statige villa, in een soort Thais/koloniale stijl, in the middle of nowhere, aan het strand. Ik word zeer hartelijk ontvangen en krijg een welkomstdrankje dat ik gretig aanneem en reeds opdrink nog voor ik goed en wel “dank u” kan zeggen.
20220105_174523.jpg
Avondlijk strandzicht vanuit het hotel.
Day05a.jpg
Dag 6: Chumphon – Chumphon (rustdag)

Vandaag is het een geplande rustdag tussen de twee vierdaagse ritten in. Tijd om wat te luieren en het ideale moment om mijn fietskledij te laten wassen in het hotel. Jawel, te laten wassen – het is een luxevakantie voor pussies, remember? Er zijn bijna geen andere gasten in het hotel, enkel vier jonge Duitsers die in het zwembad luid en geanimeerd discussiëren over welke Tindermatch nu de beste zou zijn. Ik lig ondertussen in een bamboehangmat in de tuin. Ik besluit mijn hoofdtelefoon te halen, activeer “Geräuschunterdrückung” en zet wat kalme pianomuziek op - heerlijk.
20220105_175452.jpg
Het hotel waar ik mijn rustdag houd...
20220106_083021.jpg
20220106_090546.jpg
… en dat lukt aardig.
[vervolg]

In de namiddag maak ik nog een strandwandeling van enkele kilometer naar Ao Bang Son, het enig plaatsje in de buurt dat naar een dorp zou kunnen neigen en waar een stukje verharde baan naast het strand ligt. Op weg daarheen kom ik enkele strand/straathonden tegen die me blaffend komen toegelopen. Langs het strand maak ik me daar weinig zorgen over. De truuk bestaat erin de aanlopende honden te negeren en kuitdiep in de branding te wandelen. Meestal stoppen de honden dan en kijken met een verbaasde blik van “Hoe kan dat nou?? Die loopt over het water??” en na een tijdje geven ze het op.

In Ao Bang Son is er geen levende ziel te bespeuren op drie rijpere Thaise dames na die even komen uitwaaien. Ze nemen selfies en hebben de tijd van hun leven. Ik wandel rustig en onopgemerkt (moeilijk als je helemaal alleen bent op het strand) voorbij want ik wil hun quality time niet verstoren. Nog geen seconde later hoor ik “Helloooooo”. Ik draai me om en één van hen staat achter me. Met een brede glimlach gebruikt ze de #1 Thaise openingszin: “Where you from?”. “Beljum” zeg ik glimlachend terug. Er volgt nog een standaarddialoogje waarna de dames duidelijk geamuseerd en giechelend hun weg vervolgen. Ik word instant blij van zoveel high-pitched levensvreugde.

Ik wandel terug naar het hotel waar de Tinderduitsers hun avondmaaltijd al naar binnen aan het schrokken zijn.
20220106_110445.jpg
Wandeling naar Ao Bang Son.
20220106_111505.jpg
[fakenews] Hier werd in 1763 beach soccer uitgevonden. Toen enkel nog voor de dappersten, want het werd blootvoets gespeeld met een kokosnoot. [/fakenews]
20220106_111914.jpg
Sfeerbeeldje.
20220106_173548.jpg
Deze jongen is de weg kwijtgeraakt en op het strand verzeild. Ofwel is dit de gecamoufleerde Thaise strandsprinkhaan – zou zo maar eens kunnen.