In het weekend van zaterdag 1 t/m maandag 3 april heb ik een mooie fietstocht gemaakt in Zuid-Limburg, in de aangrenzende Voerstreek en in de Waalse provincie Luik (Liège). Totaal
177 km met overnachtingen in de jeugdherbergen van Sint-Martens-Voeren en Liège. Bovenstaande routekaart heb ik zelf getekend op mijn computer.
Met de trein naar Heerlen gekomen (met Kruidvatkaartje op zak), daar met de fietstocht gestart. Eerst bewolkt en zonnig, later in de middag een beetje regen. In Valkenburg een grote watermolen bezocht en de Cauberg (nooit eerder gezien) beklommen. Die is 12% steil maar slechts 600 meter lang. Een kuchje vergeleken met de R115 van Dublin naar Wicklow Mountains in Ierland. Daarna het prachtige Kasteel Schaloen bekeken. Bij Wolfshuis mocht ik met de Van Tienhovenmolen draaien, aangezien molenaar zijn mijn andere hobby is.
Daarna in de regen de American Cemetery in Margraten bezocht. Dan over de grens bij De Plank en over haarspeldbochten bereikte ik Sint-Martens-Voeren. Wat had mijn slaapkamer een pracht uitzicht! De Voerstreek wordt volgens brochures wel hét Toscane van België genoemd. Op deze jeugdherberg heb ik heerlijk gegeten!
De volgende dag was het stralend zonnig weer met 22 graden en dat op 2 april! Weer terug naar Zuid-Limburg om via Slenaken, Epen, Camerig en Vaals voor de tweede maal naar België te fietsen. Wat een pittige hellingen heb ik daar genomen en ik kwam ook in het parkoers van Volta Limburg Classic terecht. Het zuiden van Limburg is een waar paradijs voor wielrenners van elk niveau, zei Tom Dumoulin eens. Vele duizenden renners raasden langs me heen, op andere wegen in de tegengestelde richting. Op Nederlands hoogste grensovergang Wolfhaag (276 m) reed ik Belgique binnen. Gemmenich en Moresnet met de imposante spoorbrug.
Dan over de N3 via Herve naar Liège. Deze ‘provinciale weg’ N3 naar Liège staat bekend als een gevaarlijke weg zonder fietspaden. Het wordt door diverse fietsorganisaties dan ook sterk afgeraden. Ik ben daar meerdere gedenkmonumentjes tegengekomen van verongelukte fietsers.... Gelukkig heb ik de fietstocht over de beruchte N3 toch nog overleefd! En op zondag rijden de vrachtwagens hier niet.
Maar ik heb hier vroeger tussen 1970 en 1995 vaker gefietst en dus wou ik nu oude herinneringen ophalen en foto's maken. In Liège daalde de N3 negen kilometer lang steil omlaag, wat ik met een camera op m'n fietshelm heb vastgelegd. De gezellige jeugdherberg van Liège, met de naam Georges Simenon (de schrijver van o.a. Maigret), hier geboren in Liège, ligt op het eiland Outremeuse, waar overal geuren van restaurants rondhingen, het gezelligste deel van Liège met haast een Parijse sfeer – zie foto hieronder.
Buiten Outremeuse is de stad wat grauwer. 's Avonds heb ik nog wat rondgefietst door de straten van Liège. Van alle Belgische steden ben ik als fietser het vaakst in Liège geweest, waarschijnlijk al twaalf maal, de eerste keer gebeurde in 1970, toen was ik een jonge vent van 19 jaar. In andere Belgische steden heb ik maar weinig gefietst: vier keer in Antwerpen, twee in Brugge en Dinant en slechts éénmaal in Gent, Kortrijk, Namen en Brussel. En ik moet eerlijk toegeven dat ik nog nooit in Doornik (Tournai), met dezelfde naam als mijn achternaam, heb gefietst….
De derde dag was het nog zonnig, maar na 10 kilometer werd het in Herstal ineens ijskoud en mistig. Warme kleren aangetrokken. Bij een Delhaize supermarkt heb ik heerlijke Belgische Rombouts koffie voor thuis gekocht.
In Oupeye sloeg er een klein beige autootje met hoge snelheid rechtsaf, het parkeerterrein van een supermarkt op. En dat gebeurde net 40 centimeter vóór mijn voorwiel! Niet eens drie seconden wachten tot ik eerst voorbij was gefietst! Stond ik met m'n fiets 50 centimeter verder naar voren, dan werd er niet meer over Martin E. van Doornik gepraat.... Ik droeg een geel veiligheidshesje.
Ik natuurlijk tieren en vloeken en met mijn handgebaar schoot ik denkbeeldig naar die auto. Een aantal getuigen had dit tafereel gadegeslagen en ik kreeg bijval. Ik wachtte even af tot de bestuurder de supermarkt binnen was gegaan en gedekt door de dichte mist heb ik het ventiel op de linker achterband van zijn autootje los geschroefd en het pennetje ingeduwd.
Pssss..... en bekijk maar lekker hoe hij thuis kon geraken! Wráák!
Door de dikke mist kon ik het uitzicht op Visé aan la Meuse niet zien. Voor de Nederlandse grens was na het verlaten van het Waalse taalgebied de Vlaamse strook amper 100 meter breed.... Bij Maarland bezocht ik Kasteel Oost, waar vroeger een tante van mijn vrouw heeft gewoond. Foto's gemaakt.
Overal in Zuid-Limburg treft men fraaie wegkruizen aan, maar iets ten noorden van Eijsden aan de weg naar Maastricht staat het afgrijselijk lelijkste kruis dat ik ooit heb gezien!
Na aankomst in Maastricht kocht ik bij een authentieke vlaaienbakkerij Patisserie Royal (in de straat haaks tegenover het station) twee echte Limburgse vlaaien. Het kost wel € 13,– per stuk, maar je hebt voor kwaliteit dan ook wat! Heel anders dan van die dunne baksels bij de Hema. Volgens internet de enige vlaaienzaak van Maastricht die op maandag open is.
Om 12.25 uur vertrok ik per trein naar huis. Om kwart voor zes weer thuis. Wat heb ik ervan genoten! En helemaal zonder landkaart of GPS gefietst. Geen enkel panne of lekke band gehad. Mijn vorig jaar speciaal voor Oostenrijk en Slovenië aangepaste derailleuroverbrengingen (met het grootste achterblad van 34 tanden) kwam vooral in Zuid-Limburg en de Voerstreek heel goed van pas! Ik had 14 kilo bagage op mijn gele Giant. Niet gek, in één fietstocht tweemaal in België geweest.