Vaak op combinatie paden voet-en fietspad ben ik aan het afwegen; wel of géén waarschuwingsbel.
In de verte zie ik ze al wandelen, het pad is breed genoeg, maar ja, ze lopen een beetje richting het midden van het pad. Ik ben onderweg met mijn (tweewielige)kar en wil hun bij het passeren niet laten schrikken en anderzijds heb ik ook liever géén aanrijding. Ik besluit om te bellen, deze sjokkende hand-in-hand senioren horen mijn bel blijkbaar niet. Even later tringel ik nogmaals, ja hoor, zij horen mij nu en draaien zich beide tergend langzaam om, de een rechtsom en de ander linksom en kijken vervolgens in mijn richting. Oh jee, is hun constatering, daar komt een fietser met zo’n geval erachter. Inmiddels heb ik hun al op zeer korte afstand benaderd, blijkbaar is mijn fietssnelheid net iets sneller dan hun reactie- en/of bewegingsvermogen. Van het ouder echtpaar wil de een voor mij opzij naar links en de ander opzij naar rechts. Ik hoor haar zeggen, “Toe nou Jan, die fietser komt eraan, ja Marie, ga dan opzij”. Dat ouderlijke gekibbel hoort er blijkbaar op deze leeftijd bij. Ik besluit om af te remmen en hun langzaam te passeren met een vriendelijke gebaar van dankjewel en goedendag.
Km’s verder moet ik helaas door een stad, wederom fietsend op een combinatie van voet-en fietspad en nader van achteren een voor mij ouder iemand op de fiets. Deze mevrouw heeft schijnbaar géén aandacht op datgene wat gebeurt op het fietspad, zij bekijkt meer datgene wat te zien is in winkeletalages dan rechts te houden. Omdat er voldoende ruimte is besluit ik haar te passeren zonder te bellen. Met een wijde boog haal ik haar in. Op het moment dat ik naast haar ben, ziet zij links in haar beleving iets leuks en komt toch in mijn richting. Zonder met elkaar in aanraking te komen, heb ik haar kunnen inhalen. Een paar honderd meter verderop bij het stoplicht staat zij plotseling achter mij en spreekt mij met zéér boze bewoordingen aan “Zeg jongeman (ik vereerd door uitspraak jongeman), jij moet de volgende keer bellen, want ik ben erg geschrokken. U bent een vlegel”. Met enkele malen een duidelijke verontschuldiging besluit ik uiteindelijk toch maar verder te fietsen bij het groene licht.
Tja, wat moet je; ..... bellen of niet?
Het blijft telkenmale afwegen wat te doen.
Frits
In de verte zie ik ze al wandelen, het pad is breed genoeg, maar ja, ze lopen een beetje richting het midden van het pad. Ik ben onderweg met mijn (tweewielige)kar en wil hun bij het passeren niet laten schrikken en anderzijds heb ik ook liever géén aanrijding. Ik besluit om te bellen, deze sjokkende hand-in-hand senioren horen mijn bel blijkbaar niet. Even later tringel ik nogmaals, ja hoor, zij horen mij nu en draaien zich beide tergend langzaam om, de een rechtsom en de ander linksom en kijken vervolgens in mijn richting. Oh jee, is hun constatering, daar komt een fietser met zo’n geval erachter. Inmiddels heb ik hun al op zeer korte afstand benaderd, blijkbaar is mijn fietssnelheid net iets sneller dan hun reactie- en/of bewegingsvermogen. Van het ouder echtpaar wil de een voor mij opzij naar links en de ander opzij naar rechts. Ik hoor haar zeggen, “Toe nou Jan, die fietser komt eraan, ja Marie, ga dan opzij”. Dat ouderlijke gekibbel hoort er blijkbaar op deze leeftijd bij. Ik besluit om af te remmen en hun langzaam te passeren met een vriendelijke gebaar van dankjewel en goedendag.
Km’s verder moet ik helaas door een stad, wederom fietsend op een combinatie van voet-en fietspad en nader van achteren een voor mij ouder iemand op de fiets. Deze mevrouw heeft schijnbaar géén aandacht op datgene wat gebeurt op het fietspad, zij bekijkt meer datgene wat te zien is in winkeletalages dan rechts te houden. Omdat er voldoende ruimte is besluit ik haar te passeren zonder te bellen. Met een wijde boog haal ik haar in. Op het moment dat ik naast haar ben, ziet zij links in haar beleving iets leuks en komt toch in mijn richting. Zonder met elkaar in aanraking te komen, heb ik haar kunnen inhalen. Een paar honderd meter verderop bij het stoplicht staat zij plotseling achter mij en spreekt mij met zéér boze bewoordingen aan “Zeg jongeman (ik vereerd door uitspraak jongeman), jij moet de volgende keer bellen, want ik ben erg geschrokken. U bent een vlegel”. Met enkele malen een duidelijke verontschuldiging besluit ik uiteindelijk toch maar verder te fietsen bij het groene licht.
Tja, wat moet je; ..... bellen of niet?
Het blijft telkenmale afwegen wat te doen.
Frits