Wij hebben in juni vorig jaar met de tandem door Italië gefietst waaronder door de Marche. Prachtig afwisselend gebied.
De kust is een fenomeen, voor één dag leuk. Van noord naar zuid links eerst de zee, dan een strook strand, vervolgens een strook met duizenden in het gelid staande parasols, een strook strandhoreca van wisselende allure, het fietspad, de boulevard met auto’s en dan de hotels. Dat gaat eindeloos door. Plat, zowel fysiek als qua toerisme. Het aardige van daar één dag fietsen is dat je de geleidelijke overgang van duur en glimmend in het centrum van een plaats naar aftands en vervallen aan de randen heel duidelijk ziet; en kunt ruiken.
Het leukst zijn de routes naar boven, de heuvels in. Feitelijk rij je dan altijd door een dal. Schematisch gezien zijn er daarvoor steeds drie mogelijkheden: het oude kleine weggetje met veel klimmen en dalen; de wat vlakkere oude autoweg met één baan per rijrichting en de moderne vierbaans snelweg. Op de laatste mag je niet fietsen en als dat wel mocht, zou je het niet willen. En als je er per ongeluk toch terecht komt, wordt je er onmiddellijk door vrachtauto’s afgetoeterd.
Hoogte houden, zoals langs hutten bij een wandeltocht in de bergen, is veel lastiger omdat je dan dwars op de richting van de meeste dalen en dalletjes fietst en dus steeds (kort) steil naar beneden en weer naar boven moet en daardoor paradoxaal genoeg snel heel veel hoogtemeters maakt.
Voor ons (met de tandem) was het niet te doen om uitsluitend die oude pitoreske weggetjes te kiezen: te veel (steile) hoogtemeters per strekkende kilometer. Dan kom je dus ook af en toe over die oude tweebaans autowegen en dat gaat vaak heel goed. Veel van die wegen hebben een (halve) vluchtstrook waarop je comfortabel kunt fietsen. En als er ook een moderne vierbaans snelweg door het dal loopt, is de oude tweebaans weg meestal redelijk rustig. Maar soms is het niet goed. Dan is er geen vluchtstrook en staat er zelfs een vangrail bovenop de rechter witte streep en kun je geen kant op om uit te wijken voor achterop komend verkeer. Dat moet je dus nooit doen, ookal zijn Italianen in de auto op het bange af voorzichtig met fietsers en gaan ze altijd overdreven opzij bij het passeren. Vermoedelijk omdat het zelf ook allemaal fietsers zijn.
Je kunt het beste je eigen routes maken, al is het maar omdat alleen jij weet waarom je daar wilt fietsen: lang/kort, steil/vlak, natuur/stadje, camping/hotel, dat soort dingen.
Het is persoonlijk, maar voor mij valt een degelijke voorbereiding onder de voorpret. Thuis eindeloos de kaart bekijken, routes maken in MapOut en Brouter. Afstanden, hoogtemeters, slaapplaatsen. Alternatieven bedenken en in gpx-bestandjes bewaren voor onderweg. Een geweldige hulp daarbij is de website cycle.travel/map. Dat is een variant/kloon van Brouter met als toevoeging dat je op een willekeurig punt in je zelf gemaakte route kunt klikken en dan in één klik naar Google Maps van dat punt gaat. Breedte van de weg? Aard van de verharding? Vluchtstrook? Vangrail? In één oogopslag is dat duidelijk. Dat maakt de keuze hoe naar boven te fietsen een stuk makkelijker. Naar beneden fietsen gaat altijd vanzelf, totdat de remmen te warm worden.
Hopelijk heb je hier iets aan. Laat het weten als je meer informatie wilt.
Nog een laatste fun fact: tijdens onze rustdag in Urbino maakten we lopend meer hoogtemeters dan tijdens menig fietsdag.
Veel plezier!