Hier is ie dan, het jongste paard uit de stal van Marten. Afgelopen week vond ik op een schaarse zonovergoten middag even tijd voor een fotosessie.
De fiets heeft er nog maar 25 km opzitten: het ritje van Kiel Windeweer naar Groningen. Dat ging al prima. Deze week was ik op zoek naar de meest comfortabele manier om het stuur vast te houden. Daarom zijn er nu nog twee verschillende bar ends op het stuur te zien.
Het zadel (een Brooks Imperial) en de zadelpen met Thudbuster zaten al anderhalf jaar op mijn andere fiets (een stalen Santos uit 2008; hier zit nu weer het oude en zware, maar comfortabele Lepperzadel op, dat ik 15 jaar geleden voor mijn toenmalige vakantiefiets heb gekocht).
Als ik de M-gineering naast mijn oude fiets zet, valt direct op hoe slank de framebuizen zijn. Bij de Santos hebben de drie hoofdbuizen een dikte van 3,6 cm. Van de M-gineering komt alleen de 3,5 cm dikke onderbuis daar dicht in de buurt; de bovenbuis en zitbuis zijn ruim een halve centimeter dunner. De zadelpen past nu precies in de zadelbuis, terwijl op mijn oude fiets een vulbusje nodig was. Alleen de buizen van de staande achtervork zijn 2 mm dikker dan die van de Santos.
Ook de cranks (Sugino) zijn een stuk ranker dan de lompe exemplaren (Shimano) op mijn oude fiets.
Mijn oude fiets rijdt prima, maar naast de M-gineering ziet hij er wel een beetje uit als een tank. Voor een confectiefiets is dat wel te begrijpen. Ook fietsers die ongeveer mijn lengte hebben maar wel tientallen kilo's zwaarder zijn, moeten zonder problemen lange afstanden op zo'n fiets weg kunnen trappen. Alles is echter relatief. Zet je mijn oude fiets naast een gelijkwaardige fiets met buizen van aluminium, dan wordt het weer een heel mager tankje...
Door de S&S koppelingen en deelbare remkabel is de fiets deelbaar.
De splitter voor de Rohloff-kabels was hier (onderste foto) al eerder te zien.
Vermoedelijk heb ik de enige fiets met een nokje in de balhoofdbuis voor de bevestiging van een Zzing.
Op mijn oude fiets zit de Zzing aan een mini adapter (Klickfix) die met een klemband om de bovenbuis zit. Dat functioneert al 4 jaar naar wens, maar zo'n mini adapter aan een nokje smoelt een stuk beter. Om de mini-adapter op dit nokje te bevestigen, heb ik de inbusbout die in de mini adapter zit vervangen door een wat langer exemplaar (2 cm lang met een verzonken kop, type M5x20; veel langer mag die bout niet zijn, want dan komt deze tegen de stuurpen aan, waardoor het stuur niet meer kan draaien).
Nadat ik de Zzing in de mini adapter geklikt had, bleek de koplamp tegen de Zzing aan te komen als ik het stuur een stuk naar rechts draaide. Dit euvel heb ik verholpen door de koplamp wat verder naar voren te plaatsen. Hiervoor ben ik eerst naar een extra lange inbusbout gaan zoeken. Toen ik die niet zo gauw kon vinden, heb ik de lamp met een kortere inbusbout en 2 koppelmoeren aan de reeds aanwezige inbusbout vastgemaakt. Bij nader inzien vind ik dit een mooiere oplossing dan een hele lange schroefdraad met een paar moertjes aan het eind.
De lamp draait nu keurig om de Zzing heen.
Ook voor de bevestiging van de standaard zijn er nokken op het frame gemaakt. Die zaten destijds ook op onze ligfietsen, maar braken er al na 5000 km af (zie hier). Ik vertrouw erop dat de nokken van M-gineering het veel langer uit zullen houden dan de nokken op die ligfietsen.
De standaard heb ik inmiddels voorzien van het bij veel wereldfietsers bekende voetje van ESGE, waardoor de standaard niet makkelijk wegzakt in een zachte bodem. Marten kent dit voetje ook, maar wist meteen te vertellen dat 'de standaard er na een tijdje doorheen prikt, waarna het voetje uiteindelijk halverwege de standaard komt te hangen'.
Mijn eerste voetje werd na 25 000 km inderdaad geperforeerd en schoof toen een stukje naar boven. Om het voetje halverwege de standaard te krijgen, zul je die standaard wel eerst in een diepe Groningse aardscheur moeten laten zakken.
Ik zet er over een jaar of 5 wel een nieuw voetje op; dan heeft het nog altijd een langere levensduur dan de meest robuuste fietsband.
De banden heb ik opgepompt tot de druk die ik gewend ben (4 bar achter en 3 bar voor, wanneer de maximaal toegelaten druk 5 bar is). De transparante ventieldopjes had ik tijdens het pompen zoals altijd achteloos op de grond gelegd, waarna ze lange tijd onvindbaar bleven. Het eerste dopje vond ik na een halve dag, het tweede pas na een week. Daarom heb ik gelijk andere dopjes besteld in een passende kleur. Misschien herinnert die kleur me er een volgende keer wel aan dat ik ze niet meer op de grond moet leggen, maar ook als ik dat toch weer doe, is de kans dat ik ze terugvind veel groter dan bij zwarte of transparante ventieldopjes.