Noord Vietnam 1997
Verslag geschreven door Bauke Hoogland
Voorbereiding
Eind 1997 zijn Henk Burgler en ik ruim vijf weken op de fiets door Vietnam en Thailand getrokken. Reizen in Zuidoost-Azie is ons prima bevallen en deze trip is zeker voor herhaling vatbaar.
Fietsen in de vakantie was ons niet ongewoon, maar ik was nimmer buiten Europa geweest. Mijn ouders maakten begin 1994 een avontuurlijke trip door Thailand en kwamen met enthousiaste verhalen terug. Te voet of op de fiets door Thailand trekken was volgens hen zeer goed moge-lijk. Het verre oosten lokte toen al, maar ik was toentertijd met mijn andere fietsvriend Klaas van Dijk net begonnen aan de Honderd Cols Tocht en dat karwei moest eerst geklaard worden. Echt serieus waren mijn plannen vooralsnog niet en ook Henk had nog geen vastomlijnde ideeën.
In het najaar van 1995 filosofeerden we tijdens een concert van Dead Moon in Tivoli Utrecht over exotische reizen. Het leek ons een geweldige belevenis, maar we maakten nog geen concrete plannen. Een jaar later polste ik Henk nog eens of hij serieus van plan was eens door Zuidoost-Azie te trekken. Vanaf oktober 1996 was het dan ook echt menens en kon de voorbe-reiding beginnen. De Op Pad-Beurs bezocht, informatie ingewon-nen bij de fiets-va-kantiewinkel te Woerden en een voorlichtingsmid-dag over fietsen door Indonesië georga-niseerd door Le Champion bezocht. Henk maakte al snel duidelijk het liefst ongeorganiseerd op reis te gaan, ik heb nog overwogen een beperkt aantal over-nachtingen via een reisbureau te boeken.
De reisgidsen maakten duidelijk dat de hotelprijzen in de grote steden knap hoog lagen, het waren in ieder geval niet de bedragen die we zelf voor ogen hadden. Honderd gulden per nacht is in Zuidoost-Azie niet bepaald low-budget. Voor dit bedrag kun je zelf na enig zoekwerk een kleine week onderdak krijgen. Uiteindelijk kozen we er dan ook voor de reis helemaal zelf uit te stippelen. De volgende vragen moesten toen beantwoord worden.
- wanneer?
- waarheen?
- reisduur?
- welke vliegmaatschappij?
- eigen fiets?
Wij kozen voor eind 1997, deze periode kwam ons en onze werk-gevers het beste uit. Deze tijd was qua klimaat ook erg gunstig. Thailand stond boven aan ons lijstje en dat we tenminste vier weken weg wilden waren we ook vlot eens. Later werden Vietnam en zelfs Laos en Birma aan onze verlanglijst toegevoegd.
De keuze van de vliegmaatschappij hing sterk van de fiets-vriendelijkheid af. Via de Fietsvakantiewinkel en Vlieg en Fiets wisten we dat 25 kg bagagevrijdom mogelijk was. Vlieg en Fiets kon zelfs 30 kg regelen, maar dan moesten we wel een minimum aantal overnachtingen via hun boeken. We besloten daarom zelf te informeren of we nog voordeliger of zonder verdere financiële verplichtingen op reis konden.
Bij veel reisbureaus ving ik bot, omdat men niet zonder meer bij de vliegmaatschappijen wilde informeren of de fiets gratis mee mocht. Normaliter mag een ieder 20 kg bagage meenemen, een fiets van ca. 15 kg betekent dat er weinig andere bagage meer bij kan. Overgewicht is erg prijzig, derhalve wilde ik wel zeker weten dat de fiets geen grote kostenpost werd. In extreme gevallen kost het vervoer van de fiets net zoveel als het ticket van de berijder. Slechts de ANWB wilde zonder verdere verplichtingen bellen met een luchtvaartmaatschappij. De keuze viel op Thai Airways en die maatschappij accepteerde de twee fietsen zonder problemen. Inclusief fiets kregen we 30 kg bagagevrijdom, dat moest volgens mij voldoende zijn. De prijs van het vliegticket viel mij niet tegen, een kleine fl. 1700,00 voor een retourvlucht naar Hanoi, met recht op een tussenstop in Thailand (ons vliegticket was 2 maanden geldig).
Voor mij was de vlucht na deze informatie in principe rond. Het bleef nog lang stil rond onze grote reis, maar daar was de werkdruk van Henk debet aan. Ik had mijn zaakjes voor 1997 behoorlijk in orde en kon à la minuut de exacte vertrekdatum doorgeven, Henk switchte op de val-reep van werkplek en had het in september en oktober nog razend druk. Het was dan ook bijna eind oktober toen de reis definitief kon doorgaan. In enkele weken tijd moesten we nog veel zaken regelen, inentingen, visa, betaalmiddelen e.d. De meeste zaken leverden ons weinig problemen op, de visumaanvraag voor Vietnam kon nog een kink in de kabel worden.
Ons plan was eerst naar Vietnam te gaan en indien mogelijk op de fiets door Laos naar Thailand. Voor Thailand was bij een verblijf korter dan 1 maand, geen visum nodig, voor de overige landen was een visum verplicht. Laos wilden we ter plekke beslissen, zodat wij vooraf alleen een visum voor Vietnam nodig hadden. Dat leek een struikelblok te worden, want de aanvraag zou in Nederland drie weken duren, zoveel tijd hadden we niet meer. Het visum aanvragen kon in België sneller, daarom reisden Henk en ik woensdag 27 oktober 1997 naar de Vietnamese ambassade in Brussel. Na enige omzwervingen door de stad, nog de weg ge-vraagd aan de lijfwacht van koning Albert kwamen we net voor sluitingstijd aan. Binnen vijf minuten hadden we de aanvraag rond en een week later kon Henk beide visa afhalen.
Drie dagen voor vertrek konden we bij de ANWB onze tickets halen en was de reis definitief. Dinsdag 8 november vertrokken we rond het middaguur vanaf Schiphol richting Bangkok met als eindbestemming Hanoi. De vader van Henk bracht ons vlot richting Schiphol waarna het avontuur echt kon beginnen.
De vlucht
De fietsen hadden wij de vorige avond al in fiets-dozen verpakt zodat we er helemaal klaar voor waren. Het van tevoren inpakken bleek niet onverstandig, we merkten zo-doende dat fiets inclusief doos maar liefst 20 kg woog en we de rest van de bagage goed moesten uitkienen. Ik had zodoende meer handbagage bij mij, dan ik vooraf berekend had. Het inchecken ging vlot en rond halftwaalf vertrokken wij.
Na een tussenstop in Zürich op naar Azië. De vlucht was com-fortabel, behoorlijke stoelen en goed (oosters) eten en drinken. We hadden moeite om alle aangeboden lekkernijen naar binnen te werken. Slapen onderweg lukte mij niet echt, daar had ik tijdens de vakantie vaker moeite mee gehad. Weinig geslapen dus het filmaanbod maar gekeurd. Jurassic Park was mooi, maar de Love Boat film 'echt een ouwe draak' was niet om aan te zien. Rond zes uur 's morgens (plaatselijke tijd) geland op Bangkok.
In Bangkok hadden we een tussenstop van enkele uren, waarna we door vlogen naar Hanoi. Op het vliegveld souvenirshops bezocht, verder de tijd lezend door gebracht. De vlucht naar Hanoi duurde slechts twee uren, Fox-reizen had hetzelfde toestel geboekt zodat het een Nederlandse aangelegenheid was. Bij aankomst in Hanoi konden wij niet meteen het toestel verlaten. Wij bleken hoogwaardigheidsbekleders in ons midden te hebben. De rode loper was al voor hen uitgelegd en zij mochten dan ook als eerste uitstap-pen. Het gezelschap kwam van een 'eilandengroep', het is mij echter niet duidelijk geworden welke.
Aankomst in Hanoi
Na het uitchecken op zoek naar onze bagage. De tassen en de fietsen kwamen vlot voorbij en ik dacht dat gaat lekker snel. In mijn enthousiasme begon ik de fiets al uit de doos te halen en de bagage al vast te bevestigen. Deze actie kon de Vietnamese douane niet echt waarderen en ik werd dan ook gesommeerd om daarmee op te houden. Ik moest aantonen dat de fiets mijn eigendom was. Het uitklaren van mijn fiets kostte mij zoveel problemen dat ik in alle consternatie de helft van mijn bagage liet staan Ik had drie tassen achter gelaten en met de nodige moeite kon ik ook die eigendommen voorbij de douane krijgen. Henk had wat minder moeite en was zich buiten al startklaar aan het maken.
In de tropische warmte en onder vele toeziende Vietnamese ogen (douaniers, vliegveldpersoneel en taxichauffeurs) maakten wij ons reis-vaardig. Ik was al wat prikkelbaar door de douaneperikelen en de warmte en de menigte om me heen begon dan ook aardig op de zenuwen te werken. Eenmaal bepakt en bezakt kon de vakantie, na 24 uur reizen, echt beginnen. Het vlieg-veld (Noi Bai Airport) ligt zo'n 35 km ten noorden van Hanoi en dat was dan ook het einddoel voor die dag.
Voordat we vertrokken eerst wat dollars voor Vietnamese dong gewisseld, zodat we onze dorst konden lessen. In een mengel-moes van Frans en Engels wist ik cola en water te bestellen. Ik stelde een wisselkoers van 11.000 dong voor. Deze koers accepteerden de meisjes achter de balie gretig, logisch want later bleek meer dan 12.000 dong voor een dol-lar gangbaar te zijn. Het gesprek verliep overigens zeer moeizaam, in deze voormalig Franse kolonie is er van de taal weinig meer terug te vinden en de Engelse woordenschat van de bevolking is zeer beperkt.
De weg naar Hanoi was wonderbaarlijk goed, een mooi fietspad langs de drukke hoofdweg. Veel fietsers (vaak zwaar beladen) en bromfietsers (standaard met 3 passagiers) vormden een kleurrijk schouwspel. Op veel kruisingen verkeerspolitie, eerst dachten wij dat agenten goedkoper waren dan verkeers-lichten, later bleek e.e.a. met het staatsbezoek te maken hebben. Onderweg werd er ontzettend veel geclaxonneerd. Eerst dachten wij dat het een welkomstgroet voor twee Hollandse wielrijders was, maar er bleek een andere oorzaak te zijn. In het Vietnamese verkeer (dit geld overigens voor meerdere Aziatische landen) gaat het vervoermiddel met de grootste/luidste claxon voor.
Rond de avondspits arriveerden wij in Hanoi, dat bleek aardig getimed, het was een geweldige verkeerschaos. Hanoi is de fietsstad bij uitstek al moesten we wel even aan de verkeers-regels wennen. De verkeerslichten, die we hier wel zagen, hadden een iets andere functie dan in Nederland. Rood licht betekende inderdaad stoppen, maar bij groen licht kon je niet zonder meer oversteken. Verkeer van rechts wachtte keurig op ons, maar van links kwamen ze al vrij snel weer op ons af, zodat enige haast en goed uitkijken geboden was.
De duisternis viel vroeg in, zodat we het raadzaam achtten snel onderdak te zoeken. Tijdens onze zoektocht kregen we verscheidene liften van cyclo’s (fietstaxi’s) aangeboden. Die aanbiedingen sloegen wij wijselijk af. Toen we een aardig hotel tegen kwamen hebben we ook maar vlot toegehapt. Voor 25 USD hadden we een goede tweepersoonskamer en tegen bijbetaling kon er ook nog voor vrouwelijk gezelschap gezorgd worden.
De fiets moesten we buiten stallen, dat vonden we erg link, zodat we bedongen de fiets mee naar de hotelkamer te nemen. 's Avonds de stad een beetje verkend en in een reizigerscafé gegeten.
Hanoi
Donderdag 10 november eerst lekker uitgeslapen en Hanoi eens bij daglicht bekeken. Hanoi heeft ruim 3 miljoen inwoners, de hoofdstad van Vietnam kon mij niet echt bekoren. De bevolking was vrij onvriendelijk en wilde slechts aan het toerisme verdienen. Op zich begrijpelijk, maar zo agressief als de inwoners van Hanoi zich gedroegen kwamen we verder in Vietnam niet meer tegen.
Slenteren door een stad is altijd vermoeiend daarom heerlijk uitgerust op een van de vele bankjes langs het Hoan Kiem-meer. De Vietnamezen zijn trots op hun meer, vele toeristen vinden het maar gewoon. Met dit heerlijke weer was het voor ons een goede plaats om even van ons bijzondere vakantieland te genieten.
's Middags een bezoek aan de ambassade van Laos gebracht. Een visum voor Laos was vlot aan te vragen en de prijs, nog geen vijfentwintig gulden, viel mee. Struikelblok was echter dat wij ons paspoort minstens 3 werk-dagen kwijt zouden zijn en dat was met het oog op hotelreser-veringen een probleem. In Vietnam was het gebruikelijk bij elke overnachting je paspoort als onderpand achter te laten. Om deze reden zagen wij van een visumaanvraag voor Laos af, nog een kleine week in en rond Hanoi verblijven was niet onze bedoeling. Achteraf was het maar goed ook dat wij niet door Laos zijn gegaan, want het was teveel van het goede geweest. In het noorden van Vietnam hadden wij al te weinig tijd om al onze fietsplannen te verwezenlijken. Bij de ambassade troffen we nog een Neder-lander die we enkele dagen later op een onverwachte plaats nog eens tegen kwamen.
's Avonds in een ander reizigerscafé gegeten waar we 4 Nederlanders troffen. Gezellig gepraat en leuke ideeën opgedaan. Twee jongens kwamen net terug van een trip door het zuiden van Vietnam. Wij wisten te melden dat het gebied waar zij doorgetrokken hadden zwaar getroffen was door een orkaan. Het noodweer had de Nederlandse kranten gehaald en we tipten hen dat ze wel eens naar huis mochten bellen om te melden dat het met hun oké was. Na het eten naar het Vietnamese Water Marionettentheater geweest. Verplichte kost voor elke toerist, wel de moeite waard. Het was een ‘Westerse’ aangelegenheid, maar dat was met een Fox- Reizen touringbus voor de deur ook geen wonder. Iedere bezoeker kreeg een cassettebandje met de Vietnamese achtergrondmuziek naar huis. Het bandje is thuis weinig gedraaid, mijn familie is daar overigens niet erg rouwig om (Vietnamese muziek is voor een selectief gehoor).
Eerste deel van de route: Ten noordoosten van Hanoi
Vrijdag 14 november 1997, was de eerste echte fietsetappe in Vietnam. We hadden onze route de dagen ervoor al tientallen malen bijgesteld en volgens ons laatste scenario, moesten we de stad in noordelijke richting verlaten. Ons eerste reisdoel was Lang Son een stadje vlakbij de Chinese grens. Het traject van 160 km lengte wilden we in twee dagen afleggen. Hanoi is een grote stad, maar we zaten toch vlot op de goede weg. Over de fietsbrug en niet over de autobrug die we in eerste instantie kozen, een Vietnamese agent verzocht ons vriendelijk maar dringend de juiste brug te nemen, verlieten wij in noordoostelijke richting de stad.
Al het verkeer gaat in Vietnam over dezelfde weg. Het was die dag warm, stoffig en erg druk. Het was soms vermakelijk om te zien hoe al het verkeer in elkaar krioelde, onderweg waren we getuige van een ongeluk, wij verbaasden ons er echter over dat in deze verkeerschaos niet meer aanrijdingen gebeurden. Vrachtauto’s, auto’s, busjes, fietsers en wandelaars, de laatste twee categorieën met heel veel ‘levende’ have gingen aan ons voorbij. Veel Vietnamezen verdienen de kost met de landbouw en veeteelt en dat was onderweg goed te zien. Veel agrarisch verkeer op en langs de weg en links en rechts veel rijstvelden..
De route naar Lang Son was in het begin geheel vlak, zodat we aardig opschoten. Het wegdek was niet geweldig, veel gaten en kuilen, want geld voor wegwerkzaamheden is er in Vietnam niet. De drukste wegen bevinden zich dan ook in de slechtste staat. Overigens hadden wij als fietsers nog de minste last van de slechte conditie van het wegennet. Iedereen die eens een autorit of bustour door Vietnam gemaakt heeft, weet wat wij bedoelen!!
De steden en dorpen, met al hun stalletjes langs de weg, die we onderweg passeerden vormden als het ware een grote markt. Voor hongerige en dorstige fietsers was dat heel erg prettig. Dit straatbeeld gold voor het hele land, zodat we onderweg genoeg bevoorrading konden krijgen.
We wilden na 75 km fietsen in Kep een onderkomen zoeken, dat viel echter bitter tegen. Wij zagen weinig wat op een hotel leek. Ook navraag bij de plaatselijke bevolking leverde niets op. Een Vietnamees wist te melden dat 20 km terug in Bac Giang wel onderdak was. Een weinig aanlokkelijke suggestie, maar verder fietsen leek ons met de snel invallende duisternis ook riskant. In deze landen is het vroeg donker, en in de duisternis heb je zeker als toerist weinig te zoeken (het is ook lastig oriënteren in een wildvreemde omgeving). Het eerstvolgende oord van enige betekenis, Met, was zeker niet groter dan Kep en zou ook wel eens weinig onderdak te bieden kunnen hebben. De andere dag zou blijken dat er zeker wel plaats was geweest.
Verslag geschreven door Bauke Hoogland
Voorbereiding
Eind 1997 zijn Henk Burgler en ik ruim vijf weken op de fiets door Vietnam en Thailand getrokken. Reizen in Zuidoost-Azie is ons prima bevallen en deze trip is zeker voor herhaling vatbaar.
Fietsen in de vakantie was ons niet ongewoon, maar ik was nimmer buiten Europa geweest. Mijn ouders maakten begin 1994 een avontuurlijke trip door Thailand en kwamen met enthousiaste verhalen terug. Te voet of op de fiets door Thailand trekken was volgens hen zeer goed moge-lijk. Het verre oosten lokte toen al, maar ik was toentertijd met mijn andere fietsvriend Klaas van Dijk net begonnen aan de Honderd Cols Tocht en dat karwei moest eerst geklaard worden. Echt serieus waren mijn plannen vooralsnog niet en ook Henk had nog geen vastomlijnde ideeën.
In het najaar van 1995 filosofeerden we tijdens een concert van Dead Moon in Tivoli Utrecht over exotische reizen. Het leek ons een geweldige belevenis, maar we maakten nog geen concrete plannen. Een jaar later polste ik Henk nog eens of hij serieus van plan was eens door Zuidoost-Azie te trekken. Vanaf oktober 1996 was het dan ook echt menens en kon de voorbe-reiding beginnen. De Op Pad-Beurs bezocht, informatie ingewon-nen bij de fiets-va-kantiewinkel te Woerden en een voorlichtingsmid-dag over fietsen door Indonesië georga-niseerd door Le Champion bezocht. Henk maakte al snel duidelijk het liefst ongeorganiseerd op reis te gaan, ik heb nog overwogen een beperkt aantal over-nachtingen via een reisbureau te boeken.
De reisgidsen maakten duidelijk dat de hotelprijzen in de grote steden knap hoog lagen, het waren in ieder geval niet de bedragen die we zelf voor ogen hadden. Honderd gulden per nacht is in Zuidoost-Azie niet bepaald low-budget. Voor dit bedrag kun je zelf na enig zoekwerk een kleine week onderdak krijgen. Uiteindelijk kozen we er dan ook voor de reis helemaal zelf uit te stippelen. De volgende vragen moesten toen beantwoord worden.
- wanneer?
- waarheen?
- reisduur?
- welke vliegmaatschappij?
- eigen fiets?
Wij kozen voor eind 1997, deze periode kwam ons en onze werk-gevers het beste uit. Deze tijd was qua klimaat ook erg gunstig. Thailand stond boven aan ons lijstje en dat we tenminste vier weken weg wilden waren we ook vlot eens. Later werden Vietnam en zelfs Laos en Birma aan onze verlanglijst toegevoegd.
De keuze van de vliegmaatschappij hing sterk van de fiets-vriendelijkheid af. Via de Fietsvakantiewinkel en Vlieg en Fiets wisten we dat 25 kg bagagevrijdom mogelijk was. Vlieg en Fiets kon zelfs 30 kg regelen, maar dan moesten we wel een minimum aantal overnachtingen via hun boeken. We besloten daarom zelf te informeren of we nog voordeliger of zonder verdere financiële verplichtingen op reis konden.
Bij veel reisbureaus ving ik bot, omdat men niet zonder meer bij de vliegmaatschappijen wilde informeren of de fiets gratis mee mocht. Normaliter mag een ieder 20 kg bagage meenemen, een fiets van ca. 15 kg betekent dat er weinig andere bagage meer bij kan. Overgewicht is erg prijzig, derhalve wilde ik wel zeker weten dat de fiets geen grote kostenpost werd. In extreme gevallen kost het vervoer van de fiets net zoveel als het ticket van de berijder. Slechts de ANWB wilde zonder verdere verplichtingen bellen met een luchtvaartmaatschappij. De keuze viel op Thai Airways en die maatschappij accepteerde de twee fietsen zonder problemen. Inclusief fiets kregen we 30 kg bagagevrijdom, dat moest volgens mij voldoende zijn. De prijs van het vliegticket viel mij niet tegen, een kleine fl. 1700,00 voor een retourvlucht naar Hanoi, met recht op een tussenstop in Thailand (ons vliegticket was 2 maanden geldig).
Voor mij was de vlucht na deze informatie in principe rond. Het bleef nog lang stil rond onze grote reis, maar daar was de werkdruk van Henk debet aan. Ik had mijn zaakjes voor 1997 behoorlijk in orde en kon à la minuut de exacte vertrekdatum doorgeven, Henk switchte op de val-reep van werkplek en had het in september en oktober nog razend druk. Het was dan ook bijna eind oktober toen de reis definitief kon doorgaan. In enkele weken tijd moesten we nog veel zaken regelen, inentingen, visa, betaalmiddelen e.d. De meeste zaken leverden ons weinig problemen op, de visumaanvraag voor Vietnam kon nog een kink in de kabel worden.
Ons plan was eerst naar Vietnam te gaan en indien mogelijk op de fiets door Laos naar Thailand. Voor Thailand was bij een verblijf korter dan 1 maand, geen visum nodig, voor de overige landen was een visum verplicht. Laos wilden we ter plekke beslissen, zodat wij vooraf alleen een visum voor Vietnam nodig hadden. Dat leek een struikelblok te worden, want de aanvraag zou in Nederland drie weken duren, zoveel tijd hadden we niet meer. Het visum aanvragen kon in België sneller, daarom reisden Henk en ik woensdag 27 oktober 1997 naar de Vietnamese ambassade in Brussel. Na enige omzwervingen door de stad, nog de weg ge-vraagd aan de lijfwacht van koning Albert kwamen we net voor sluitingstijd aan. Binnen vijf minuten hadden we de aanvraag rond en een week later kon Henk beide visa afhalen.
Drie dagen voor vertrek konden we bij de ANWB onze tickets halen en was de reis definitief. Dinsdag 8 november vertrokken we rond het middaguur vanaf Schiphol richting Bangkok met als eindbestemming Hanoi. De vader van Henk bracht ons vlot richting Schiphol waarna het avontuur echt kon beginnen.
De vlucht
De fietsen hadden wij de vorige avond al in fiets-dozen verpakt zodat we er helemaal klaar voor waren. Het van tevoren inpakken bleek niet onverstandig, we merkten zo-doende dat fiets inclusief doos maar liefst 20 kg woog en we de rest van de bagage goed moesten uitkienen. Ik had zodoende meer handbagage bij mij, dan ik vooraf berekend had. Het inchecken ging vlot en rond halftwaalf vertrokken wij.
Na een tussenstop in Zürich op naar Azië. De vlucht was com-fortabel, behoorlijke stoelen en goed (oosters) eten en drinken. We hadden moeite om alle aangeboden lekkernijen naar binnen te werken. Slapen onderweg lukte mij niet echt, daar had ik tijdens de vakantie vaker moeite mee gehad. Weinig geslapen dus het filmaanbod maar gekeurd. Jurassic Park was mooi, maar de Love Boat film 'echt een ouwe draak' was niet om aan te zien. Rond zes uur 's morgens (plaatselijke tijd) geland op Bangkok.
In Bangkok hadden we een tussenstop van enkele uren, waarna we door vlogen naar Hanoi. Op het vliegveld souvenirshops bezocht, verder de tijd lezend door gebracht. De vlucht naar Hanoi duurde slechts twee uren, Fox-reizen had hetzelfde toestel geboekt zodat het een Nederlandse aangelegenheid was. Bij aankomst in Hanoi konden wij niet meteen het toestel verlaten. Wij bleken hoogwaardigheidsbekleders in ons midden te hebben. De rode loper was al voor hen uitgelegd en zij mochten dan ook als eerste uitstap-pen. Het gezelschap kwam van een 'eilandengroep', het is mij echter niet duidelijk geworden welke.
Aankomst in Hanoi
Na het uitchecken op zoek naar onze bagage. De tassen en de fietsen kwamen vlot voorbij en ik dacht dat gaat lekker snel. In mijn enthousiasme begon ik de fiets al uit de doos te halen en de bagage al vast te bevestigen. Deze actie kon de Vietnamese douane niet echt waarderen en ik werd dan ook gesommeerd om daarmee op te houden. Ik moest aantonen dat de fiets mijn eigendom was. Het uitklaren van mijn fiets kostte mij zoveel problemen dat ik in alle consternatie de helft van mijn bagage liet staan Ik had drie tassen achter gelaten en met de nodige moeite kon ik ook die eigendommen voorbij de douane krijgen. Henk had wat minder moeite en was zich buiten al startklaar aan het maken.
In de tropische warmte en onder vele toeziende Vietnamese ogen (douaniers, vliegveldpersoneel en taxichauffeurs) maakten wij ons reis-vaardig. Ik was al wat prikkelbaar door de douaneperikelen en de warmte en de menigte om me heen begon dan ook aardig op de zenuwen te werken. Eenmaal bepakt en bezakt kon de vakantie, na 24 uur reizen, echt beginnen. Het vlieg-veld (Noi Bai Airport) ligt zo'n 35 km ten noorden van Hanoi en dat was dan ook het einddoel voor die dag.
Voordat we vertrokken eerst wat dollars voor Vietnamese dong gewisseld, zodat we onze dorst konden lessen. In een mengel-moes van Frans en Engels wist ik cola en water te bestellen. Ik stelde een wisselkoers van 11.000 dong voor. Deze koers accepteerden de meisjes achter de balie gretig, logisch want later bleek meer dan 12.000 dong voor een dol-lar gangbaar te zijn. Het gesprek verliep overigens zeer moeizaam, in deze voormalig Franse kolonie is er van de taal weinig meer terug te vinden en de Engelse woordenschat van de bevolking is zeer beperkt.
De weg naar Hanoi was wonderbaarlijk goed, een mooi fietspad langs de drukke hoofdweg. Veel fietsers (vaak zwaar beladen) en bromfietsers (standaard met 3 passagiers) vormden een kleurrijk schouwspel. Op veel kruisingen verkeerspolitie, eerst dachten wij dat agenten goedkoper waren dan verkeers-lichten, later bleek e.e.a. met het staatsbezoek te maken hebben. Onderweg werd er ontzettend veel geclaxonneerd. Eerst dachten wij dat het een welkomstgroet voor twee Hollandse wielrijders was, maar er bleek een andere oorzaak te zijn. In het Vietnamese verkeer (dit geld overigens voor meerdere Aziatische landen) gaat het vervoermiddel met de grootste/luidste claxon voor.
Rond de avondspits arriveerden wij in Hanoi, dat bleek aardig getimed, het was een geweldige verkeerschaos. Hanoi is de fietsstad bij uitstek al moesten we wel even aan de verkeers-regels wennen. De verkeerslichten, die we hier wel zagen, hadden een iets andere functie dan in Nederland. Rood licht betekende inderdaad stoppen, maar bij groen licht kon je niet zonder meer oversteken. Verkeer van rechts wachtte keurig op ons, maar van links kwamen ze al vrij snel weer op ons af, zodat enige haast en goed uitkijken geboden was.
De duisternis viel vroeg in, zodat we het raadzaam achtten snel onderdak te zoeken. Tijdens onze zoektocht kregen we verscheidene liften van cyclo’s (fietstaxi’s) aangeboden. Die aanbiedingen sloegen wij wijselijk af. Toen we een aardig hotel tegen kwamen hebben we ook maar vlot toegehapt. Voor 25 USD hadden we een goede tweepersoonskamer en tegen bijbetaling kon er ook nog voor vrouwelijk gezelschap gezorgd worden.
De fiets moesten we buiten stallen, dat vonden we erg link, zodat we bedongen de fiets mee naar de hotelkamer te nemen. 's Avonds de stad een beetje verkend en in een reizigerscafé gegeten.
Hanoi
Donderdag 10 november eerst lekker uitgeslapen en Hanoi eens bij daglicht bekeken. Hanoi heeft ruim 3 miljoen inwoners, de hoofdstad van Vietnam kon mij niet echt bekoren. De bevolking was vrij onvriendelijk en wilde slechts aan het toerisme verdienen. Op zich begrijpelijk, maar zo agressief als de inwoners van Hanoi zich gedroegen kwamen we verder in Vietnam niet meer tegen.
Slenteren door een stad is altijd vermoeiend daarom heerlijk uitgerust op een van de vele bankjes langs het Hoan Kiem-meer. De Vietnamezen zijn trots op hun meer, vele toeristen vinden het maar gewoon. Met dit heerlijke weer was het voor ons een goede plaats om even van ons bijzondere vakantieland te genieten.
's Middags een bezoek aan de ambassade van Laos gebracht. Een visum voor Laos was vlot aan te vragen en de prijs, nog geen vijfentwintig gulden, viel mee. Struikelblok was echter dat wij ons paspoort minstens 3 werk-dagen kwijt zouden zijn en dat was met het oog op hotelreser-veringen een probleem. In Vietnam was het gebruikelijk bij elke overnachting je paspoort als onderpand achter te laten. Om deze reden zagen wij van een visumaanvraag voor Laos af, nog een kleine week in en rond Hanoi verblijven was niet onze bedoeling. Achteraf was het maar goed ook dat wij niet door Laos zijn gegaan, want het was teveel van het goede geweest. In het noorden van Vietnam hadden wij al te weinig tijd om al onze fietsplannen te verwezenlijken. Bij de ambassade troffen we nog een Neder-lander die we enkele dagen later op een onverwachte plaats nog eens tegen kwamen.
's Avonds in een ander reizigerscafé gegeten waar we 4 Nederlanders troffen. Gezellig gepraat en leuke ideeën opgedaan. Twee jongens kwamen net terug van een trip door het zuiden van Vietnam. Wij wisten te melden dat het gebied waar zij doorgetrokken hadden zwaar getroffen was door een orkaan. Het noodweer had de Nederlandse kranten gehaald en we tipten hen dat ze wel eens naar huis mochten bellen om te melden dat het met hun oké was. Na het eten naar het Vietnamese Water Marionettentheater geweest. Verplichte kost voor elke toerist, wel de moeite waard. Het was een ‘Westerse’ aangelegenheid, maar dat was met een Fox- Reizen touringbus voor de deur ook geen wonder. Iedere bezoeker kreeg een cassettebandje met de Vietnamese achtergrondmuziek naar huis. Het bandje is thuis weinig gedraaid, mijn familie is daar overigens niet erg rouwig om (Vietnamese muziek is voor een selectief gehoor).
Eerste deel van de route: Ten noordoosten van Hanoi
Vrijdag 14 november 1997, was de eerste echte fietsetappe in Vietnam. We hadden onze route de dagen ervoor al tientallen malen bijgesteld en volgens ons laatste scenario, moesten we de stad in noordelijke richting verlaten. Ons eerste reisdoel was Lang Son een stadje vlakbij de Chinese grens. Het traject van 160 km lengte wilden we in twee dagen afleggen. Hanoi is een grote stad, maar we zaten toch vlot op de goede weg. Over de fietsbrug en niet over de autobrug die we in eerste instantie kozen, een Vietnamese agent verzocht ons vriendelijk maar dringend de juiste brug te nemen, verlieten wij in noordoostelijke richting de stad.
Al het verkeer gaat in Vietnam over dezelfde weg. Het was die dag warm, stoffig en erg druk. Het was soms vermakelijk om te zien hoe al het verkeer in elkaar krioelde, onderweg waren we getuige van een ongeluk, wij verbaasden ons er echter over dat in deze verkeerschaos niet meer aanrijdingen gebeurden. Vrachtauto’s, auto’s, busjes, fietsers en wandelaars, de laatste twee categorieën met heel veel ‘levende’ have gingen aan ons voorbij. Veel Vietnamezen verdienen de kost met de landbouw en veeteelt en dat was onderweg goed te zien. Veel agrarisch verkeer op en langs de weg en links en rechts veel rijstvelden..
De route naar Lang Son was in het begin geheel vlak, zodat we aardig opschoten. Het wegdek was niet geweldig, veel gaten en kuilen, want geld voor wegwerkzaamheden is er in Vietnam niet. De drukste wegen bevinden zich dan ook in de slechtste staat. Overigens hadden wij als fietsers nog de minste last van de slechte conditie van het wegennet. Iedereen die eens een autorit of bustour door Vietnam gemaakt heeft, weet wat wij bedoelen!!
De steden en dorpen, met al hun stalletjes langs de weg, die we onderweg passeerden vormden als het ware een grote markt. Voor hongerige en dorstige fietsers was dat heel erg prettig. Dit straatbeeld gold voor het hele land, zodat we onderweg genoeg bevoorrading konden krijgen.
We wilden na 75 km fietsen in Kep een onderkomen zoeken, dat viel echter bitter tegen. Wij zagen weinig wat op een hotel leek. Ook navraag bij de plaatselijke bevolking leverde niets op. Een Vietnamees wist te melden dat 20 km terug in Bac Giang wel onderdak was. Een weinig aanlokkelijke suggestie, maar verder fietsen leek ons met de snel invallende duisternis ook riskant. In deze landen is het vroeg donker, en in de duisternis heb je zeker als toerist weinig te zoeken (het is ook lastig oriënteren in een wildvreemde omgeving). Het eerstvolgende oord van enige betekenis, Met, was zeker niet groter dan Kep en zou ook wel eens weinig onderdak te bieden kunnen hebben. De andere dag zou blijken dat er zeker wel plaats was geweest.