Inderdaad is alle informatie die je kunt krijgen, gekleurd. Hoe dat gaat met nieuwsmedia, is uitstekend beschreven in “Het zijn net Mensen” van Joris Luyendijk, die jarenlang correspondent in het Midden Oosten is geweest.
Hoe dat gaat met fietsers en andere reizigers, weten we allemaal wel uit eigen ervaring. Fietsen in onbekende streken heeft veel weg van een nieuwe liefde: het is vaak spannend en enerverend, de jubelmomenten worden gekoesterd en de negatieve ervaringen geneutraliseerd door een roze bril of geserveerd met de nodige humor.
Ervaringen van fietsers en andere reizigers zijn nuttig als het gaat om praktische zaken, maar blijven momentopnames en geven geen enkel inzicht in de sociale en politieke achtergronden van een land of regio. Voor dat laatste blijf je afhankelijk van journalisten en andere ‘deskundigen’ (denk bijvoorbeeld aan rapporteurs voor de VN of Amnesty International) die zich langdurig in zo’n land of regio verdiept hebben, weten wie er de touwtjes in handen hebben en wie er proberen die touwtjes door te snijden.
Natuurlijk kun je ook zonder enig benul van wat er zich achter de schermen afspeelt door een land fietsen en genieten van spectaculaire landschappen en gastvrije mensen. Van inzicht in of nieuwsgierigheid naar wat er zich in paleizen of achter gevangenismuren afspeelt, krijgt je reis zeker meer diepgang maar wordt deze niet per se leuker of veiliger. Het vrijwaart je al helemaal niet van een ordinaire beroving of verkeersongeluk, laat staan een aardbeving. Toch wil ik op reis graag weten wat er gaande is, net zoals ik graag wil weten wat de weersverwachting is als ik de bergen in ga.
Voor de val van de Muur fietste ik al vaak in wat toen nog het Oostblok heette. Vertrouwd met de mild anarchistische cultuur die toen in Amsterdam heerste, had ik moeite met allerlei regeltjes en verbodsborden in Tsjechoslowakije, Polen en de DDR. Soms fietste ik daar dwars over een militair oefenterrein of maakte ik foto’s van grenzen en fabrieken die niet gefotografeerd mochten worden. Tegelijkertijd bezocht ik er mensen die zich openlijk of lijdzaam tegen de communistische regimes verzetten. Gelukkig zouden deze regimes snel instorten (wat de nieuwsmedia destijds niet hebben voorzien!), maar achteraf besef ik wel dat ik toen problemen had kunnen veroorzaken waarmee ik de mensen die ik daar kende niet graag had willen opzadelen.
Enkele jaren later fietste ik een paar keer van Zimbabwe naar Lesotho, dwars door Zuid Afrika in de nadagen van de apartheid, een jaar voor en twee jaar na de vrijlating van Nelson Mandela. In Zuid Afrika was toen veel geweld en er had een burgeroorlog uit kunnen breken. Fietsend over het platteland merkte ik daar weinig van, maar ik wilde weten wat er speelde, las onderweg veel kranten en tijdschriften (zowel ‘Die Burger’ als ‘The Sowetan’) en wilde op de dag na een belangrijk referendum (over het voortzetten van onderhandelingen met het ANC) de uitslag weten. Als die uitslag negatief was geweest, had ik Zuid Afrika snel verlaten. De berichtgeving over de wankele politieke situatie vond ik hier heel verhelderend.
In oktober 2001 fietsten we in Portugal. Op zich een heel prettig en veilig land. Het was echter vlak na 11 september, zodat we behoefte hadden aan informatie over de rest van de wereld. Buitenlandse media zijn op het Portugese platteland niet te krijgen, dus moesten we het doen met het voor ons onverstaanbare televisienieuws in cafés en pensions. Nu kregen we het gevoel dat er in Portugal elk moment een terroristische aanval kon plaatsvinden en dat er in Lissabon al sporen van miltvuur aangetroffen waren…
Op dit moment ben ik de fascinerende biografie van Gertrude Bell, “Koningin van de Woestijn”, aan het lezen. Gertrude Bell was een eigenzinnige Engelse vrouw, die honderd jaar geleden als een van de eerste westerlingen de Arabische woestijn verkende. Ze nam daarbij grote risico’s, had lak aan adviezen van autoriteiten en werd tenslotte zelf een adviseur van autoriteiten. Dit boek geeft ook een goed beeld van de ontwikkelingen in het Midden Oosten na de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk en de aard van de clanhoofden die er, net als hun nazaten van tegenwoordig, met elkaar om de macht streden. En beschrijft hoe gastvrijheid en gewelddadigheid hand in hand kunnen gaan.
Wat mij betreft verplichte literatuur voor iedereen die in het Midden Oosten wil gaan reizen.