Hoe vervoerde men fietsen per trein in de vroegere jaren? Ik heb oude fietsreisverhalen opgezocht en trof hieronder enkele anekdotes aan, die ik jullie niet wil onthouden.
Vertrek zondag 22 juni 1958. Op de fiets uit Blaricum om 6.45 uur. Omdat er ’s zondags zo vroeg geen bus rijdt, hadden wij ontheffing gekregen van de verplichting om de fietsen de vorige avond op ’t station van Hilversum in te leveren. De trein ging om 8.03 uur, fietsen mee. Van huis tot Apeldoorn hoosregens! Daarna kwam de zon door. In Oldenzaal werd er een stoomlocomotief aangekoppeld. Na ’n voorspoedige reis precies op tijd in Padborg in Denemarken. 5 km gefietst naar Kruså. (dit schreef mijn vader Johan).
Ik wilde een weekendje in de Noord-Hollandse duinen fietsen met een overnachting op de jeugdherberg van Bakkum. Op vrijdag 21 augustus 1970 per trein van Bussum naar Alkmaar. In het zomerseizoen van 1970 was het fietsvervoer per trein erg beperkt, met een maximum van 40 km afstand. Dus moest ik in Zaandam uitstappen om een nieuw fietskaartje te kopen en met de volgende trein weer verder! Na afloop van de fietstocht heb ik uit ongenoegen door die 40 km-regel maar via Haarlem en Amsterdam geheel naar huis in Blaricum gefietst. Het was tenslotte mooi weer.
Zaterdag 3 juli 1971 was een smoorhete dag. Een fietstocht naar Luxemburg en Frankrijk. De maandag ervoor had ik mijn fiets per NS naar Maastricht laten sturen. In 1971 kon je je eigen fiets nog niet zelf op de trein meenemen. Zonder fiets kon ik voorlopig per bus van Blaricum naar mijn werk gaan, iets waar ik een hekel aan had. Maar het kon niet anders.
Ik vertrok vandaag om 10.35 uur uit Hilversum. Maar oh, toen ik op Utrecht CS moest overstappen, kwam er een stampvolle Intercity-trein uit Amsterdam naar Maastricht. Ik moest samen met ‘n groep meisjes als haringen in een ton in het kleine halletje bij de ingangsdeuren gaan staan. Pas toen wij in Eindhoven kwamen, waren de toestanden in de trein weer opgelost, zodat wij normaal op de banken konden gaan zitten. Tenslotte arriveerden wij om 12.59 uur in Maastricht. Bij de stalling haalde ik mijn verzonden fiets op. Alles leek tot mijn opluchting in orde. Ik fietste kris-kras door de oude stad Maastricht en nam een paar foto’s. Wat stond de warme zon zo hoog aan de hemel.
De eerste etappe ging naar Vaals, 29 kilometer, met een steile helling omhoog tot Margraten. Ik genoot van het zonovergoten Zuid-Limburgse landschap. Bij Gulpen ging ik met 40 km/u hard naar beneden. Eindelijk kwam ik om 15.41 uur op de jeugdherberg van Vaals.
Op het precies honderd jaar oude station van Hilversum (en helaas zinloos gesloopt in 1990) deelde de NS-lokettiste me eerder mee, dat ik mijn fiets niet zelf kon meenemen naar Köln (Keulen) in Duitsland. Met tegenzin stuurde ik gisteren mijn fiets voor ƒ 5,60 met de goederentrein mee naar station Köln HBF.
Goed, ik nam op dinsdag 7 mei 1974 met mijn bagage de bus van Blaricum naar Hilversum, waar ik de trein naar Utrecht nam. Daar stapte ik over op de trein die via Arnhem rechtstreeks naar Köln reed.
Het was bewolkt weer en na een rustige reis kwam ik om 11.10 uur op Hauptbahnhof Köln aan. Daar nam ik mijn fiets in ontvangst en na het uittesten functioneerde de fiets goed. Ik fietste naar de Jugendherberge vlakbij de Tiergarten. Prijs DM 3,70 per nacht inclusief ontbijt. Van hieruit fietste ik dan verder naar Zwitserland en Oostenrijk.
Zaterdag 18 juli 1981. De enkele treinreis van Baflo (7.42 uur) naar Amsterdam kostte ƒ 29,20 (€ 13,25). Mijn eigen fiets kon gewoon mee. Overstappen in Groningen en Amersfoort. Aankomst op Amsterdam CS om half 11. Omdat er in 1981 nog geen spoorlijn liep van het CS naar Schiphol, ging ik per fiets naar de RAI. Het leek alsof alle stoplichten speciaal voor mij op het groene licht sprongen, want ik was na het fietsen door het Damrak, het Rokin, het Muntplein, de Vijzelstraat, het Weteringsplantsoen, en de Ferdinand Bolstraat, al na een kwartiertje op het station Amsterdam-RAI. De spoorverbinding vanaf Diemen was nog in aanbouw. De trein (voor ƒ 2,10, nog net geen euro) kwam om 11.05 op Schiphol aan. Daar vloog ik met een Russisch toestel naar Praag, fiets gratis mee! Van Praag maakte ik een fietstocht naar Warschau in Polen. Met de terugvlucht van Warszawa Okeçie naar Schiphol kostten de beide vluchten samen ƒ 822 (€ 373).
Zondag 2 juni 1991. Begin van de spannende fietstocht door Oost-Duitsland. Omdat de treinen van Baflo naar Groningen ’s zondags vroeg nog niet vertrokken, bracht mijn vrouw Jeannette mij met de auto naar het Hoofdstation in Groningen. Mijn fiets en bagage waren in de auto geladen. De treinkaart naar Lübeck, die ik al eergisteren heb gekocht, kostte ƒ 94,30 plus tien gulden voor de fiets mee, wat merkwaardig goedkoper is dan in eigen land. In het spoorboekje staat officieel een fietssymbool bovenaan de kolom met de tijden voor de trein naar Leer, en toch deed de conducteur daar moeilijk over toen hij mij de fiets zag inladen. Het was een lichtblauwe dieselboemel van de DB en vertrok om 8.02 uur.
Overgestapt werd er in Oldenburg, Bremen en Hamburg. Het was al laat in de middag toen ik in Lübeck aankwam. Het station kijkt uit op een straat recht ervoor, die uitkomt bij een plantsoen met de oude stadspoort, de Holstentor uit 1477. Hij staat er zo charmant bij met de iets scheef verzakte, zware ronde torens.
Vertrek zondag 22 juni 1958. Op de fiets uit Blaricum om 6.45 uur. Omdat er ’s zondags zo vroeg geen bus rijdt, hadden wij ontheffing gekregen van de verplichting om de fietsen de vorige avond op ’t station van Hilversum in te leveren. De trein ging om 8.03 uur, fietsen mee. Van huis tot Apeldoorn hoosregens! Daarna kwam de zon door. In Oldenzaal werd er een stoomlocomotief aangekoppeld. Na ’n voorspoedige reis precies op tijd in Padborg in Denemarken. 5 km gefietst naar Kruså. (dit schreef mijn vader Johan).
Ik wilde een weekendje in de Noord-Hollandse duinen fietsen met een overnachting op de jeugdherberg van Bakkum. Op vrijdag 21 augustus 1970 per trein van Bussum naar Alkmaar. In het zomerseizoen van 1970 was het fietsvervoer per trein erg beperkt, met een maximum van 40 km afstand. Dus moest ik in Zaandam uitstappen om een nieuw fietskaartje te kopen en met de volgende trein weer verder! Na afloop van de fietstocht heb ik uit ongenoegen door die 40 km-regel maar via Haarlem en Amsterdam geheel naar huis in Blaricum gefietst. Het was tenslotte mooi weer.
Zaterdag 3 juli 1971 was een smoorhete dag. Een fietstocht naar Luxemburg en Frankrijk. De maandag ervoor had ik mijn fiets per NS naar Maastricht laten sturen. In 1971 kon je je eigen fiets nog niet zelf op de trein meenemen. Zonder fiets kon ik voorlopig per bus van Blaricum naar mijn werk gaan, iets waar ik een hekel aan had. Maar het kon niet anders.
Ik vertrok vandaag om 10.35 uur uit Hilversum. Maar oh, toen ik op Utrecht CS moest overstappen, kwam er een stampvolle Intercity-trein uit Amsterdam naar Maastricht. Ik moest samen met ‘n groep meisjes als haringen in een ton in het kleine halletje bij de ingangsdeuren gaan staan. Pas toen wij in Eindhoven kwamen, waren de toestanden in de trein weer opgelost, zodat wij normaal op de banken konden gaan zitten. Tenslotte arriveerden wij om 12.59 uur in Maastricht. Bij de stalling haalde ik mijn verzonden fiets op. Alles leek tot mijn opluchting in orde. Ik fietste kris-kras door de oude stad Maastricht en nam een paar foto’s. Wat stond de warme zon zo hoog aan de hemel.
De eerste etappe ging naar Vaals, 29 kilometer, met een steile helling omhoog tot Margraten. Ik genoot van het zonovergoten Zuid-Limburgse landschap. Bij Gulpen ging ik met 40 km/u hard naar beneden. Eindelijk kwam ik om 15.41 uur op de jeugdherberg van Vaals.
Op het precies honderd jaar oude station van Hilversum (en helaas zinloos gesloopt in 1990) deelde de NS-lokettiste me eerder mee, dat ik mijn fiets niet zelf kon meenemen naar Köln (Keulen) in Duitsland. Met tegenzin stuurde ik gisteren mijn fiets voor ƒ 5,60 met de goederentrein mee naar station Köln HBF.
Goed, ik nam op dinsdag 7 mei 1974 met mijn bagage de bus van Blaricum naar Hilversum, waar ik de trein naar Utrecht nam. Daar stapte ik over op de trein die via Arnhem rechtstreeks naar Köln reed.
Het was bewolkt weer en na een rustige reis kwam ik om 11.10 uur op Hauptbahnhof Köln aan. Daar nam ik mijn fiets in ontvangst en na het uittesten functioneerde de fiets goed. Ik fietste naar de Jugendherberge vlakbij de Tiergarten. Prijs DM 3,70 per nacht inclusief ontbijt. Van hieruit fietste ik dan verder naar Zwitserland en Oostenrijk.
Zaterdag 18 juli 1981. De enkele treinreis van Baflo (7.42 uur) naar Amsterdam kostte ƒ 29,20 (€ 13,25). Mijn eigen fiets kon gewoon mee. Overstappen in Groningen en Amersfoort. Aankomst op Amsterdam CS om half 11. Omdat er in 1981 nog geen spoorlijn liep van het CS naar Schiphol, ging ik per fiets naar de RAI. Het leek alsof alle stoplichten speciaal voor mij op het groene licht sprongen, want ik was na het fietsen door het Damrak, het Rokin, het Muntplein, de Vijzelstraat, het Weteringsplantsoen, en de Ferdinand Bolstraat, al na een kwartiertje op het station Amsterdam-RAI. De spoorverbinding vanaf Diemen was nog in aanbouw. De trein (voor ƒ 2,10, nog net geen euro) kwam om 11.05 op Schiphol aan. Daar vloog ik met een Russisch toestel naar Praag, fiets gratis mee! Van Praag maakte ik een fietstocht naar Warschau in Polen. Met de terugvlucht van Warszawa Okeçie naar Schiphol kostten de beide vluchten samen ƒ 822 (€ 373).
Zondag 2 juni 1991. Begin van de spannende fietstocht door Oost-Duitsland. Omdat de treinen van Baflo naar Groningen ’s zondags vroeg nog niet vertrokken, bracht mijn vrouw Jeannette mij met de auto naar het Hoofdstation in Groningen. Mijn fiets en bagage waren in de auto geladen. De treinkaart naar Lübeck, die ik al eergisteren heb gekocht, kostte ƒ 94,30 plus tien gulden voor de fiets mee, wat merkwaardig goedkoper is dan in eigen land. In het spoorboekje staat officieel een fietssymbool bovenaan de kolom met de tijden voor de trein naar Leer, en toch deed de conducteur daar moeilijk over toen hij mij de fiets zag inladen. Het was een lichtblauwe dieselboemel van de DB en vertrok om 8.02 uur.
Overgestapt werd er in Oldenburg, Bremen en Hamburg. Het was al laat in de middag toen ik in Lübeck aankwam. Het station kijkt uit op een straat recht ervoor, die uitkomt bij een plantsoen met de oude stadspoort, de Holstentor uit 1477. Hij staat er zo charmant bij met de iets scheef verzakte, zware ronde torens.