do 25 sep, 2003 22:09
Fietsen in Sudan
Karin van Toor en Peter Mak zijn bezig om een grote fietsreis te maken. Ze houden een uitgebreide, informatieve website bij. Een van de landen die ze onderweg aandoen is Sudan. Het onderstaande stuk is een gedeelte uit hun dagboek over fietsen in Sudan. Nieuwsgierig? http://dewereldbv.fol.nl/
Laat in de middag vertrekken we uit Gedaref. Na 5 kilometer houdt het asfalt op en begint een steenslagweg waar we stapvoets over heen gaan. Na een klapband volgt een nieuwe hindernis: de toeristenpolitie. Liggend in hun hemd eten ze hun 'diner' in een rieten hut, die nog het meest weg heeft van een stal. De reispermits hoeven we weer niet te laten zien en na het noteren van namen en paspoortnummers kunnen we verder. Links en rechts passeren we huttendorpen, waar we voortdurend toegejuicht en -geschreeuwd worden. 's Avonds in de tent wordt Karin belaagd door een spin ter grootte van een muis; met een welgemikte slag weet ik hem van haar lijf en uit de tent te meppen. In daglicht zien we de belager de volgende morgen in volle glorie: tien centimeter lang, bruin en harig en met een zestal rode kaken. Dat zal niet snel een vriend van ons worden.
Karin van Toor en Peter Mak zijn bezig om een grote fietsreis te maken. Ze houden een uitgebreide, informatieve website bij. Een van de landen die ze onderweg aandoen is Sudan. Het onderstaande stuk is een gedeelte uit hun dagboek over fietsen in Sudan. Nieuwsgierig? http://dewereldbv.fol.nl/
Laat in de middag vertrekken we uit Gedaref. Na 5 kilometer houdt het asfalt op en begint een steenslagweg waar we stapvoets over heen gaan. Na een klapband volgt een nieuwe hindernis: de toeristenpolitie. Liggend in hun hemd eten ze hun 'diner' in een rieten hut, die nog het meest weg heeft van een stal. De reispermits hoeven we weer niet te laten zien en na het noteren van namen en paspoortnummers kunnen we verder. Links en rechts passeren we huttendorpen, waar we voortdurend toegejuicht en -geschreeuwd worden. 's Avonds in de tent wordt Karin belaagd door een spin ter grootte van een muis; met een welgemikte slag weet ik hem van haar lijf en uit de tent te meppen. In daglicht zien we de belager de volgende morgen in volle glorie: tien centimeter lang, bruin en harig en met een zestal rode kaken. Dat zal niet snel een vriend van ons worden.
