Een nieuwe herfst en een nieuwe lockdown. Grote tochten zitten er de komende maanden niet meer in. Daarom ben ik mijn foto-archief ingedoken en herinneringen op gaan halen uit 2020. Voor sommigen misschien een rampjaar, maar voor mij vooral een gek fietsjaar. Heel anders dan voorzien, maar zeker geen verloren seizoen.
1. De lente
We hadden een prachtige fietstocht door het noorden van Spanje voorbereid. Heen en terug zonder te vliegen. Op 24 april 2020 zouden we naar Hoek van Holland zijn gefietst om de nachtboot naar Harwich te nemen. De volgende ochtend per trein verder naar Londen Liverpool Station, gevolgd door een fietstocht met koffiepauze naar Paddington Station, waar we een trein naar Plymouth zouden nemen. Zoiets hadden we al vaker gedaan, maar de rest van de reis was nieuw voor ons. Na een nacht op een camping bij Plymouth zouden we met de veerboot naar Santander varen.
Drie weken later zouden we terugreizen met de trein: van Hendaye via Parijs naar Amiens en een dag later van Amiens terug naar huis.
Alle benodigde tickets hadden we al ontvangen, toen de coronacrisis uitbrak. Spanje ging op slot en al gauw waren ook Engeland en Frankrijk geen landen meer waar je op vakantie zou willen gaan.
In Nederland kregen we een 'intelligente' lockdown, waarvan de maatregelen per veiligheidsregio verschilden. Brabant en Limburg kleurden rood op de dagelijks bijgewerkte coronakaarten. In Zeeland en enkele andere regio's gingen alle hotels, pensions en appartementen dicht voor vakantiegangers. Elders waren sommige campings nog open voor campers en caravans met een eigen toilet, maar niet voor fietsers met een tent.
Van de drie vakantieweken die Corrie had opgenomen, mocht ze er maar één voor een later tijdstip bewaren. Twee weken thuiszitten in de mooiste tijd van het jaar was voor ons echter geen optie. Bovendien was de kans om in de stadsdrukte rondom ons huis het coronavirus tegen te komen, groter dan op de fiets in een landelijke omgeving. Dus maakten we kort van tevoren een plan B: een fietstocht door Nederland via vakantiehuisjes en appartementen die we nog wel konden boeken. Zo konden we toch een mooie tocht maken in het noorden en midden van het land.
Zaterdag 2 mei 2020; fietsen van Amsterdam naar Bergen aan Zee; 65 km
Eerst rijden we even de stad in om een opvouwbare koffiefilterhouder en een nieuw gastankje te kopen, zodat we onderweg altijd koffie kunnen zetten. Alle café' s en restaurants zijn immers dicht en ook 'coffee to go' bleek de laatste weken een schaars goed te zijn. Daarna fietsen we over beschutte fietspaden door de Brettenzone, een groene rafelrand bovenop het 'zand van Joop', dat hier een halve eeuw geleden tijdens het wethouderschap van Joop den Uyl op de bodem van de Spieringhorner Binnenpolder werd gespoten.
Dan volgt het Houtrakbos tussen Halfweg en Ruigoord, waar de geest van wat ooit een vrijgevochten kunstenaarskolonie was, nog niet helemaal terug in de fles lijkt te zijn.
Er staat een stevige noordwestenwind, waar we in de polders tussen Assendelft en Heemskerk best wel last van hebben. Teer bladgroen, bermen vol fluitekruid en koolzaad, het gekwetter van vogels en het ontbreken van het hier gebruikelijke vliegtuiglawaai zorgen verder voor het ultieme lentegevoel. Als tiener heb ik hier veel gefietst (zie dit draadje), maar zelden was de genietfactor zo hoog als vandaag.
In Heemskerk treffen we een gloednieuwe vinexburcht aan, waar in mijn tienertijd nog koeien graasden.
In het verstedelijkte Heemskerk leggen we de saaiste kilometers van deze dag af, maar in de duinen keert de genietfactor weer terug. Hoe noordelijker we komen, des te ruiger het wordt.
Tussen Wimmenum en Bergen aan Zee moeten we een colletje over: een hoogteverschil van 17 meter en een stijgingspercentage tot 6%. Als 13-jarige beklom ik deze bult voor het eerst tijdens een zelf uitgestippelde meerdaagse fietstocht: van IJmuiden naar mijn grootouders, die 85 km verderop woonden, in Hippolytushoef. Twee dagen later reed ik over een andere, iets kortere route weer terug. In mijn eentje, op een donkergroene kinderfiets met 24 inch wielen, zonder versnellingen, van het merk Stokvis, die ik op mijn 9e verjaardag had gekregen. Bijna een halve eeuw later is de Col du Wimmenum met een Rohloffnaaf goed te doen. Iets langer duurt de klim naar het Russenduin waarop Huize Glory is gebouwd: maar liefst 30 m boven zeeniveau met een helling van dik 5%.
In normale tijden zouden we in het Zeehuis (een van de natuurvriendenhuizen van het NIVON; er is ook een duinpan met plek voor enkele trekkerstentjes) onderaan dit duin hebben gebivakkeerd, maar dat is nu gesloten vanwege het gedeelde sanitair en de gemeenschappelijke keuken.
In Huize Glory hebben we een appartement op de zolder. Na de beklimming van het Russenduin zeulen we met onze fietstassen nog drie brandtrappen op. Dan installeren we ons op een zonovergoten balkon met uitzicht op zee. We zijn blij dat we hier drie nachten hebben geboekt.
(wordt vervolgd)
1. De lente
We hadden een prachtige fietstocht door het noorden van Spanje voorbereid. Heen en terug zonder te vliegen. Op 24 april 2020 zouden we naar Hoek van Holland zijn gefietst om de nachtboot naar Harwich te nemen. De volgende ochtend per trein verder naar Londen Liverpool Station, gevolgd door een fietstocht met koffiepauze naar Paddington Station, waar we een trein naar Plymouth zouden nemen. Zoiets hadden we al vaker gedaan, maar de rest van de reis was nieuw voor ons. Na een nacht op een camping bij Plymouth zouden we met de veerboot naar Santander varen.
Drie weken later zouden we terugreizen met de trein: van Hendaye via Parijs naar Amiens en een dag later van Amiens terug naar huis.
Alle benodigde tickets hadden we al ontvangen, toen de coronacrisis uitbrak. Spanje ging op slot en al gauw waren ook Engeland en Frankrijk geen landen meer waar je op vakantie zou willen gaan.
In Nederland kregen we een 'intelligente' lockdown, waarvan de maatregelen per veiligheidsregio verschilden. Brabant en Limburg kleurden rood op de dagelijks bijgewerkte coronakaarten. In Zeeland en enkele andere regio's gingen alle hotels, pensions en appartementen dicht voor vakantiegangers. Elders waren sommige campings nog open voor campers en caravans met een eigen toilet, maar niet voor fietsers met een tent.
Van de drie vakantieweken die Corrie had opgenomen, mocht ze er maar één voor een later tijdstip bewaren. Twee weken thuiszitten in de mooiste tijd van het jaar was voor ons echter geen optie. Bovendien was de kans om in de stadsdrukte rondom ons huis het coronavirus tegen te komen, groter dan op de fiets in een landelijke omgeving. Dus maakten we kort van tevoren een plan B: een fietstocht door Nederland via vakantiehuisjes en appartementen die we nog wel konden boeken. Zo konden we toch een mooie tocht maken in het noorden en midden van het land.
Zaterdag 2 mei 2020; fietsen van Amsterdam naar Bergen aan Zee; 65 km
Eerst rijden we even de stad in om een opvouwbare koffiefilterhouder en een nieuw gastankje te kopen, zodat we onderweg altijd koffie kunnen zetten. Alle café' s en restaurants zijn immers dicht en ook 'coffee to go' bleek de laatste weken een schaars goed te zijn. Daarna fietsen we over beschutte fietspaden door de Brettenzone, een groene rafelrand bovenop het 'zand van Joop', dat hier een halve eeuw geleden tijdens het wethouderschap van Joop den Uyl op de bodem van de Spieringhorner Binnenpolder werd gespoten.
Dan volgt het Houtrakbos tussen Halfweg en Ruigoord, waar de geest van wat ooit een vrijgevochten kunstenaarskolonie was, nog niet helemaal terug in de fles lijkt te zijn.
Er staat een stevige noordwestenwind, waar we in de polders tussen Assendelft en Heemskerk best wel last van hebben. Teer bladgroen, bermen vol fluitekruid en koolzaad, het gekwetter van vogels en het ontbreken van het hier gebruikelijke vliegtuiglawaai zorgen verder voor het ultieme lentegevoel. Als tiener heb ik hier veel gefietst (zie dit draadje), maar zelden was de genietfactor zo hoog als vandaag.
In Heemskerk treffen we een gloednieuwe vinexburcht aan, waar in mijn tienertijd nog koeien graasden.
In het verstedelijkte Heemskerk leggen we de saaiste kilometers van deze dag af, maar in de duinen keert de genietfactor weer terug. Hoe noordelijker we komen, des te ruiger het wordt.
Tussen Wimmenum en Bergen aan Zee moeten we een colletje over: een hoogteverschil van 17 meter en een stijgingspercentage tot 6%. Als 13-jarige beklom ik deze bult voor het eerst tijdens een zelf uitgestippelde meerdaagse fietstocht: van IJmuiden naar mijn grootouders, die 85 km verderop woonden, in Hippolytushoef. Twee dagen later reed ik over een andere, iets kortere route weer terug. In mijn eentje, op een donkergroene kinderfiets met 24 inch wielen, zonder versnellingen, van het merk Stokvis, die ik op mijn 9e verjaardag had gekregen. Bijna een halve eeuw later is de Col du Wimmenum met een Rohloffnaaf goed te doen. Iets langer duurt de klim naar het Russenduin waarop Huize Glory is gebouwd: maar liefst 30 m boven zeeniveau met een helling van dik 5%.
In normale tijden zouden we in het Zeehuis (een van de natuurvriendenhuizen van het NIVON; er is ook een duinpan met plek voor enkele trekkerstentjes) onderaan dit duin hebben gebivakkeerd, maar dat is nu gesloten vanwege het gedeelde sanitair en de gemeenschappelijke keuken.
In Huize Glory hebben we een appartement op de zolder. Na de beklimming van het Russenduin zeulen we met onze fietstassen nog drie brandtrappen op. Dan installeren we ons op een zonovergoten balkon met uitzicht op zee. We zijn blij dat we hier drie nachten hebben geboekt.
(wordt vervolgd)