keesswart schreef: ↑wo 21 feb, 2018 17:39
Dag 32, 23 september 2017. Van Gemaingoutte naar Turckheim, 69 km
Ziehier, zoals eerder: Wederom achteraf, en vanuit de zijlijn een beschieting van de frontlijn.
Uit het dal van de Morthe begin ik aan de niet zo zware klim naar de 694 m hoge Col de Mandray. Al snel halen de eerste wielrenners mij in, zonder de rust op deze mooie ochtend in september te verstoren.
Een mijns inziens leuk alternatief is op de Col de Mandray (en dan via de Col des Joureaux en de Col de la Séboué -- via de kam), of al iets vóór de Col de Mandray, iets boven Chipal, op de Col des Chaufours af te slaan richting Col du Pré de Raves. Het is even "doortrappen", je stijgt van die kleine 700 m naar de 1009 m van de Col du Pré de Raves, maar daarna is het prettig glooiend naar de Col du Bonhomme -- Dit is het noordelijke, en rustigste deel van de Route des Crêtes.
Je mist natuurlijk de taartjes in Fraize, maar ... ze hebben ook taartjes op de Col du Bonhomme, en op hoogte smaken die lekkerder (geheel subjectief).
Misschien is de Chipal - Col du Pré de Raves klim nog rustiger als de Rudlin - Col de Louschbach klim. Als je zoals wij de eerste keer deden vanuit één vallei verder (de Meurthe-vallei dus) en dus langs Mandray omhoog komt dan is het een verrassend parcours, vanuit de warme drukkere en vooral drukkende vallei ben je heel snel in een andere wereld.
In Fraize haal ik koffie en een taartje. Vaak zit je dan tussen andere fietsers op een terras. .... .
Op de weg langs Habeaurupt en Le Rudin is de rust weer terug. Dan verschijnt het Etang des Dames. Acht jaar terug maakte ik hier half oktober de foto hieronder. De picknickbank die hier toen stond, is verdwenen; dus die haal ik ook weg uit de navigatietekst.
De klim van Rudlin (met een "l") naar de Col de Louschbach ken ik ook, vergelijkbaar qua rust met de hiervoor genoemde klim naar de Col du Pré de Raves
(we hebben op deze klim al wel eens geholpen een auto uit de greppel te duwen).
Overigens denk ik dat er best nog picknick-banken te vinden zijn daar bij het Etang des Dames.
Dan volgt de ruim 4 km lange klim naar de 280 m hoger gelegen Col de Louschbach. Het begin is het steilst, rond de 10%, maar na 2 km zakt het stijgingspercentage naar 6%. Een groot pluspunt van deze smalle, maar wel geasfalteerde bosweg is dat er vrijwel geen auto’s langskomen. Dit is een van de weinige autoluwe, maar wel geasfalteerde Vogezencols in de wijde omtrek.
Zie hiervoor. Als je ook grindwegen wilt meenemen dan kan je misschien wel een hele vakantie lang langs verschillende routes op en neer naar de Crête ... het wordt dan wen een vermoeiende vakantie.
Vanaf de Col de Louschbach volgt nog een klim van bijna 170 m naar de Col du Calvaire, langs de Route des Crêtes. Deze weg over de kam van de Vogezen werd in 1915 door de Fransen aangelegd tussen de Col de Bonhomme in het noorden en de Hartmannswillerkopf in het zuiden. De tussenliggende cols en bergtoppen waren ingenomen door Franse troepen en de Route des Crêtes moest deze met elkaar verbinden.
Met een hoogte van 1144 m is de Col du Calvaire het hoogste punt van de Frontlijnroute. 's Winters kun je hier soms skieën, maar ik denk dat de stoeltjeslift vaker door mountainbikers wordt gebruikt. Voor frontlijnfietsers gaat deze lift echter de verkeerde kant op.
De klim van de Col de Louschbach naar de Col du Calvaire herinnerde ik me als een echt "Calvaire" ... en dat maakte dat ie de laatste keer dat we 'm opfietsten alleen maar meeviel. Wel geldt dat de Route des Crêtes juist hier weer wat drukker is (door alle toeristische poespas wellicht).
Hoe het zit met de frontlijn en de Route des Crêtes ten noorden van de Col du Bonhomme .... volgens een eenvoudige 14-18 kaart ligt hier ook nog een stukje succesvol Frans front.
Vanaf de Col du Calvaire maakt de Frontlijnroute een bocht door de Elzas om na 70 km, bij de Col Amic, weer terug te komen op de Route des Crêtes. Wie de hoofdroute links laat liggen en de Route des Crêtes blijft volgen, bereikt al na 48 km de Col Amic. Dit is beslist een spectaculaire route, die ook nog eens 500 m klimmen uitspaart. Wel kan het op de Route des Crêtes erg druk zijn; deze graatweg is geliefd bij motorfietsers. Soms kunnen ook de weersomstandigheden op 1000 m hoogte het fietsen flink bemoeilijken. Zo heb ik hier in oktober 2009 gefietst met een snijdende noordoostenwind en een temperatuur rond het vriespunt. Met mist of regen is het hier ook geen feest.
Tja, wij reden steeds de Route des Crêtes door ... dwz: ben je eenmaal boven dan is het toch een prettige beloning om even wat langer boven te kunnen blijven. Soms wil je dat zelfs extra graag, als er beneden een hittegolf heerst. Maar het klopt, als het een beetje mistig is dan kan het zelfs hartje zomer erg kil zijn, als je pech hebt is er een circulatie met iedere middag onweer (en dat is op hoogte in het plaatselijk zeer open terrein bepaald niet ongevaarlijk), en dan zijn er nog de "motards". Die motorrijders zijn met name een plaag in het weekend, het zijn ook niet zelden trosjes Duitsers: in het Zwarte Woud schijnen verschillende wegen in het weekend "Sperrgebiet" te zijn, dus komen ze in Frankrijk waar het rustiger is en waar bijna alles kan.
Één zomer deden we een deel van de route op een zondag, en we waren beslist niet blij met het broem-broem-broem ... broem-broem-broem.
Je hebt altijd in je achterhoofd dat er maar zo een kan "ontsporen", we zagen er al eens eentje zielig zijn inmiddels net iets minder gepoetst broem-ding uit de berm oprapen.
We kampeerden boven ... en we werden in een heel andere wereld wakker: een Route des Crêtes zonder verkeer !!
Het verschil was net zo groot als die keer eerder waarbij we de ene dag in de mist boven fietsten en de andere dag met een blauwe hemel en een zonnetje verrast werden.
De hoofdroute gaat nu meer dalend dan klimmend ..... .
Het is geen toeval dat juist van de Duitse linies nog zoveel resten te zien zijn. Voor de Duitsers was de frontlijn een verdedigingslinie voor onbepaalde tijd geworden, die zo sterk mogelijk gemaakt werd. De Franse legerleiders bleven hardnekkig vasthouden aan hun filosofie van ‘attaque à outrange’ (aanval tot het uiterste) en bleven ondanks alle mislukkingen hopen op een succesvolle doorbraak. Het versterken van de frontlijn was in strijd met deze offensieve strategie.
Tja, je kan ook zeggen dat het front bij de Route des Crêtes het enige min of meer succesvolle front was: De Duitsers zaten beneden en ze kregen steeds weer letterlijk en figuurlijk op hun kop.
En dan even een anekdotisch uitstapje: De Franse frontsoldaten hier behoorden grotendeels (vooral of uitsluitend?) tot de Chasseurs Alpins, de alpenjagers dus
(niet te verwarren met het alpejagerlied https://paulvanostaijen-nl.webnode.nl/fotogalerij/).
De Chasseurs Alpins hebben een fameuze, grote baret, een baret die ook wel "tarte" of "tourte" genoemd wordt. De Chasseurs die voor de strijd een statie-portret lieten maken dragen die baret "zoals het hoort, scheef getrokken, op één oor.
![Chasseur Alpin - 2 ans au front.png](./download/file.php?id=1813&sid=682efa3590e9bf8dc824f67f9c637508)
- Chasseur Alpin - 2 ans au front.png (378.08 KiB) 5139 keer bekeken
![Chasseur Alpin - caporal.png](./download/file.php?id=1814&sid=682efa3590e9bf8dc824f67f9c637508)
- Chasseur Alpin - caporal.png (333.46 KiB) 5139 keer bekeken
Foto's tijdens de actieve inzet aan of achter het front tonen een praktischer gebruik, gewoon horizontaal, als parapluie of parasol. En op foto's van krijgsgevangenen zie je die baret treurig tot bijna over de oren hangen. Eén toepassing zie je niet op de foto's, maar iedereen die er ook maar iets van lijkt te weten vertelt het graag: De "tourte" was misschien wel het nuttigste uniformstuk, 's nachts ... de beste remedie tegen koude voeten !!
Groeten BSM