Hallo allemaal,
Bedankt voor jullie reacties per email en op het wereldfietserforum (voor degenen die dit bericht als mail ontvangen: kijk ook eens op www.wereldfietser.nl / forum, daar staan de berichten ook inclusief reacties van wereldfietsers).
Hoog tijd om jullie even bij te praten over de afgelopen dagen die in het teken stonden van het vulkanische gebied rondom Rotorua, met geysers, borrelende modderpotten, gigantische kraters, walgelijke stanken enzovoort. De afgelopen dagen bezocht ik in totaal 6 zogenaamde termische gebieden, waarvan er 1 heel toepasselijk Hell's Gate heette.
Ik begon de tour op de dag na mijn busongelukje in Rotorua in een of ander Volendamachtig oord dat Whaka en dan nog heel veel letters heette.
De grote attractie, een geijser die flink zou moeten kunnen spuiten, deed het al twee jaar niet meer, naar verluid omdat de Etna 2 jaar geleden actief is geworden... Daarom werden we maar bezig gehouden met heeeeel spontane Maori folklore (lekker meezingen, met stokken gooien en andere ongein) zodat ik niet wist hoe snel ik daar weg moest komen.
De volgende dag een nieuwe poging. Voor het eerst weer een echt stukkie fietsen met hechting (wat trouwens prima ging en nog steeds gaat; waarschijnlijk laat ik morgen de hechting eruit halen) richting Hell's Gate, zo genoemd door een bezoeker in de jaren 1930 die vond dat de plaats erg veel leek op het lot dat theologen hem hadden voorgehouden. Ik dacht een rooie, vlammende omgeving aan te zullen treffen, maar in plaats daarvan was er een uitermate somber stemmende collectie borrelende vijvers en modderpoelen, wat me inderdaad een behoorlijk vervelende plaats leek om langer dan een uur door te brengen.
Kortom, ik was na twee bezoeken nog niet helemaal overtuigd dat de juiste keuze was geweest om niet naar het Zuidereiland te gaan (naast dat ik alleen een ticket krijgen kon dat naar Auckland - het noorden van het Noordereiland - gaat krijgen kon) de juiste was geweest. Maar ik was ook nog niet ten zuiden van Rotorua wezen kijken...
De eerste echte fietsdag (met bagage dus) ging ik nog meer eens een poging wagen in de Wxxx vallei (die Maori namen zijn echt vreselijk, ik kan ze echt niet onthouden). Hoewel de termische activiteiten niet heel bijzonder waren, kreeg ik wel een heel prettig gevoel bij die vallei: eindelijk eens een rustige, natuurlijke plek waar je in 4 kilometer door een vallei liep met allerlei spectacel en niet zo'n Artisachtige droeve toestand waar alle pret op een halve vierkante kilometer zit en dus ook alle toeristen. Een hele verademing, maar echt spectaculair, zoals op de ansichtkaarten en in de reisgidsen, nou nee.
10 kilometer verder op zat Wai-O-Tapu. Mocht je ooit naar het Noordereiland van Nieuw Zeeland gaan, daar MOET je langs. Geweldig gave, spectaculaire poelen, zoals Artist Palet en Champagne Pool, allebei zeer spectaculair en kleurrijk. Ik heb twee uur lang met open mond rondgelopen. Helaas wel weer erg Artis achtig, maar ja, je kunt niet alles hebben. Door deze twee bezoekjes was mijn dagprogramma enigszins in de war geschopt zodat de tent al na 45 kilometer een plekje vond naast een termisch zwembad. Erg leuk als je van de dokter i.v.m. een wond op je been niet in het termische zwembaden mag en dus als enige van de hele weide omtrek niet in het zwembad zit...
Maar goed, de volgende dag, had had de smaak nu echt goed te pakken, maar weer eens richting een termisch spectakelsstukje. Orakei K..., misschien wel de mooiste van NZ maar erg afgelegen, schreef mijn onvermijdelijke handboek, de Lonely Planet. Dat soort zinnen lees ik heel graag! Dat betekent dat normale toeristen lekker uit de buurt blijven terwijl ik als fietser uitstekend in staat ben wel op dat ene afgelegen plekje te komen. Toen ik de helling afreed waar dit oord lag (heel toepasselijk Hidden Valley genaamd) viel ik als een blok voor de lokatie. Prachtig meertje, doodstil, wat witte rookwolken aan de overkant van de geijsers, aangenaam temperatuurtje! Ik wist gelijk dat ook vandaag de teller bij 45 kilometer zou blijven steken.
Na het prachtige, maar niet iets minder mooie gebied dan Wai-O-Tapu bezocht te hebben, en dus weer een heel fotorolletje volgeschoten te hebben net als bij de vorige parken, was het tijd voor something completely different - kayakken! Ik had bij het paradijselijke Hahei beach al een kayak willen huren, maar nu was mijn kans eindelijk daar. Een heel, prachtig stuwmeer voor mijzelf alleen! Twee uurtjes dobberde ik heerlijk op het water.
Toen maakte ik een vreselijke blunder. Ik had de kayak voor twee uur gehuurd en daarom mijn fietscomputertje (mijn enige horloge) meegenomen. Het ging ergens mis tussen het toilet en het cafe. Ik was er binnen 5 minuten achter, maar ondanks tijdenlange zoekpartijen bleek het ding onvindbaar. Dag horloge, dag hoogtemeter, dag kilometerteller die o zo handig is bij je dagindeling en de beslissing of je wel of niet dat stuk nog door zult fietsen. Ik baalde er de hele rest van de dag van, wat erg zonde was vanwege de mooie omgeving en de prachtige plek waar ik mijn tent wild (nou ja, naast het cafe) had neer gezet.
Vandaag fietste ik eindelijk het resterende stuk naar Taupo. Normaal gesproken fiets je daar in 1 dag naar toe, maar inmiddels hebben jullie begrepen dat ik wat afgeleid was en dus drie dagen nodig had. Na alle halleluja verhalen van hierboven lijkt het me de hoogste tijd een volstrekt onzinnige mythe uit de wereld te helpen: NZ (Noordereiland) is GEEN fantastisch fietsland!
Ik laat de vele Wereldfietsers die me altijd het tegendeel beweerd hebben even bijkomen van de schok. Voor mij zijn er drie dingen die een land een goed fietsland maken. Ten eerste een beetje avontuur. Als je even afziet van alle bungyjumping, rafting, rapjumps en dergelijke omgein, is NZ ongeveer het meest onavontuurlijke fietsland wat je kunt verzinnen. Het is door een door Westers (ik vind het het ultieme Greenpeace land) door en door braaf en ongeveer net zo spannend als de Noord Oost polder bij daglicht. Elke tien bomen bij elkaar zijn een Senic Reserve op je kaart. Elk flutdorp waar absoluut NIETS te beleven is heeft een VVV met 30 folders. In termische parken werd elke drie meter voor levensgevaar gewaarschuwd. En het absolute toppunt vind ik de aanbevolen snelheid bij elke bocht die net iets scherper is dan pak hem beet 30 graden. Het is hier zo debielvriendelijk dat zelfs de gemiddelde Amerikaan hier veilig zou kunnen rondreizen.
Het tweede gemis zijn de kleine leuke (liefst onverharde) weggetjes. Ondanks het beperkte gebied waar ik fiets en de 7 kaarten die ik daar van heb, is het uiterst moeilijk om ideale fietsweggetjes (lekker klein, minder dan 6 auto's per uur of zo iets) te vinden. De doorgaande wegen zijn redelijk te vergelijken met onze provinciale wegen en dus volstrekt ongeschikt voor fietsers. Het wegennet je simpelweg te beperkt om er echt iets leuks van te maken en als je al op een klein weggetje stuit is de kans groot dat het een private road en dus verboden terrein is.
Het derde en mijn grootste probleem is dat in ieder geval het Noordereiland landschappelijk DOODSAAI is. Ik wordt helemaal gek van die eindeloze brei met groene glooiende heuvels die eindeloos op en meer gaan en me Ardennen flashbacks geven. Een zo'n groene heuvel is leuk, twee ook nog wel maar na twee weken fietsen en werkelijk honderden van die dingen heb ik er wel genoeg van. Ik realiseer me nu dat elk land een soort basislandschap heeft: het landschap waar je door heen fietst als er niets aan de hand is (geen bergen, bossen of andere bijzonderheden). Op al mijn vorige reizen vond ik het basislandschap leuk. Savanne in Malawi, groene bossen in Burkina, buitenaardse landschappen in Ladakh. De groene heuvels waar 80% van het Noordereiland van NZ uit bestaat VIND IK NIET LEUK!
Maar die overige 20% wel, heel erg zelfs. Wat een wereldwonderen liggen er hier verstopt! Prachtige strandjes, mooie bossen, termische gebieden. Alleen voelen die fietsstukken daartussen steeds meer als een noodzakelijk kwaad, een manier om van A naar B te komen. En dat terwijl ik me fietsreiziger voel en juist wil genieten van elke kilometer.
De oplossing is simpel: vandaag heb ik weer maar 40 kilometer gereden en vervolgens eerst een termisch gebied bekeken, toen lekker een stuk gemountainbiked en tot slot een zeer spectaculaire jetboat trip (met 90 kilometer per uur door een rivier van 50 meter breed in de rondte draaien en andere ongein). Fantastisch. Maar met fietsreizen heeft het vind ik niet veel te maken.
Ik vind NZ een pretpark, een soort Efteling. Het wemelt van de fantastische attracties, die helaas wel steeds 50 - 100 km van elkaar liggen met daartussen uiterst saai landschap. Om nou te zeggen dat ik het alleen om te fietsen een leuk land vind, nou nee.
(Als deze tirade geen mailbox vol hatemail van ex-Nieuw Zeeland fietsers oplevert, weet ik het ook niet meer!)
Groeten van Dennis
(die in een regenachtig Taupo aan de voet van het hooggebergte met een slechte weersvoorspelling voor de komende dagen hard aan het nadenken wat Plan B ook al weer was... Nu de hoogvlakte op lijkt niet echt aantrekkelijk... Jullie horen het wel weer over een paar dagen.)
Bedankt voor jullie reacties per email en op het wereldfietserforum (voor degenen die dit bericht als mail ontvangen: kijk ook eens op www.wereldfietser.nl / forum, daar staan de berichten ook inclusief reacties van wereldfietsers).
Hoog tijd om jullie even bij te praten over de afgelopen dagen die in het teken stonden van het vulkanische gebied rondom Rotorua, met geysers, borrelende modderpotten, gigantische kraters, walgelijke stanken enzovoort. De afgelopen dagen bezocht ik in totaal 6 zogenaamde termische gebieden, waarvan er 1 heel toepasselijk Hell's Gate heette.
Ik begon de tour op de dag na mijn busongelukje in Rotorua in een of ander Volendamachtig oord dat Whaka en dan nog heel veel letters heette.
De grote attractie, een geijser die flink zou moeten kunnen spuiten, deed het al twee jaar niet meer, naar verluid omdat de Etna 2 jaar geleden actief is geworden... Daarom werden we maar bezig gehouden met heeeeel spontane Maori folklore (lekker meezingen, met stokken gooien en andere ongein) zodat ik niet wist hoe snel ik daar weg moest komen.
De volgende dag een nieuwe poging. Voor het eerst weer een echt stukkie fietsen met hechting (wat trouwens prima ging en nog steeds gaat; waarschijnlijk laat ik morgen de hechting eruit halen) richting Hell's Gate, zo genoemd door een bezoeker in de jaren 1930 die vond dat de plaats erg veel leek op het lot dat theologen hem hadden voorgehouden. Ik dacht een rooie, vlammende omgeving aan te zullen treffen, maar in plaats daarvan was er een uitermate somber stemmende collectie borrelende vijvers en modderpoelen, wat me inderdaad een behoorlijk vervelende plaats leek om langer dan een uur door te brengen.
Kortom, ik was na twee bezoeken nog niet helemaal overtuigd dat de juiste keuze was geweest om niet naar het Zuidereiland te gaan (naast dat ik alleen een ticket krijgen kon dat naar Auckland - het noorden van het Noordereiland - gaat krijgen kon) de juiste was geweest. Maar ik was ook nog niet ten zuiden van Rotorua wezen kijken...
De eerste echte fietsdag (met bagage dus) ging ik nog meer eens een poging wagen in de Wxxx vallei (die Maori namen zijn echt vreselijk, ik kan ze echt niet onthouden). Hoewel de termische activiteiten niet heel bijzonder waren, kreeg ik wel een heel prettig gevoel bij die vallei: eindelijk eens een rustige, natuurlijke plek waar je in 4 kilometer door een vallei liep met allerlei spectacel en niet zo'n Artisachtige droeve toestand waar alle pret op een halve vierkante kilometer zit en dus ook alle toeristen. Een hele verademing, maar echt spectaculair, zoals op de ansichtkaarten en in de reisgidsen, nou nee.
10 kilometer verder op zat Wai-O-Tapu. Mocht je ooit naar het Noordereiland van Nieuw Zeeland gaan, daar MOET je langs. Geweldig gave, spectaculaire poelen, zoals Artist Palet en Champagne Pool, allebei zeer spectaculair en kleurrijk. Ik heb twee uur lang met open mond rondgelopen. Helaas wel weer erg Artis achtig, maar ja, je kunt niet alles hebben. Door deze twee bezoekjes was mijn dagprogramma enigszins in de war geschopt zodat de tent al na 45 kilometer een plekje vond naast een termisch zwembad. Erg leuk als je van de dokter i.v.m. een wond op je been niet in het termische zwembaden mag en dus als enige van de hele weide omtrek niet in het zwembad zit...
Maar goed, de volgende dag, had had de smaak nu echt goed te pakken, maar weer eens richting een termisch spectakelsstukje. Orakei K..., misschien wel de mooiste van NZ maar erg afgelegen, schreef mijn onvermijdelijke handboek, de Lonely Planet. Dat soort zinnen lees ik heel graag! Dat betekent dat normale toeristen lekker uit de buurt blijven terwijl ik als fietser uitstekend in staat ben wel op dat ene afgelegen plekje te komen. Toen ik de helling afreed waar dit oord lag (heel toepasselijk Hidden Valley genaamd) viel ik als een blok voor de lokatie. Prachtig meertje, doodstil, wat witte rookwolken aan de overkant van de geijsers, aangenaam temperatuurtje! Ik wist gelijk dat ook vandaag de teller bij 45 kilometer zou blijven steken.
Na het prachtige, maar niet iets minder mooie gebied dan Wai-O-Tapu bezocht te hebben, en dus weer een heel fotorolletje volgeschoten te hebben net als bij de vorige parken, was het tijd voor something completely different - kayakken! Ik had bij het paradijselijke Hahei beach al een kayak willen huren, maar nu was mijn kans eindelijk daar. Een heel, prachtig stuwmeer voor mijzelf alleen! Twee uurtjes dobberde ik heerlijk op het water.
Toen maakte ik een vreselijke blunder. Ik had de kayak voor twee uur gehuurd en daarom mijn fietscomputertje (mijn enige horloge) meegenomen. Het ging ergens mis tussen het toilet en het cafe. Ik was er binnen 5 minuten achter, maar ondanks tijdenlange zoekpartijen bleek het ding onvindbaar. Dag horloge, dag hoogtemeter, dag kilometerteller die o zo handig is bij je dagindeling en de beslissing of je wel of niet dat stuk nog door zult fietsen. Ik baalde er de hele rest van de dag van, wat erg zonde was vanwege de mooie omgeving en de prachtige plek waar ik mijn tent wild (nou ja, naast het cafe) had neer gezet.
Vandaag fietste ik eindelijk het resterende stuk naar Taupo. Normaal gesproken fiets je daar in 1 dag naar toe, maar inmiddels hebben jullie begrepen dat ik wat afgeleid was en dus drie dagen nodig had. Na alle halleluja verhalen van hierboven lijkt het me de hoogste tijd een volstrekt onzinnige mythe uit de wereld te helpen: NZ (Noordereiland) is GEEN fantastisch fietsland!
Ik laat de vele Wereldfietsers die me altijd het tegendeel beweerd hebben even bijkomen van de schok. Voor mij zijn er drie dingen die een land een goed fietsland maken. Ten eerste een beetje avontuur. Als je even afziet van alle bungyjumping, rafting, rapjumps en dergelijke omgein, is NZ ongeveer het meest onavontuurlijke fietsland wat je kunt verzinnen. Het is door een door Westers (ik vind het het ultieme Greenpeace land) door en door braaf en ongeveer net zo spannend als de Noord Oost polder bij daglicht. Elke tien bomen bij elkaar zijn een Senic Reserve op je kaart. Elk flutdorp waar absoluut NIETS te beleven is heeft een VVV met 30 folders. In termische parken werd elke drie meter voor levensgevaar gewaarschuwd. En het absolute toppunt vind ik de aanbevolen snelheid bij elke bocht die net iets scherper is dan pak hem beet 30 graden. Het is hier zo debielvriendelijk dat zelfs de gemiddelde Amerikaan hier veilig zou kunnen rondreizen.
Het tweede gemis zijn de kleine leuke (liefst onverharde) weggetjes. Ondanks het beperkte gebied waar ik fiets en de 7 kaarten die ik daar van heb, is het uiterst moeilijk om ideale fietsweggetjes (lekker klein, minder dan 6 auto's per uur of zo iets) te vinden. De doorgaande wegen zijn redelijk te vergelijken met onze provinciale wegen en dus volstrekt ongeschikt voor fietsers. Het wegennet je simpelweg te beperkt om er echt iets leuks van te maken en als je al op een klein weggetje stuit is de kans groot dat het een private road en dus verboden terrein is.
Het derde en mijn grootste probleem is dat in ieder geval het Noordereiland landschappelijk DOODSAAI is. Ik wordt helemaal gek van die eindeloze brei met groene glooiende heuvels die eindeloos op en meer gaan en me Ardennen flashbacks geven. Een zo'n groene heuvel is leuk, twee ook nog wel maar na twee weken fietsen en werkelijk honderden van die dingen heb ik er wel genoeg van. Ik realiseer me nu dat elk land een soort basislandschap heeft: het landschap waar je door heen fietst als er niets aan de hand is (geen bergen, bossen of andere bijzonderheden). Op al mijn vorige reizen vond ik het basislandschap leuk. Savanne in Malawi, groene bossen in Burkina, buitenaardse landschappen in Ladakh. De groene heuvels waar 80% van het Noordereiland van NZ uit bestaat VIND IK NIET LEUK!
Maar die overige 20% wel, heel erg zelfs. Wat een wereldwonderen liggen er hier verstopt! Prachtige strandjes, mooie bossen, termische gebieden. Alleen voelen die fietsstukken daartussen steeds meer als een noodzakelijk kwaad, een manier om van A naar B te komen. En dat terwijl ik me fietsreiziger voel en juist wil genieten van elke kilometer.
De oplossing is simpel: vandaag heb ik weer maar 40 kilometer gereden en vervolgens eerst een termisch gebied bekeken, toen lekker een stuk gemountainbiked en tot slot een zeer spectaculaire jetboat trip (met 90 kilometer per uur door een rivier van 50 meter breed in de rondte draaien en andere ongein). Fantastisch. Maar met fietsreizen heeft het vind ik niet veel te maken.
Ik vind NZ een pretpark, een soort Efteling. Het wemelt van de fantastische attracties, die helaas wel steeds 50 - 100 km van elkaar liggen met daartussen uiterst saai landschap. Om nou te zeggen dat ik het alleen om te fietsen een leuk land vind, nou nee.
(Als deze tirade geen mailbox vol hatemail van ex-Nieuw Zeeland fietsers oplevert, weet ik het ook niet meer!)
Groeten van Dennis
(die in een regenachtig Taupo aan de voet van het hooggebergte met een slechte weersvoorspelling voor de komende dagen hard aan het nadenken wat Plan B ook al weer was... Nu de hoogvlakte op lijkt niet echt aantrekkelijk... Jullie horen het wel weer over een paar dagen.)